2.1
Alle producten die je eet of drinkt noem je voedingsproducten
Plantaardige voedlingsmiddelen zijn afkomstig van planten of gemaakt door planten
Dierlijke voedingsmiddelen zijn voedingsmiddelen die afkomstig zijn van dieren eieren en melk zijn ook producten van dieren Producten van melk worden zuivelproducten genoemd
Functies van voedingstoffen
Brandstof
Levert energie
Is nodig voor verbranding en goede lichaamstemperatuur
Bouwstof
Nodig voor Groei ontwikkeling en herstel van het lichaam
Reserve stoffen
Niet direct nodig als Brand of Bouw stof dus word opgeslagen onder de huis [vet]
Beschermende stoffen
Zorgen er voor dat je niet ziek word
6 Voedingsstoffen
Eiwitten
Belangrijke bouwstoffen
Belangrijk voor de vorming van Cytoplasma
Voor de opbouw van spieren heb je eiwitten nodig
Te veel eiwitten in je voeding word gebruikt als brandstof of word omgezet in vet [reserve stof]
Koolhydraten
Behoren onder Suiker zetmeel en glycogeen
Brandstof en bouwstof
Te veel koolhydraten worden omgezet in vet as reserve stoffen
Vetten
Dienen vooral als brandstof
En worden onder de huid opgeslagen
Hoe meer vet hoe dikker de onderhuidse laag
Water
Lichaam bestaat voor 60% uit water
Belangrijke bouwstof
Goed voor het vervoer van stoffen in je lichaam
Mineralen
Word ook zouten genoemd
Calcium Natrium magnesium en ijzer
Vitaminen
A.B.C.D.K
A nodig voor de opbouw van je huis en om goed te kunnen zien
D is voor het vastleggen van kalk voor in je botten
Voedingsvezel
Niet te verteren
Goed voor een goede darmwerking
2.2 Het verteringssteltsel
Het verteringssteltsel bestaat voor het grootste gedeelte uit een lang kanaal van de mond tot de anus het darmkanaal
Het verteringssteltsel is het steltsel van alle organen die nodig zijn om van voedingsmiddelen voedignsstoffen te maken
Bij vertering worden de grotere voedings stoffen afgebroken in kleinere verteringsproducten
Voedsel in kleine stukjes door kauwen
Voedingsstoffen omzetten met behulp van verteringssappen
Snijtanden en Hoekentanden
Kleine stukjes afsnijden
Kiezen
Eten word fijngemalen
Mechanische vertering
Het voedsel in kleine stukjes doen door de tanden en kiezen
Verteringssappen
Speeksel en Maagsap
De sappen worden gemaakt in de verteringsklieren
De speekselklieren
De maagsapklieren
De lever
De alvleesklier
De darmsapklieren
De vertering van voedsel door verteringssappen word chemische vertering genoemd
Veel van die sappen bevatten enzymen dat zijn stoffen die de scheikundige reactie sneller laten gebeuren en dan zit in je speeksel
Darmperistaltiek
In de wand van het gehele darm kanaal zitten kring,-en lengte spieren doordat deze spieren afwisselend samentrekken en ontspannen word het voedsel door de darm voortgeduwd we noemen deze beweging peristaltische bewegingen
2.3 De organen voor beweging
Speeksel bestaat uit water slijm en een enzym het word in de mond in het speekselklier geproduceerd het verhoogt de glijbaarheid van het voedsel en maakt het inslikken gemakkelijker
Door de tong word het voedsel in de slokdarm geduwd de huig dekt de opening van de luchtpijp af zo kan er alleen maar eten in de slokdarm
De peristaltische bewegingen zitten ook in je maag en daarom beweegt je maag ook altijd
In de maag zitten ook maagsapklieren en die produceren maagsap dat gemaakt is van water zoutzuur en een enzym het zoutzuur dood bacterien en de eznymen de eiwitten
Aan het einde van de maag zit het maagportier dat beetje bij beetje voedsel door laat naar de 12 vingerige darm. Hierdoor heeft de maag een kleine functie als tijdelijke opslag
In 12-vingerige darm monden uit:
- Afvoerbuis van de lever (maakt gal) en galblaas (opslagplaats gal). Gal emulgeert vetten = maakt van grote vetdruppels kleinere vetdruppels (let op: niet verteren dus)
- Afvoerbuis van de alvleesklier: maakt alvleessap (bevat enzymen voor vertering eiwitten, koolhydraten en vetten)
Dunne darm:
- Heeft darmsapklieren > enzymen voor vertering eiwitten en koolhydraten
- Opnamen van voedingsstoffen/verteringsproducten in het bloed
- Wand is opgebouwd uit darmplooien, die weer darmvlokken (uitstulpingen) bevatten. Darmvlok heeft bloedvaten, waardoor voedingsstoffen opgenomen worden uit de voedselbrij in het bloed
- Door vlokken/plooien > oppervlaktevergroting
Blinde darm > ligt vlak onder plek waar dunne darm over gaat in dikke darm > uitstulping aan de onderkant = wormvormig aanhangsel = appendix (bij blindedarmontsteking is dit gedeelte ontstoken)
Dikke darm:
- Water opnemen uit voedsel (bij diarree ontregelt)
- Bevat bacteriën > deze hebben enzym cellulase om celwanden af te breken van plantaardige resten
Endeldarm:
- Opslagplaats van onverteerde voedselresten
- Via de anus (een kringspier) verlaten resten (= ontlasting) het lichaam
Coeliakie: is als je geen gluten kunt verdragen. Gluten is een eiwit wat voorkomt in granen.
