Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Bloedsomloop

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 1884 woorden
  • 7 december 2014
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1. Functies van het bloed

Vervoeren van zuurstuf, afvoeren van afvalstoffen en koolstofdioxide, aanvoeren van glucose en vervoeren van hormonen

 

Foto buisje

Geel =                 bloedplasma of serum (fibrogeen, stollingseiwitten, water)
Rood=                  bloedcellen (wbc, rbc, bloedplaatjes)

 

RBC=                     opnemen van zuurst, rode kleur door hemoglobine, afvoeren CO2 (geen celkern)

WBC=                   verdedigt het lichaam (infecties), opruimen afgestorven stoffen, kan van vorm                                             veranderen en                 heeft een celkern.

Bp=                        Voor stolling van het bloed, geen celkern, bestaat uit één gevallen cellen

 

2.

bloedvatenstelsel=                       bloedvaten + hart

bloedsomloop=                              de weg die het bloed aflegt

 

-              kleine bloedsomloop (mens);

                gaat van je hart naar je longen van je rechterkamer naar je longen en naar je hart        (linkerboezem)

-              Grote bloedsomloop (mens);

                vanaf je linkerkamer naar alle organen + cellen vanaf je cellen en organen naar je rechter        boezem.

 

-              de mensen heeft een gesloten bloedsomloop (bloedvatenstelsel)

-              openbloedsomloop, het bloed is verspreid in het lichaam (insecten)

-              de mens heeft een dubbele bloedsomloop omdat dan het bloed 2x door het hart gaat

-              vissen hebben een enkelvoudige bloedsomloop, bloed gaat 1x door het hart

 

3 soortenbloedvaten

aders:                   gaan naar het hart toe

slagaders:           verlaten het hart

haarvaten:         gaan vanaf je slagaders in je aders

 

3.

Kransslagaders lopen over je hart, rijk aan zuurstof en voedinstoffen ( naar de hartspier)

kransaders; stroomt bloed dat rijk is aan koolstofdioxide en andere afvalstoffen,

zuurstof arm en loopt van het hart af

 

4.

De slagaders vervoeren het bloed naar de organen. Slagaders zijn dik, stevig en elastisch.

De haarvaten zijn heel dun en vormen samen het haarvatenstelsel. lage bloeddruk. Door de dunne wand van de haarvaten gaan de voedingsstoffen, vocht en zuurstof naar de cellen toe. De voedingsstoffen worden dan verbruikt en daarbij komen koolstofdioxide en afvalstoffen vrij.

 

De haarvaten nemen daarna de afvalstoffen en t' koolstofdioxide op en brengen dat naar de aders. Door de aders stroomt het bloed van de organen weg terug naar het hart. De bloeddruk in de aders is laag. De wanden van de aders zijn dunner en minder elastisch. De aders liggen te diep.

Het hart zuigt het bloed uit de aders. Veel aders bevatten kleppen zodat het bloed maar één richting op kan stromen naar het hart en niet naar de organen.

het bloed uit het darmkanaal gaat via de poortader naar de lever. Dit bloed is zuurstofarm: in het darmkanaal is zuurstof verbruikt.

 

De lever ontvangt zuurstofrijk bloed via de leverslagader. Het bloed stroomt uit de lever weg via de leverader. Na een maaltijd bevat het bloed in de poortader veel voedingsstoffen. In de lever wordt een deel van deze voedingsstoffen tijdelijk opgeslagen.

 

5

aderverkalking: is het proces van geleidelijke vernauwing van de slagaders, hoe ouder je wordt hoe meer last je ervan hebt; stop met roken let op gewicht

Hartinfarct: krijgt een deel van de hartspier geen zuurstof; rust houden, zo min mogelijk inspanning.

trombose: ontstaat er een stolling in een bloedvat waardoor een bloedprop een bloedvat afsluit (dotteren)

Hoge bloeddruk: roken, te veel alcohol/zout; niet roken, eet gevarieerd, lichaamsbeweging.

bypass- operatie: wordt een omweg aangelegd met een bloedvat om het vernauwde deel van de kransslagader te omzeilen; een bypass

hart/ vaatziekten : een te veel aan cholesterol, erfelijk of te veel ongezond eten.

 

-              Bij een systole trekken de kamers samen , hartkleppen dicht + slagaders.

                halfmaanvormige klep open, bloeddruk hoog.

-              bij diastole, boezems trekken samen, hartkleppen dicht, slagader + halfmaanvormige klep      open.

 

8.

