H5 Ordening en evolutie

Beoordeling 3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 772 woorden
  • 18 januari 2011
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 3
3 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

§1

-Indelingscriteria van organismen

1.Aantal cellen, bacteriëneencellig De andere 3, veel- en eencellig

2.Celgrootte, bacteriën1-10µm (1µm 0.001mm) Alle andere 10-100µm

3.Organellen, bacteriënniet! Andere wel

4.Celwanden dieren geen Andere wel

5.Voedingswijze organische (=afkomstig v./producten v. organismen)

anorganische stoffen (=organismen/levenloze milieu)

-Organismen

 Autotroof =Zelfvoedend, nemen uit hun omgeving alleen anorganische stoffen op en hieruit maken ze de organische stoffen waaruit ze bestaan zoals, koolhydraten, eiwitten en vetten.

•Organismen met chlorofyl(=bladgroen) zijn autotroof (Fotosynthese) en enkele bacteriën

Heterotroof =Hebben een ander nodig voor voedsel, ze zijn niet in staat om van alleen maar anorganische grondstoffen, organische stoffen van te maken. Ze moeten organische stoffen van andere organismen als voedsel opnemen.

•De meeste soorten bacteriën, schimmels en dieren zijn heterotroof

-Rijk v.d. dierenAfdelingenKlasseOrdeFamilieGeslachtSoort

-Virussen zijn erg klein, de grootste is ±1µm, ze zijn alleen zichtbaar via een elektronenmicroscoop.

•Een virus bestaat uit een omhulsel v. eiwitten met daarin een streng DNA/RNA.

•Alle organismen bestaan uit cellen behalve virussen. Ze hebben geen cytoplasma/kernplasma. Wel bevatten alle organismen zowel DNA als RNA, de virus bevat alléén DNA of alléén maar RNA. In een geïsoleerd virus vinden geen stofwisselingsprocessen plaats, het is ook niet in staat om zich voort te planten.

•Het deelt zich d.m.v. gastheercellen. Het DNA/RNA dringt de gastheercel binnen waarin nieuwe virussen worden gevormd. In de gastheercel kunnen enkele honderden virussen ontstaan, daarna gaat de gastheercel te gronde.

§2

-Organismen behoren tot dezelfde soort als ze in staat zijn zich onderling voort te planten en daarbij vruchtbare nakomelingen voor te brengen.

•Een soort bestaat uit één/meer populaties(=een groep individuen v. dezelfde soort in een bepaald gebied die samen een voortplantingsgemeenschap vormen)

-Binaire(=tweedelige)naamgeving, iedere soort kreeg een geslachtsnaam en soortaanduiding. De geslachtsnaam komt voorop en de soortaanduiding erachter.

§3

-Bacteriën(=Bacillen) en schimmels ruimen dode resten van organismen op. Organische stoffen worden zo omgezet in anorganische stoffen.

•Bij veel soorten bacteriën bestaat het erfelijk materiaal slechts uit één kringvorming chromosoom. Sommige soorten bacteriën hebben daarnaast ook nog enkele kleinere kringvormige chromosomen(=plasmiden). Doordat deze chromosomen los in het cytoplasma liggen, zijn ze gemakkelijk bereikbaar voor enzymen.

•Hierdoor zijn bacteriën erg geschikt voor toepassing v.d. recombinant-DNA-techniek. Bacteriën worden ook gebruikt bij de productie van voedingsmiddelen of zelfs van wasmiddelenenzymen en bij afvalwaterzuivering. Bij deze toepassingen zorgt men ervoor dat de omstandigheden zo gunstig mogelijk zijn voor de bacteriën(optimalisering).

•Planten voort d.m.v. deling, ze kunnen een ziekte veroorzaken. Andere ziekteverwekkende bacteriën (pathogene) kunnen bijv. oorontsteking, longontsteking, tbc of tyfus veroorzaken.

•Cyanobacterien vormen een aparte groep binnen het rijk v.d. bacteriën. Deze bevatten chlorofyl en blauwe pigmenten. Ze komen in allerlei milieus voor, zowel in het water als op het land. Soms komen ze in zulke grote aantallen voor dat het water een blauwgroene kleur heeft. We nomen dat waterbloei. Op het land kunnen ze op boomstammen en op rotsen worden aangetroffen.

-SchimmelsEencellig(bijv. gisten)/veelcellig(bestaan vaak uit lange draden, schimmeldraden).

•Veelcellige schimmels planten zich voort door sporen. Bij veel schimmels ontstaan de sporen aan de uiteinden van schimmeldraden die omhoog groeien, bijv. de penseelschimmel(penicilline). Bij andere schimmels ontstaan de sporen in speciale organenPaddestoelen

•Worden gebruikt bij de bereiding van voedingsmiddelen.

•Sommige schimmelsoorten veroorzaken ziekten bij planten, dieren/mensen.

§4 Rijk Wortels Stengels Bladeren Voortplanting d.m.v. Sporen Bijv.

Wieren Nee Nee Nee - Boomalg, blaaswier, zeesla

Mossen Geen echte Ja Ja Ja, ontstaan in sporendoosjes, groeien op de steeltjes boven de mosplantjes. Steenlevermos, haarmos

Paardenstaarten Ja Ja Ja Ja, ontstaan in sporenvormende orgaantjes aan het uiteinde v. stengels Heermoes

Varens Ja Ja Ja Ja, ontstaan in sporenhoopjes aan de onderzijde v. bladeren Mannetjesvaren

Zaadplanten Ja Ja Ja Ja, ontstaan in bloemen Naaktzadigen(den&spar) en bedektzadigen(eik, paardebloem&gras).

•Bij naaktzadigen zitten de zaden tussen de schubben van kegels. Bij naaktzadigen meestal in naaldvormig/schubvormig.

§5

-Dieren, indelingscriteria, skelet en symmetrie.

Symmetrie Skelet Leefgebied

Eencellige dieren a Geen Water

Sponzen a Naalden tussen de cellen Vast op de bodem v.d. zee

Holtedieren Straalsgewijs Meestal geen Water Vangen prooi met tentakels

Platwormen - Geen, lang en dun Veel leven als parasiet Dwarsdoorsnede is plat

Rondwormen - Geen, lang en dun Veel leven als parasiet Dwarsdoorsnede is rond

Ringwormen - Geen, lang en dun.

Lichaam is gesegmenteerd Dwarsdoorsnede is rond

Weekdieren Tweezijdig Schelp/huisje -

Geleedpotigen Tweezijdig Pantser van chitine - Kop draagt ogen en voelsprieten

Stekelhuidigen Straalsgewijs Inwendig van kalk Bodem v.d. zee Huid is bedekt met stekels/knobbels

Gewervelden Tweezijdig Inwendig skelet met een wervelkolom Amfibieën, vogels, zoogdieren, vissen en reptielen.

§6

-Evolutie, verklaring v.d. schepping

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.