Hoofdstuk 28 Nacalculatie bij ondernemingen met homogene productie
In deze samenvatting geef ik antwoorden op de “je kunt’s” die aan het begin van elke paragraaf staan, en aanvullende informatie waaronder voorbeelden die ik relevant vond.
28.1
Je kunt: het gerealiseerde budgetresultaat berekenen.
Je kunt: het nacalculatorisch bedrijfsresultaat berekenen.
Het komt bijna nooit voor dat de werkelijke kosten/opbrengsten gelijk zijn aan de standaardkosten/opbrengsten.
De methode om een nacalculatorisch bedrijfsresultaat te berekenen waarbij je de totale werkelijke kosten vergelijkt met de werkelijke opbrengsten wordt vaak als controle gebruikt.
Het gerealiseerde verkoopresultaat kun je het snelst berekenen door:
Werkelijke afzet x (verkoopprijs – commerciële verkoopprijs)
Het gerealiseerde budgetresultaat berekenen we door de werkelijke afzet x de commerciële kostprijs te verminderen met de werkelijke kosten van de afzet.
Het gerealiseerde verkoopresultaat en het gerealiseerde budget resultaat vormen samen het nacalculatorisch bedrijfsresultaat.
(Vaak komen er op meer dan enkel deze punten resultaten voor.)
28.2
Je kunt: uitleggen waarom een nacalculatorisch bedrijfsresultaat minder geschikt is voor een kostenanalyse.
Je kunt: een nacalculatorisch budget berekenen.
In een budget, een taakstellende begroting, wordt aan gegeven welke productieomvang en afzet gehaald moeten worden en wat de maximale kosten daarbij mogen zijn.
Eem voorcalculatorisch bedrijfsresultaat is gebaseerd op de verwachte productie en afzet en een nacalculatorisch bedrijfsresultaat op de gerealiseerde productie en afzet (achteraf).
-Vaste kostenbudgetering: als de kosten per periode niet variëren met de productie, dus de constante kosten: vast bedrag per periode.
-Variabele kostenbudgettering: als de kosten per periode wel variëren met de productie, dus de variabele kosten: variabel bedrag per periode.
-Vaak is er sprake van gemengde budgettering: een combinatie van een vast en variabel budget.
28.3
Je kunt: aan de hand van gesignaleerde resultaten aangeven tot welke beleidsbeslissingen deze aanleiding geven.
Een onderneming neemt beleidsbeslissingen o.a. op basis van de verschillen tussen de voorcalculatie en nacalculatie. Het is belangrijk om je dan af te vragen hoe deze verschillen ontstaan zijn. Wanneer dingen slechter zijn uitgepakt dan verwacht, wordt er gekeken wat hier eventueel aan te doen is en wie je er op aan kunt spreken.
- Bijvoorbeeld bij grondstofkosten:
Als er een groot voordelig efficiencyresultaat is, kun je de bepaling van de kostprijs nog eens doorlopen.
- Bijvoorbeeld op loonkosten:
Als er een nadelig prijsresultaat op lonen is kan er worden onderzocht of er veel is overgewerkt of dat er loonstijgingen zijn geweest.
- Bijvoorbeeld op variabele machinekosten:
..., bijvoorbeeld mee brandstof gebruikt (en/of de machine is toe aan een onderhoudsbeurt toe).
- Bijvoorbeeld op vaste machinekosten:
..., overleggen met het management van afdeling Productie waarom de afzet is achtergebleven. Of een gesprek met de verkopers om te achterhalen waarom de afzet lager is.
(De beleidsbeslissingen hangen af van de situatie en zijn dus altijd anders.)
Deze samenvatting is gemaakt door Vivian Hage uit 5AA op 8-2-2017
Bronvermelding:
-Management & Organisatie in Balans, theorieboek 2a VWO
-http://www.managementenorganisatieinbalans.nl/begrippenlijst/
REACTIES
1 seconde geleden