Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 1669 woorden
  • 7 november 2009
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
27 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Biologie Hoofdstuk 2 Verbranding en ademhaling

bs.1 Verbranding

Wat is verbranding?
Bijv een auto:
De benzine in die je in de motor doet wordt verbrand. Benzine is de brandstof. Door verbranding komt er energie vrij. Er komt energie in de vorm van beweging. Er komt ook energie vrij in de vorm van warmte. De motor wordt warm. Er ontstaan uitlaatgassen bij de verbranding. Uitlaatgassen zijn de verbrandingsproducten.
Bij een kaars:

Kaarsvet(brandstof)+zuurstofwater+koolstofdioxide+energie(licht en warmte).
Dit is dus verbranding.

Troebel of niet troebel?

Wat voor water + kalkwater? Het kalkwater wordt
Gekookt water + kalkwater Niet troebel
Spuiwater + kalkwater Wel troebel

Helder kalkwater met koolstofdioxide wordt troebel (helder kalkwater is de indicator voor koolstofdioxide).
Koolstofdioxide kun je aantonen met helder kalkwater.

bs 2 Ingeademde en uitgeademde lucht

Wat is ingeademde lucht en uitgeademde lucht?
Lucht is een mengsel van verschillende gassen zoals stikstof, zuurstof, edelgassen en koolstofdioxide.

Gassen in de lucht Percentage
Stikstof 79%
Zuurstof 20%
Edelgassen 1%
Koolstofdioxide 0.04%
Dat is de samenstelling van de lucht die je inademt. De lucht die je uitademt heeft een andere samenstelling. Zo heeft ingeademde lucht een ander zuurstof en koolstofdioxidegehalte dan uitgeademde lucht.

Lucht Kalkwater

Ingeademde lucht Niet troebel
Uitgeademde lucht Wel troebel


bs. 3 Verbranding in je lichaam

Wat is verbranding in je lichaam, wat gebeurt er?
Bij inademing neem je zuurstof op uit de lucht. Als je uitademt geef je koolstofdioxide af aan de omgeving. Maar ook water en energie (warmte). Ook in je lichaam vind verbranding plaats (verbranding zonder vuurverschijnselen). In iedere cel vind verbranding plaats, dag en nacht. Zonder verbranding gaat de cel dood. Niet alleen bij de mens maar bij ieder organisme.

Verbranding in je lichaam:
Glucose(brandstof)+waterzuurstof+koolstofdioxide+energie(verbrandingsproducten).
Bij lichamelijk inspanning vindt er meer verbranding plaats, je organen werken dus harden. Je moet dus ook meer zuurstof binnenkrijgen. Je hart moet ook harder werken om zuurstof binnen te krijgen.

bs. 4 Het ademhalingsstelsel

Bij het inademen neemt de lucht deze weg:
Neusholte of mondholtekeelholtestrottenhoofdluchtpijpbroncheiluchtpijptakjelongblaasje. (De keelholte is zeg maar het kruispunt).

Wat zit/gebeurt er in de neus- en mondholte?

In je neusholte zitten kleine haartjes. Die filteren de lucht, zoals grove stofdeeltjes. Aan de slijmproducerende cellen in het neusslijmvlies blijven fijne stofdeeltjes en ziektecellen aan plakken. De trilharen in het neusslijmvlies maken een golvende beweging en brengen hierbij het slijm naar de keelholte.
Drie functies van het neusslijmvlies zijn:
- De lucht wordt vochtig bij te veel vocht ga je snotteren.
- Er lopen bloedvaatjes doorheen.
- Produceert vocht en de binnenstromende lucht wordt warm.
Om iets goed te ruiken snuif je de lucht heel goed op. Dit doe je omdat bovenin je neus het reukzintuig zich bevindt. Als je de lucht wilt ruiken moet de lucht dus daar komen. Het reukzintuig keurt de binnenstromende lucht en waarschuwt als er stinkende gassen in voorkomen. Binnenstromende lucht wordt vochtig gemaakt en minder goed verwarmd. Het is beter om door je neus te ademen omdat de lucht vochtig blijft, de neus filtert de lucht en je ruikt eerder de slechte gassen. Dit doen de meeste mensen ook maar sommige mensen kunnen dit niet.




Wat zit/gebeurt er in de keelholte en het strottenhoofd?
Na de neus en mondholte komt de keelholte. Tussen de keelholte en de luchtpijp ligt het strottenhoofd. Het strottenhoofd kun je aan de voorkant voelen als ‘adamsappel’. De stembanden bevinden zich in het strottenhoofd. Deze gebruik je als je praat. Het strotklepje sluit de luchtpijp af als je voedsel inslikt. De huig sluit ook als je voedsel inslikt. De huig en het strotklepje sluiten dus bij het slikken. Als de huig en het strotklepje niet goed sluiten verslik je je. Het voedsel komt dan in de luchtpijp en in de neusholte terecht. Je gaat dan hoesten om het voedsel te verwijderen. Dat gebeurt er dus als je je verslikt.

Wat zijn de luchtpijp en de bronchiën?

De luchtpijp is een holle buis die aansluit op de onderkant van het strottenhoofd. De wand is aan de binnenkant bedekt met kraakbeenringen. De luchtpijp splitst zich in twee takken: De bronchiën. Naar elke long gaat één bronchie. De want van de bronchiën zijn ook bedekt met kraakbeenringen. De bronchien verplaatsen zich naar steeds fijnere taksjes, luchtpijptakjes. Deze wanden bevatten geen kraakbeenringen maar spiertjes. Aan zo’n luchtpijptakje zit aan het einde een longblaasje. De binnenwand van de luchtwegen is bedekt met slijmproducerende cellen en trilhaarcellen. De trilhaarcellen verplaatsen het slijm naar de keelholte. Daar wordt het slijm ingeslikt. Als je de veel slijm hebt geproduceerd ga je hoesten.

bs. 5 Longblaasjes

Wat is een longblaasje?
Aan het einde van een luchtpijptakje zit een trosje longblaasjes. De and hiervan is erg dun. De longblaasjes zijn omgeven door een netwerk van bloedvaatjes, de longhaarvaten. Ook die wand is erg dun. In de longblaasjes zit lucht en in de longhaarvaten zit bloed. Zuurstof wordt vanuit de lucht in de longblaasjes opgenomen in het bloed in de longhaarvaten. Het bloed vervoert zuurstof naar de cellen. Koolstofdioxide wordt vanuit het bloed in de longhaarvaten opgenomen in de lucht in de longblaasjes. In de longen zitten vele miljoenen longblaasjes. Al die longblaasjes hebben een oppervlak van 80 m2 tot 100 m2. Dit is heel groot. Door deze grootte kan gaswisseling snel plaats vinden.

bs. 6 Roken

Ong. 1 op de drie mensen ouder dan 15 jaar rookt in Nederland. Je krijgt dan verschillende schadelijke stoffen binnen. Vooral als je diep inademt. Tabaksrook bestaat uit verschillende gassen en teerdruppeltjes. De meest schadelijke stof is koolstofmono-oxide (ook wel kolendamp genoemd). Als je dit binnenkrijgt kan je bloed minder goed zuurstof vervoeren. Nicotine komt voor in de teerdruppeltjes van tabaksrook. Dit is heel giftig. Een deel van de nicotine verbrand en er blijft wat in de peuk achter. Je merk vooral de eerste paar keer dat er nicotine inzit. Je kan duizelig en misselijk worden. Ook kun je hoofdpijn en diaree krijgen.
Je kan ook passief roken. Dit doe je ongemerkt. Passief noem je rook inademen terwijl je zelf niet rookt. Dit kun je voorkomen door roken in openbare gebouwen te verbieden. Als je rookt wordt je meestal minder oud. Je hebt ook kans op bepaalde ziektes, longkakker en hart- en vaatziekten. Veel mensen kunnen niet stoppen met roken omdat ze verslaafd zijn. Je krijgt dan ontwenningsverschijnselen en gaat bijvoorbeeld heel veel snoepen.

bs. 7 Inademen en uitademen

Ribademhaling
Bij de ribademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. De ribben zitten door gewrichten vast aan de wervelkolom. Het borstbeen zit vast door kraakbeen. Dit maakt mogelijk dat de ribben en het borstbeen kunnen bewegen.
Bij het inademen:
- Bewegen je borstbeen en je ribben omhoog.
- Wordt de borstholte groter.
- Worden de longen groter.
- Stoomt er lucht naar binnen.
Bij het uitademen:

- Bewegen je borstbeen en je ribben omlaag.
- Wordt de borstholte kleiner.
- Worden de longen kleiner.
- Stroomt er lucht naar buiten.

