Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Cellen (Natuurverkenning)

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 326 woorden
  • 26 augustus 2008
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Wat moet je altijd doen als je met een microscoop werkt?
1. voor je begint kijken of het witte puntje op de tubus tussen de 2 streepjes staat.
2. Voor je begint controleren of de kleinste vergroting voor staat.
3. Bij het scherp stellen met de kleinste vergroting beginnen.
4. Voor het opbergen van de microscoop de kleinste vergroting voor zetten.
5. Bij het ophalen en opbergen de microscoop met beide handen vasthouden ( en niet ook iets anders vasthouden.)

Wat moet je bij een microscoop nooit doen?

1. Bij het kijken de microscoop schuin zetten.

2. De microscoop vuil of nat opbergen.
3. met je vingers aan de lenzen komen.

Wat moet je kunnen?

1. uitleggen dat je het overzicht kwijtraakt als je naar details kijkt:
Als je bijvoorbeeld 1 klein celletje van een banaan ziet, kan je niet zien dat die cel van een banaan is.
2. vertellen hoe je met een microscoop om moet gaan.
3. Bij de verschillende vergrotingen vertellen hoe groot de middellijn van het gezichtsveld is.
Vergroting: Vergrotingsfactor: Middellijn gezichtsveld:
Kleinste 40 x 4,0 mm
Middelste 100 x 1,0 mm
Grootste 400 x 0,25 mm
4. de ware grootte aangeven van de voorwerpen, die je door de microscoop ziet.

Theorie
Celwand = de wand die om de cel heen zit.
Membraan = het deel wat tussen de celwand zit.
Bladgroenkorrels = korreltjes die binnen in de bladeren zitten.
Celkern ( kern ) = een iets donker gekleurd bolletje wat in een cel zit.
Cytoplasma = het vocht in een cel.

Vacuole = een soort zakje binnenin de cel.

1. Celkern
2. Vacuole
3. Bladgroenkorrel
4. Celmembraan
5. Celwand
6. Cytoplasma
Plantaardige cel Cel van een bacterie
Overeenkomsten & verschillen van plantaardige en dierlijke cellen op een rijtje:
Overeenkomsten:
Er zit een kern in.
Er zit een celmembraan omheen.
In de cel zit cytoplasma.

Verschillen:

Plantaardige cellen hebben een stevige celwand, dierlijke celen niet.
Plantaardige cellen hebben een vacuole.
Vaak hebben plantaardige cellen ook bladgroenkorrels.
Microfiche = een dia waar een bladzijde van een boek of krant op staat.

Bij het maken van een preparaat moet je zorgen dat het preparaat heel dun is, omdat het ligt er doorheen moet kunnen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.