Bloedsomloop

Werkend bloed
Jouw lichaam bevat zo’n 4,5 liter bloed.
Het werk van het bloed is om zuurstoffen/voedingstoffen naar de cellen.
te brengen en afval stoffen te verwijderen.
Als je bloed lang laat staan ontstaat er bloedplasma=> een gele vloeistof die boven drijft=>daarin zitten opgeloste voeding stoffen en afvalstoffen.
In bloed zitten Rode bloedcellen die zuurstof vervoeren.
In rode bloedcellen zit een molecuul,Hemoglobine,dat zuurstof bindt.
Je hebt ook Witte bloedcellen hun taak is om ziektemakers te verwijderen.

Bloedplaatjes zorgen voor bloedstolling

Zuurstof ophalen
Zuurstofarm bloed word door de rechter kamer naar de longen gepompt.
Hier wordt koolstofdioxide/zuurstof uitgewisseld.
Het zuurstofrijke bloed gaat vervolgens terug naar het hart,naar de linker boezem,dit noem je kleine bloedsomloop
De functie van hem is om zuurstof in de longen op te halen en afvalstof koolstofdioxide af te geven.

Zuurstof afgeven
Vanuit de linker boezem,wordt het bloed naar de linker kamer vervoerd,waarna het bloed naar de rest van je organen gaat.
Dit noem je grote bloedsomloop.
Als het bloed naar de organen gaat geeft het voedingsstoffen/zuurstof aan de cellen af.
Door verlies van zuurstof wordt de kleur van het bloed donkerrood.
Andersom komen vanuit de cellen afvalstoffen/koolstofdioxide in het bloed.
Daarna brengt de grote bloedsomloop het bloed naar de rechter boezem.
Het bloed is klaar om weer naar de longen te gaan en daar weer zuurstof op te halen.

De 2e ronde begint.
Op deze manier pompt je hart 70 keer per min rond,en dit kan oplopen tot 180 tot 200 bv bij het sporten.

Slagaders en Haarvaten
Bloed reist in haarvaten door je lichaam.
Vanuit het hart wordt bloed in de slagaders gepompt.
Slagaders voeren het bloed weg.
De grootste slagader is de lichaamsslagader, genaamd aorta.
Deze begint bij de linker kamer en loopt langs de ruggengraat naar beneden.
De ander slagaders zijn genoemd naar de organen waar ze langs gaan.
De nierslagader brengt bv bloed naar je nier.
Je hart pompt met veel kracht bloed in de slagaders.
Daarom hebben slagaders dikken wanden.
Elke keer als het hart bloed pompt, rekken de wanden iets uit.
Je kunt dit goed voelen bij je pols en hals.
Daar liggen slagaders vlak onder je huid.
In je organen vertakken de slagaders zich.

Ze worden steeds dunner.
Uiteindelijk gaan ze over in de allerkleinste bloedvaten,de haarvaten.
De haarvaten hebben een diameter van 0,005 mm.
Vrijwel elke cel komt in aanraking met een haarvat.
In de haarvaten worden zuurstof/voedingsstoffen afgegeven aan het weefsel.
Afvalstoffen/koolstofdioxide leggen een andere weg af.

Aders
Na de haarvaten worden de bloedvaten weer groter.
Dit noemen de aders.
Aders worden genoemd naar het orgaan waar het bloed vandaan komt.
Alle aders komen samen in de holle aders.
Het bloed stroomt via deze 2 grote aders in de rechterboezem van het hart.
Het bloed in de aders wordt niet door het hart voortgestuwd.
Het stroomt dan ook heel langzaam.
Bij het terugstromen helpen je spieren mee.
Als je je spieren aanspant word het bloed verder geduwd.
Aders hebben kleppen zodat bloed niet de verkeerde kant opgaat.

De kleppen houden het bloed tegen.
De wand van de aders zijn dunner dan de wand van de slagaders.
Er staat niet zoveel druk op de wanden.
Vaak kun je ze zien lopen op je pols bijvoorbeeld.

Een speciale ader
Als het bloed door het lichaam reist, gaat het niet naar organen in een volgorde.
Het gaat rechtstreeks naar een orgaan toe.
In dat orgaan vertakken de slagaders steeds verder zodat zuurstof/voedingsstoffen afgeven kunnen worden.
Daarna verzamelt het bloed zich om terug naar het hart te gaan.
Vanuit de darmen stroomt het bloed niet naar het hart, maar 1e naar de lever.
De ader tussen de darmen/lever heet poortader.
Lever verwerkt veel voedingsstoffen.
In de darmen worden voedingsstoffen uit het voedsel opgenomen,daarna kan de lever het opslaan of gebruiken