Middenrifademhaling
Het middenrif is een stevig gespierd vlies. Dit vlies scheidt de romp in de borstholte en de buikholte.
Bij het inademen:
- Beweegt het middenrif omlaag
- Wordt de borstholte groter
- Worden de longen groter
- Stroomt er lucht naar binnen
Bij het uitademen:
- Beweegt het middenrif omhoog
- Wordt de borstholte kleiner
- Worden de longen kleiner
- Stroomt er lucht naar buiten

bs. 8 Vitale capaciteit

De longgrootte is bij iedereen anders. Het longvolume (de inhoud van de longen) is bij een kind kleiner dan bij een volwassenen. Als een volwassen rustig in- en uitademt wordt er per ademhaling ongeveer 0,5 liter in- en uitgeademd. Dit is het ademvolume. Door heel diep in de ademen kan een volwassene gemiddeld 3 liter lucht extra inademen. Als je dan heel diep uitademt, kun je gemiddeld 1.5 liter lucht extra uitademen. De hoeveelheid lucht bij het in- en uitademen is het ademvolume. De vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht die je maximaal uitademt na een diepe inademing. De vitale capaciteit is het maximale en het longvolume is normaal. De vitale capaciteit kun je bepalen door heel diep in te ademen en dan zo lang mogelijk uit te ademen. Het minimale longvolume van een volwassene is 1,5 liter lucht. Het maximale longvolume van een volwassene is 6,5 liter lucht. De gemiddelde vitale capaciteit van een volwassene is 5 liter lucht.
Longvolume= vitale capaciteit + residu-lucht

Residu-lucht= longvolume – vitale capaciteit
Viatale capaciteit= residu-lucht - longvolume

bs. 9 Gezonde longen en luchtwegen

Door verschillende oorzaken kunnen je longen en luchtwegen minder goed functioneren. Je merkt dit door benauwdheid, hoesten enz. De oorzaak kan een ziekte aan het ademhalingsstelsel zijn. Een voorbeeld hiervan is CARA. De oorzak kan zijn dat je schadelijke stoffen hebt ingeademd zonder het te merken. Of je kan heel gevoelig zijn voor stoffen in de lucht. Dan heb je hooikoorts og een gewone allergie.

Cara
Cara is een afkorting van chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen.
(chronisch=langdurig, aspecifiek=zonder speciale kenmerken, respiratie=ademhaling). Cara is samengevat onder de drie ziektes
- Astma
- Bronchitis
- Longemfyseem
Deze ziektes worden onder een naam samengevat omdat de verschijnselen veel op elkaar lijken. Bij astma kunnen de luchtwegen bij een astma-aanval op twee manieren nauwer worden:
- De spieren in je luchtwegen trekken samen.
- Het slijmvlies aan de binnenkant van je luchtwegen kan verdikt zijn
Je gaat hijgen vaak met een piepend of reutelend geluid. Astma-aanvallen kunnen zomaar komen opzetten en tussendoor heeft de patiënt er geen last van.
Bronchitis is een ontsteking van je luchtpijp, van de bronchiën of van de luchtpijptakjes. Je moet veel hoesten en soms geef je slijm op.

Longemfyseem is een ziekte waarbij de uiteinden van de luchtpijptakjes en longblaasjes minder elastisch zijn geworden. Je hebt het dan voortdurend benauwd. Bij CARA moet je niet roken en voorzichtig zijn met het contact bij dieren.

Hooikoorts
Bij hooikoorts blijven er bij het inademen stuifmeelkorrels op hun slijmvlies in hun luchtwegen kleven. Als je hier niet tegen kunt heb je last van hooikoorts. Er ontstaat een brandend of jeukend gevoel in de keel en ogen. Dit komt doordat de stuifmeelkorrels aan de binnenkant van het slijmvlies prikken. Je kan ook huiduitslag en ontstekingen krijgen. Je kan ook een allergie hebben voor schimmelsporen. Dit gebeurt dus meer in het najaar. Bij een allergie krijg je brandende of jeukende ogen of in je keel. Ook kan je huiduitslag en ontstekingen krijgen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.