Doelstelling 1
- Brandstof : de stof die verbrandt
- Verbrandingsproducten: producten die ontstaan bij verbranding
- Verbranding bij een kaars:
Brandstof + Zuurstof -----> Water + Koolstofdioxide + Energie
(Kaarsvet) (damp) (licht en warmte)
- Verbrandig bij een mens:
Brandstof + Zuufstof-----> Water + Koolstofdioxide + Energie
(Eiwitten, (Damp) (Beweging en warmte)
vetten en koolhydraten)
Doelstelling 2
- Verbranding vindt altijd en overal plaats.
- Waarvoor hebben wij die energie nodig?
In rust:
- Lichaamstempratuur op peil houden
- Spieren laten bewegen
Bij sport:
- Alle cellen moeten harder werken
- Dus veel brandstof en zuurstof nodig
Doelstelling 3
- Winterslaap
- Een staat van voortdurende lage lichaamstemperatuur
- Een dier kan tijdens de winter overleven zonder energie te hoeven besteden aan voedsel dat moeilijk te vinden is
- Gebruik maken van vetreserves
- Vertraagt zijn stofwisseling
Dieren die een winterslaap houden:
Vleermuis Roodwangschildpad
Egel Amfibieën
Regenworm Hazelmuis
- Winterrust
- Hartslag vertraagt
- Lichaamstemperatuur blijft constant
- Kan makkelijk wakker worden gemaakt
Dieren die een winterrust houden:
Beer Wasbeer
Das Opossum
- Koudbloedige dieren:
Lichaamstemperatuur is afhankelijk van de omgevingstempratuur
- Warmbloedige dieren:
Lichaamstemperatuur is constant
Doelstelling 4
Samenstelling van lucht:
Ingeademde lucht
Uitgeademde lucht
Stikstof
78%
78%
Zuurstof
21%
16%
Edelstoffen
1%
1%
Koolstofdioxide
0,04%
5%
Waterdamp
Weinig
Veel
Temperatuur
Laag
Hoog
Doelstelling 5
- Neusholte:
Functie van slijm: Halen kleine stofdeeltjes uit de lucht
Functie van neusharen: Houden grove stofdeeltjes en andere dingen tegen
Functie van trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte
De weg naar de longblaasjes:
- Neus/mondholte
- Keelholte: huig en strotklepje
- Strottenhoofd: Met stembanden
- Luchtpijp: Bekleed met slijmvlies, verstevigde wand met kraakbeenringen deze houden de luchtpijp open
- Bronchiën: Verstevigde wand met kraakbeenringen, bekleed met slijmvlies
- Luchtpijptakjes: Ze bevatten spiertjes
- Longblaasjes
Doelstelling 6
Beter door de neus ademen want:
- Dan wordt de lucht verwarmd
- Gezuiverd
- Vochtig gemaakt
- En door het reukzintuig gekeurd
Doelstelling 7
Wat gebeurt er bij het ademhalen?
- De huig staat open
- Het strotklepje staat open
- De lucht kan van de neusholte naar de luchtpijp stromen en omgekeerd
Wat gebeurt er bij het slikken?
- De huig sluit de neusholte af
- Het strotklepje sluit de luchtpijp af
- Voedsel kan van de mondholte in de slokdarm terechtkomen
Wat gebeurt er bij het verslikken?
- De huig staat open
- Het strotklepje staat open
- Voedsel kan van de mondholte in de neusholte en in de luchtpijp terechtkomen
Doelstelling 8
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats:
- Zuurstof wordt vanuit de lucht in de longblaasjes opgenomen in het bloed in de longhaarvaten
- Koolstofdioxide wordt van uit het bloed in de longhaarvaten afgegeven aan de lucht in de longblaasjes
Gaswisseling kan snel plaatsvinden doordat:
- De longblaasjes en de longhaarvaten een dunne wand hebben
- Alle longblaasjes samen een groot oppervlak hebben
Doelstelling 9
Ribademhaling(Borstademhaling)
Inademen
Uitademen
1. De ribben en het borstbeen bewegen omhoog
1. De ribben en het borstbeen bewegen omlaag
2. De borstholte wordt groter
2. De borstholte wordt kleiner
3. De longen worden groter
3. De longen worden kleiner
4. Lucht stroomt naar binnen
4. Lucht stroomt naar buiten
Middenrifademhaling(Buikademhaling)
Inademen
Uitademen
1. Het middenrif beweegt omlaag (de buikwand gaat naar voren)
1. Het middenrif beweegt omhoog (de buikwand gaat terug)
2. De borstholte wordt groter
2. De borstholte wordt kleiner
3. De longen worden groter
3. De longen worden kleiner
4. Lucht stroomt naar binnen
4. Lucht stroomt naar buiten
Doelstelling 10
Onderdelen
Problemen
Te weinig zuurstof
Loom en slaperig
Te veel koolstofdioxide
Loom en slaperig
Slechte leerprestaties
Koolstofmono-oxide
Bewusteloosheid
Dood
Sigarettenrook
Ademhalingsproblemen en andere allergische reacties
Longkanker
Formaldehyde
Tranende of prikkelende ogen
Kanker
Radon
Kanker
(sporen van schimmels)
Ademhalingsproblemen en andere allergische reacties
(uitwerpselen van) huisstofmijt
Ademhalingsproblemen en andere allergische reacties
Het binnenklimaat wordt bepaald door alle stoffen en organismen in de lucht en door factoren als temperatuur en luchtvochtigheid
- Preventiemaatregelen
- Een voortdurende zwakke stoom lucht door een ruimte. Hierdoor ontstaat een lagere luchtvochtigheid en zijn er minder koolstofdioxide, schadelijke stoffen en organismen in de lucht
Ventileren is beter voor het milieu, doordat het verwarmen van drogere lucht minder energie kost.
- Stoffilter regelmatig reinigen of verwijderen
Doelstelling 11
Astma
- Spiertjes in de fijne vertakkingen van de bronchiën trekken zich samen
- Hierdoor worden de luchtwegen nauwer en gaat ademhalen moeilijk
- Vaak is ook het slijmvlies aan de binnenkant van de luchtwegen verdikt
- Oorzaak: allergie (huisstofmijt, stuifmeel, schimmels), rook, stoom, mist, griep of verkoudheid
COPD
- Chronische ontsteking van de luchtwegen
- Hierdoor zwelt het slijmvlies op waardoor ademhalen moeilijker gaat
- Bij ernstig COPD raken de luchtpijptakjes en de longblaasjes beschadigd
- Oorzaak: Roken
- Overmatige slijmproductie door de slijmproducerende cellen
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden