Hoe voeden dieren zich ?

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas aso | 732 woorden
  • 8 november 2003
  • 42 keer beoordeeld
Cijfer 5
42 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Biologie
--------------------------
Voedsel betekent energie , maar voedsel zoeken betekent energieverlies.
Rovers verliezen meestal heel veel energie voor het bemachtigen van een prooi. Dat komt omdat veel rovers soms een prooi niet te pakken krijgen en dan terug opnieuw moeten beginnen. VB. Slechts 5 tot 10 procent van de pogingen van een tijger om een prooi te vangen zijn geslaagd. Maar planteneters hebben het vele gemakkelijker dan rovers , omdat zij aan alle kanten omringt zijn door voedsel. Een vos die en haas te pakken heeft is vele slimmer dan een vos die de hele dag aan het graven is voor een paar insectenlarven. Dat komt omdat de ene vos de hele dag zit te graven en veel meer energie verbruikt dan de andere vos. En vossen jagen liefst in een landbouwgebied omdat er daar veel knaagdieren aanwezig zijn. Slangen slikken hun prooi in en gebruiken daar ook een beetje energie bij. ( Zie foto ) Bij de leeuwen gaan de vrouwtjes jagen en de mannetjes beschermen de troep.

Planteneters moeten bijna niet werken voor voedsel , het heeft een hele logische verklaring want de planten lopen niet zomaar weg.

Bij konijnen passeert het voedsel tweemaal langs het darmkanaal , maar ze eten immers wel hun uitwerpselen op.
Om voldoende energie te maken moet er voedsel worden opgenomen en verteerd. Maar het heeft dan wel een grote invloed op de hele inwendige bouw , de lichaamsvorm en het voedingsgedrag.

De planteneters besteden heel veel tijd aan het eten van voedsel maar moeten wel opletten voor roofdieren dat ze niet hun prooi worden. Maar sommige dieren hebben een schutkleur om hun te beschermen zoals de zebra door zijn zwart – wit patroon is het niet goed te zien waar hij ophoudt , zodat het voor roofdieren moeilijk is een enkele zebra te onderscheiden als deze in een kudde rent. En een haas gebruikt zijn lange oren om een vijand op te sporen. De ogen van de planteneters staan zijdelings waardoor ze een heel groot gezichtsveld hebben , dus kunnen ze alles goed in het oog houden. Planteneters hebben een lang darmkanaal omdat het voedsel een lange tijd in de darmen moeten blijven om er alle het nodige uit te kunnen halen. Daarom hebben ze ook een uitgezakte buik.

Bij de vleeseters staan de ogen naar voor gericht en daarmee kunnen ze gemakkelijk afstanden schatten. En ze hebben een korter darmkanaal dan de planteneters want ze krijgen dan ook meer eiwitten uit het dierlijker voedsel.

De vleeseters moeten zoveel mogelijk profijt halen uit hun prooi omdat de hoeveelheid voedsel klein en minder gemakkelijk beschikbaar is. Dus vele rovers eten zoveel op dat ze kunnen.
VB. een wilde kat kan zelfs wel een derde van haar eigen lichaamsgewicht opschrokken. En een wilde kat eet voornamelijk zoogdieren en vogels.

Enkele aanpassingen van gewervelde dieren aan hun voedingswijze.
Grazende zoogdieren herkauwen , dat houdt in dat in een korte tijd zoveel mogelijk voedsel wordt opgenomen , en pas later wordt verwerkt en verteerd op een veiliger plaats.

In de maag van de runderen wordt het voedsel geneed en geweekt. En door een braakbeweging komt het voedsel terug in de mond en kan het fijngewreven worden door de plooikiezen.
Na de pens en de netmaag komt de boekmaag , zo geheten omdat het slijmvlies vele bladvormige plooien heeft.

Hondachtigen : de hyenahonden vangen meestal trage , gewonde , oude prooien; vb. een gazelle , een zebra of een gnoe.
De honden kunnen tot 50 km. per uur achter een prooi rennen.
Het kan makkelijk een dier doden dat vele zwaarder is dan zichzelf.

Katachtigen : Ze houden meer van een sluipjacht . Het jachtluipaard is de snelste katachtige ( 144 km per uur )
De helft van de achtervolgingen van een jachtluipaard is succesvol. De 35 verschillende soorten van de katachtigen zijn allemaal vleeseters.

Tandwalvissen : Kunnen niet met hun kegelvormige vangtanden bijten maar wel iets mee fijnmalen. Een orka is ook een tandwalvis.

Baardwalvissen : Zijn filtervoeders. Ze hebben een gordijn van baleinen aan hun bovenkaken hangen waardoor ze plankton kunnen zeven uit de tonnen water die ze in hun mond opnemen.

Vogels : Hun menu ’s zijn de meeste uiteenlopende , dat komt omdat vb. een vink eet zaadjes en een gier eet een dode tijger.
Je kunt aan de vorm van een vogel zijn bek zien wat soort voedsel het eet.

Hagedissen en kikkers : Zijn vleesteters. Ze kunnen gemakkelijk een prooi opsporen door hun goed ontwikkelende ogen en scherpe tastzin. En ze slikken hun prooi ineens in.

Vissen : Vissen eten meestal zwevende organismen of plank

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.