2.4 Gezonde voeding
Basis gezonde voeding is variatie
Voedselvergiftiging = infectie die optreedt door het eten van voedsel dat is besmet met chemische stoffen of ziekteverwekkende bacteriën
Schijf van 5:
1
Groente en fruit
Vitamine C en voedingsvezels
2
Brood, aardappelen, rijst en pasta
Zetmeel (koolhydraat), plantaardige eiwitten, vitamines, mineralen en voedingsvezels
3
Zuivel, ei, vlees en vis
Eiwitten, vitamines en mineralen
4
Boter en olie
Vetten en vitamines
5
Vocht
Water
Energie:
Eenheid energie is de calorie (cal) ; 1 kcal = 1000 calorieën
Energiebehoefte per dag hangt af van:
- Geslacht (jongens hebben meer nodig)
- Leeftijd
- Lichaamsgrootte
- Lichamelijke inspanning
Teveel energie inname > opslag als reservestoffen (vet)
BMI = Body Mass Index
Bmi: gewicht gedeeld door lengte x lengte
BMI: gewicht
________
Lengte X lengte
Afvallen en aankomen
Als je wilt afvallen
Eet normale hoeveelheden en beweeg meer
Eet alleen de aanbevolen hoeveelheden en eet meer brook en fruit en minder vlees en kaas
Aankomen
Eet op vaste tijden en eet minimaal 3x per dag
Beweeg voldoende en eet producten met extra eiwitten voor spiergroei
Eetstoornissen
Verschillende eetstoornissen
Anorexia Nervosa
Is niet te dik maar voelt wel zo
Tegen haar honger in
Extreme angst om aan te komen
6% kans op overlijden
Boulimia nevosa
Is bang om dik te worden
Eet te weining
Regelmatig eetbuien
Braakt het uit of gebruikt laxeer middelen
4% kans op overlijden
Eetbuistoornis
Heeft enorme eetbuiten maar braakt niet en gebruikt geen laxeer middelen
Aanleiding tot obesitas
Hoe kan het gebeuren
Beinvloeding van cutuur of media
Nare gebeurtenissen in je leven
Gevoel van cotrole willen hebben
Faalangst of perfectionisme
Ontevreden over je uiterlijk of slecht zelf beeld
2.5 Voedselbederf
Voedselvergiftiging: als je bedorven voedsel hebt gegeten.
Voedsel bederft door bacteriën en schimmels, die kunnen goed leven op groente, vlees, fruit en ander voedsel.
Salmonellabacterie: kunnen voorkomen in rauwe dierlijke voedsel. Een besmetting geeft klachten als diarree, buikpijn of koorts.
Conserveren: voedsel behandelen zodat het minder snel bederft.
Conserveren kan door: invriezen, pasteuriseren, steriliseren en drogen.
Invriezen: de temperatuur van het voedsel snel verlagen naar –20C
Pasteuriseren: door melk in korte tijd te verhitten tot 72C
Steriliseren: voedsel verhitten tot 130 – 140C
Vacuüm verpakken: luchtdicht verpakken. Bacterien kunnen zich niet voortplanten omdat er geen zuurstof is.
Gasverpakken: in de plastic verpakking zit geen lucht maar een mengel van gassen, Hierdoor blijven groenten en vlees langer houdbaar.
Drogen: water aan het voedingsmiddel onttrekken.
Conserveermiddelen toevoegen: zoals zout, suiker, zuur.
Doorstralen: voeding doorstralen met radioactieve stralen.
Additieven: zijn stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijker te maken.
Kleurstoffen: worden gebruikt om een voedingsmiddelen er mooier uit te laten zien.
Geur-en smaakstoffen:
Kleur, geur- en smaakstoffen kunnen natuurlijke additieven zijn maar ook kunstmatig. Kunstmatige additieven worden in een fabriek gemaakt.
2.6 Voeding en vertering bij zoogdieren
Zoogdieren die alleen maar planten eten noem je planteneters herbivoren
Zoogdieren die alleen vlees eten noem je vleeseters carnivoren
Zoogdieren die allebei eten zijn alleseters omnivoren
Herbivoren
Hebben een lang darm kanaal
Nodig om de cel wanden van de plantcellen te verteren
Plooikiezen
Harde richels van glazuur
Loodrecht op de kauwrichting
Vaak ontbreken er hoektanden
Carnivoren
Kort darmkanaal
Slank lichaam door klein darmkanaal
Kniepkiezen
Scherpe kniezen waar mee het voedsel in stukken word geknipt en makkelijk door geslikt kan worden
Boven kaak breder dan de onderkaak zodat de kiezen langs elkaar snijden [zoals een schaar]
Hoektanden
Scherp en groot
Kan een dier doden of stukken afbijten
Ook voor verdediging
Omnivoren
Darmkanaal in verhouding met de lengte van het lichaam
Knobbelkiezen
Het voedsel word daarmee gemalen
Meestal wel hoektanden
Ook bedoelt om een prooi te doden
Mensen vallen ook onder omnivoren
Doordat we het voedsel koken kunnen wij toch een deel van het plantaardige deel eten
REACTIES
1 seconde geleden