De spieren van de mens

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 515 woorden
  • 15 juli 2001
  • 253 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
253 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Beweging
Spieren kunnen alleen maar samentrekken: ze worden korter en dikker. Maar een keer dat ze samengetrokken zijn, kunnen ze zichzelf niet opnieuw strekken. Om één beweging uit te voeren, zijn dus minstens twee spieren met een tegengestelde beweging betrokken. Zulke elkaar tegenwerkende spieren noemt men: antagonisten.

Delen van de arm: biceps, triceps, gewricht en pees.

Taken van de spieren

Ons lichaam bestaat voor meer dan de helft uit spieren (vlees).

Spieren leveren de nodige kracht om te bewegen
Spieren zorgen voor een normale houding van ons lichaam (werken als veren)
Spieren geven vorm aan ons lichaam en uitdrukking aan ons gelaat
Spieren maken warmte vrij

De drie soorten spierweefsel
naam De dwarsgestreepte
of willekeurige spieren
De gladde
of onwillekeurige spieren
De hartspier
onderworpen aan onze wil? ja nee Nee
eigenschap Reageren en werken snel maar zijn snel moe
uitzicht rood
bestaat uit: spiervezels Spoelvormige, microscopisch kleine spiercellen met 1 kern Dwarsgestreepte spiervezels
welke spieren skeletspieren
aangezichtsspieren
kauwspieren
In de wand van onze holle organen (maag, darmen, blaas, ) De hart

De bouw van de dwarsgestreepte spier
Spierschede (waar de spier vastgehecht is aan een been of de huid = pees), spierbuik, bundelschede, spierbundel, spiervezel = reusachtig grote cellen (lengte van 10cm) (met zeer veel kernen).

De spiervezels vertonen dwarse strepen → dwarsgestreepte spieren

Beweging bij andere meercellige dieren

Met exoskelet
Exo = buiten
Exoskelet = skelet buiten, spieren binnen (b.v. de kreeft)

Bij noodzakelijk snelwerkende spieren = dwarsgestrepen spieren (b.v. de achterlijfspieren van een schorpioen).

Zonder exoskelet

Bij een regenworm ontbreekt een skelet. De regenworm bestaat van buiten naar binnen uit een cuticulla, een kring- en lengtespierlaag.

Tussenschotten verdelen de regenworm in segmenten gevuld met vloeistof die de vorm en steun van de regenworm geven.

Beweging van de regenworm

Vloeistof in de segmenten → niet samendrukbaar.
Als de kringspieren samentrekken: geledingen dunner → langer.
Als de lengtespieren samentrekken: geledingen dikker → korter.

Tijdens het samentrekken van de lengtespieren worden de kringspieren gerekt door de vloeistofdruk en omgekeerd.
Antagonistische werking van de spieren.

Delen (een aantal segementen) van de worm worden dunner en langer terwijl andere delen korter en dikker worden.

Beweging bij de plant

Niet gerichte bewegingen
Bloemen gaan onder invloed van warmte en licht open, en in het donker sluiten ze zich.
Als de richting van de beweging niet afhankelijk is van de prikkel = nastie (b.v. thermonastie en fotonastie)

Gerichte bewegingen

Stengels en boomstammen groeien verticaal. à tropie: de richting van de beweging wordt bepaald door de prikkel.

Geotropie: de prikkel is de zwaartekracht (vb: stengel en boomstam).
Negatief geotropie: groeien van het middelpunt van de aarde weg (vb: stengels).
Positief geotropie: groeien naar het middelpunt van de aarde toe (vb: wortels).
Vele planten richten hun bladeren loodrecht op de zonnestralen. We spreken dan van fototropie.

Nastie: De richting van de beweging is niet afhankelijk van de prikkel.
Thermonastie: De prikkel is warmte.
Fotonastie: De prikkel is licht.
Tropie: De richting van de beweging wordt bepaald door de prikkel.
Geotropie: De prikkel is de zwaartekracht. (positief en negatief)
Fototropie: De prikkel is licht (planten richten hun bladeren loodrecht op de zonnestralen).
Exoskelet: Geraamte ligt aan het buitenkant en de spieren binnenin.
Cuticula: Een kring- en een lengte spierlaag.
Antagonisten: Elkaar tegenwerkende spieren.

REACTIES

H.

H.

een goe werkstukie

20 jaar geleden

T.

T.

echt vet goed verslag man ga zo door ik heb er echt veel aan gehad thomas

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.