2 soorten antistoffen

Niet specifieke: valt meerdere ziekte kiemen aan, weerstand blijft gelijk

specifieke: kan 1 specifieke ziekte aanvallen, weerstand neemt toe.

immuun: het bestand zijn tegen ziektes

kunstmatig immuun: krijg je een prikje, met de ziekte er in zodat je lichaam antistoffen aanmaakt

natuurlijk immuun: je wordt vanzelf ziek, je lichaam maakt antistoffen aan tegen de ziekte

 

-              een antigeen is een stof die NIET thuis hoort in je lichaam

-              een antistof is een wapen tegen ziektekiemen

-              Een wbc is een verdediger van het lichaam, het maakt antistoffen.

-              een antistof schakelt een antigeen uit

 

2 soorten wbc

-              fagocyten, eten ziekte kiemen op met specifieke wbc

-              wbc die antistoffen maakt tegen 1 speciale ziekte

 

elke antistof kan maar 1 ziekte uitschakelen

AB=        is de algemene ontvanger.

 

 

 

 

 

 

 

 

9. bloedplaatjes en fibrogeen spelen een belangrijke rol bij bloedstolling

 

bij beschadiging van een bloedvat wordt bloedverlies ook wel tegen gehouden met dat de spieren in de wand van het bloedvat trekken zich dan samen, waardoor het bloedvat nauwer wordt. Hierdoor stroomt er minder bloed door heen.

 

 door de verwonding worden bloedplaatjes kleverig. De bloedplaatjes kleven aan elkaar waardoor er een bloedprop ontstaat op de plaats van de wond. Uit de bloedprop komen stoffen vrij, onder invloed van deze stoffen wordt fibrogeen omgezet in fibrine. Fibrine vormt een netwerk van draden op de wond. Tussen deze draden blijven bloedcellen hangen hierdoor ontstaat er een bloedstolsel dat de wand afsluit. Daardoor stopt het bloeden.

 

bloedplaatjes -> kleverig -> bloedprop -> wond dicht -> fibrogeen -> fibrine -> draden -> bloedcellen blijven hangen -> stopt bloeden -> korstje -> fibrine draden breken af

 

Bij bloederziekte (hemofilie) stolt het bloed niet goed. Deze erfelijke ziekte komt uitsluitend voor bij mannen. als je het hebt is een klein wondje al gevaarlijk, omdat zo'n wondje zonder medische behandeling blijft bloeden.

 

10.

er zijn  twee soorten antigenen:

-              antigeen A & B

 

-              mensen met bloedgroep A hebben antigeen A en antistof B

-              Mensen met bloedgroep B hebben antigeen B en antistof A

-              Mensen met bloedgroep AB hebben antigeen A & B en geen antistoffen

-              Mensen met bloedgroep O hebben geen antigenen en antistof A & B

 

wanneer iemand heel veel bloed heeft verloren kan hij of zij van een donor bloed krijgen, we noemen dat een bloedtransfusie, als dat gebeurt is het heel belangrijk om te weten welke bloedgroep de ontvanger heeft, en van welke bloedgroep het donor bloed is.

 

Wanneer er alsnog een verkeerde bloedgroep in je lichaam terecht komt, zorgen de antistoffen dat ze weg gaan. De bloedcellen gaan dan samenklonteren en blijven samen steken in de haarvaten. Ze gaan ten gronde, waardoor hemoglobine vrijkomt in het bloedplasma. Dit kan voor beschadiging zorgen. Als het echt niet kan anders kan wordt het bloed zo verdunt dat het wel kan.

 

handige weetjes

-              wbc -> zijn kleurloos

-              etter bestaat uit dode ziekte kiemen en uit dode wbc -en

-              wbc -en worden in de rode beenmerg gemaakt van de platte beenderen.

-              iedere infectie heeft z'n eigen antigenen die steeds veranderen.

-              als je in incubatietijd bent dan ben je ziek en kan je andere besmetten

-              als je voor de tweede keer een ziekte hebt heb je de antistoffen al

-              rbc -en hebben geen celkern door hemoglobine (plaats)

-              rbc zijn rood voor het voeren van zuurstof en afvoer koolstofdioxide

-              antistoffen zijn er om ziektes te bestrijden

-              wbc maken antistoffen

-              voor een bloedtransfusie moet je op bloedgroep/ bloedfactor en antigeen letten

wanneer bloedgroep A in contact komt met antistof A gaan ze samenklonteren ( antistof A gaat bloedgroep A aanvallen).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.