Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 11

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 592 woorden
  • 5 november 2009
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 6
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Synaps, boek 1.

Hoofdstuk 11 – Het onderzoek van gedrag


Begrippen:
Ethologie De natuurwetenschappelijke studie van het diergedrag
Behaviorisme Opvatting dat gedrag van mens/dier wordt aangeleerd, niet geërfd
Fenotype Verschijnsel dat zich ontwikkelt door wisselwerking v nature-nurture
Sociobiologie Richting binnen ethologie: gedrag berust op erfelijke aanleg
Gedragsecologie idem dito
Inwendige prikkels Door de hersens waargenomen in het eigen lichaam (honger)
Uitwendige prikkels Zintuiglijk waargenomen prikkels uit de omgeving (prooi)

Motivatie Reden tot een actie
Gedragssystemen Reeks handelingen die samenhangen en hetzelfde doel dienen
Ethogram Gecodeerde beschrijving v.h. gedrag v een dier in een bepaalde situatie
Conflictsituatie Het ene gedragssysteem wordt (evt. onbewust) sterker dan het andere
Ambivalent gedrag Het ene gedragssysteem is even sterk als het andere à afwisseling
Omgericht gedrag Afreageren op een ander dier / voorwerp dan het betreffende dier
Overspronggedrag Dier begint zich opeens anders te gedragen in een bepaalde situatie
Fitness De mate waarin het dier zijn genen kan doorgeven aan het nageslacht
Reflex Impuls die (bijna) direct overspringt v sensorische n motorische zenuw
Instinct Gedrag dat vrij automatisch wordt uitgevoerd, zonder leerproces
Sleutelprikkel Prikkel die een automatische reactie (instinct) op gang brengt
Supersignaal Sleutelprikkel die sterker is dan normaal, bijv. grootte van koekoeksei
Alarmkreten Prikkels waar alle dieren van één soort op reageren bij gevaar
Leren Gedragsverandering veroorzaakt door specifieke ervaringen

Conditioning Reflex dat wordt aangeleerd, bijv. speeksel als gevolg van een geluid
Gewenning Leren / afleren uit ervaring zonder dat nieuw reflex ontstaat
Trial and error Alles proberen en op die manier, mede door fouten, leren
Inprenten Onbewust leren, als gevolg van ervaringen in de vroege levensfase
Kritische periode De tijd waarin dieren kunnen inprenten, bijv. de 2 dagen na geboorte
Imitatie Leren door de ouder / dieren uit dezelfde sociale groep na te doen
Solitair leven Alleen leven, dus niet in een groep / met ouders
Sociaal leven Samen leven, dus in een groep en/of met de ouders
Altruïsme Tegengesteld aan egoïsme: bijv je opofferen voor andere dieren
Balts Gedrag dat zich afspeelt voor de eventuele paring
Broedzorg Zorg van ouders voor het jong, vlak na geboorte
Taal Manier van communiceren d.m.v. woorden. Mensen hebben aanleg



Puntsamenvatting:
Wat is gedrag?
--> waarom handelt het dier zo?
· Waardoor wordt het gedrag veroorzaakt?
o Is het overgeërfd?

o Door welke prikkels wordt het opgewekt?
o Door welke processen in het ZS komt het tot stand?
· Wat is het doel van dit gedrag?
o Op welke manier helpt het, het dier te overleven / voort te planten?
o Hoe is het ontstaan in de evolutie en hoe is het verder ontwikkeld?

Voordelen van solitair leven:
· Al het voedsel is voor jou alleen
· Kleinere kans op besmettelijke ziekte / parasiet
· Je wordt niet bedrogen door groepsgenoten
·
Voordelen van sociaal leven:
· Je kunt samen je jongen en misschien een voedselbron beschermen
· Een roofdier wordt eerder opgemerkt en kan door een groep verjaagd worden
· Voor sommige soorten voedsel moet je kunnen samenwerken

Verschillende groepen sociaal levende dieren:
· Anonieme groep: Soorten zoeken elkaar op omdat het veilig is en ze dezelfde schuilplaats hebben. Ze kennen elkaar niet en er is een structuur binnen de groep.
· Hiërarchische groep: Dieren die elkaar kennen, waarin een rangorde heerst. Er is vaak één leider, dieren vechten niet om voedsel: ze weten wanneer / hoe veel ze krijgen.


Algemene kenmerken van de volken van sociale insecten:
· Meerdere dieren zorgen samen voor het nageslacht.
· Er is een aakverdeling, bijv. Voedselzoekers, voortplanters, verzorgers
· Er zijn minstens twee generaties in het nest aanwezig, nakomelingen helpen ouders

De functies van de balts:
· Het moet de bereidheid van dieren om te paren vergroten
· Het geeft vrouwtjes de kans de beste partners te kiezen, ze zal letten op:
o Geschenken
o Territoria (voedsel en bescherming)
o Grootte (gezondheid)
o Bizarre uitwassen (kracht)



· is opsomming.
o is opsomming binnen opsomming.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.