Thema 4

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas vwo | 1892 woorden
  • 21 april 2021
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
12 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

-*Samenvatting Biologie:

Zoogdieren hebben een inwendig skelet met een wervelkolom.

Het skelet (geraamte) van een mens bestaat uit ongeveer 200 botten/beenderen.=beenderstelsel.

Lichaam van de mensen is verdeeld in :Hoofd, Romp en Ledematen:(armen en benen)

Schedel=botten in het hoofd(bovenkaak en onderkaak)

Wervelkolom=ruggengraat bestaat (halswervels, borstwervels en lendenwervels)

Borstkas=(borstwervels,ribben en borstbeen)

Schoudergordel= (schouderbladen en sleutelbeenderen)

Bekken=heupbeenderen en het heiligbeen

Arm=opperarmbeen, ellepijp,spaakbeen en botten van de hand

Been=dijbeen,scheenbeen,kuitbeen en de botten van de voet

Ellepijp zit bij pink

Functies skelet:

  1. Stevigheid
  2. Beweging mogelijk maken
  3. Bescherming
  4. Vorm geven aan het lichaam

Aan veel botten zitten uitsteeksels waardoor er spieren aan vast kunnen zitten.

De ribben zitten vast aan het borstbeen en borstwervels.

De bouw van de botten Hoofdstuk 2:

In je neus en in je oren zit buigzaam kraakbeen.De meeste botten zijn hard en stevig en buigen niet maar kunnen wel breken.

In pijpbeenderen zoals het dijbeen bevindt zich een mergholte; hier slaat het lichaam vet in op. omdat het geel is ,noem je dit geel beenmerg.

In de koppen van een pijpbeen zit geen mergholte, het is sponsachtig

Tussen de botweefsels bevinden zich kleine holten, daar zit rood beenmerg ; hierin worden nieuwe bloedcellen gevormd. dit zit ook in platte beenderen zoals het heupbeen en het schouderblad.

Botten bestaan vooral uit kalkzouten en collageen. De kalkzouten geven stevigheid en collageen zorgt ervoor dat de botten een beetje buigzaam blijven. Kalkzout en collageen zorgen voor stevigheid en dat ze niet makkelijk buigen of breken.

.

Twee typen weefsel

Kraakbeenweefsel en botweefsel. Tussen de cellen zit bij beide tussencelstof

Hoe komt het dat kraakbeen buigzaam is?

De cellen liggen in groepjes bij elkaar in elastische tussencelstof

Waar zit kraakbeen?

Oorschelp, neus, ribben en borstbeen, ook tussen de wervels zit kraakbeen

Bij botweefsel liggen de cellen in kringen rondom kleine kanaaltjes.Door die kanaaltjes lopen bloedvaten. De botcellen zit met elkaar verbonden met uitlopers. De tussencelstof van bot bestaat uit collageen en kalkzouten en dus hard en niet buigzaam.

Tijdens de groei verandert het meeste kraakbeen in bot.

Geef hier een voorbeeld van

Bij kinderen zit er veel collageen in de botten(tussencelstof), hoe ouder je wordt neemt het collageen af en het kalkzout toe.Hierdoor breken botten gemakkelijker bij oude mensen.

De schedelbeenderen van een baby zitten nog niet aan elkaar vast.

Fontanellen: Ruimten tussen de botten van de schedel van een baby die gevuld zijn met bindweefsel

Na 1,5 jaar zijn de fontanellen dichtgegroeid en is alleen nog een naad te zien.

Hoofdstuk 3 Beenverbindingen: blz 2

Botten kunnen op vier manieren met elkaar verbonden zijn:

  1. Vergroeid
  2. Met een naad
  3. Met kraakbeen
  4. Met een gewricht

Sommige verbindingen zijn beweegbaar en andere niet.

Verbindingen zonder beweging:

Het heiligbeen bestaat uit wervels die met elkaar vergroeid zijn. Ook het staartbeen heeft dat.

De botten van  de schedel zitten aan elkaar met een naad. tussen vergroeide botten en botten met een naad is geen beweging mogelijk.

Verbindingen met beweging:

Sommige botten zijn door kraakbeen met elkaar verbonden, bijvoorbeeld de ribben ebn het borstbeen. Tussen de ribben en de wervels zit een gewricht. Door het kraakbeen en de gewrichten kan de borstkas groter en kleiner worden.

De bouw van een gewricht:

Het heiligbeen en het staartbeen bestaan uit wervels die met elkaar vergroeid zijn. De botten van het schedel zitten aan elkaar vast met een naad. Tussen botten die vergroeid en vast zitten met naden is er geen beweging mogelijk. 

sommige botten zijn door kraakbeen verbonden, bijvoorbeeld de ribben en het borstbeen. Door het kraakbeen kan je borstkas groter en kleiner worden als je ademhaalt. Een gewricht is een verbinding tussen twee botten. Het ene bot heeft een gewrichtskogel het andere bot een gewrichtskom. De gewrichtskogel kan bewegen in de gewrichtskom. Op de kogel en in de kom van een gewricht zit een laagje kraakbeen. Het kraakbeen zorgt ervoor dat de botten soepel kunnen bewegen en gaat slijtage tegen.

De twee botten van een gewricht zitten vast met het gewrichtskapsel. Het gewrichtskapsel houdt de botten op hun plaats. Bij sommige gewrichten zitten er ook stevige kapsel banden om het gewricht heen. zoals bij het heup gewricht. De kapselbanden helpen om de botten op hun plaats te houden. de binnenkant geeft het gewrichtssmeer af. Een stroperige vloeistof 

die werkt als een soort smeervet. Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen.

drie typen gewrichten

De bouw van een gewricht heeft te maken met de manier waarop de botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen Drie typen gewrichten zijn het kogelgewricht, het rolgewricht en het scharniergewricht .

In de schouder zit het kogelgewricht. Bij een kogelgewricht draait de gewrichtskogel van het ene bot in de gewrichtskom van het andere bot. daardoor is beweging in verschillende richtingen mogelijk

In je elleboog zit een rolgewricht. bij een rolgewricht draait het ene bot in de lengteas om het andere bot. hierdoor kun je je hand draaien

Tussen de vingerkootjes zit een scharniergewricht. daarbij beweegt het ene bot als een scharnier om het andere bot. je kunt de beweging heen en terug maken.

Spieren 

Aan botten zitten spieren vast. Door die spieren kan je lichaam bewegen rechtop staan en bewegen. Alle skeletspieren vormen samen het spierstelsel. Een spier is omgeven door bindweefsel: de spierschede. Aan beide kanten van de spier loopt de spierschede uit in een pees. Pezen verbinden spieren met botten. De plaats waar de spier aan het bot vastzit noemen we aanhechtingsplaatsen. De uitsteeksels van de botten dienen als aanhechtingsplaatsen voor spieren. 

Een skeletspier bestaat uit enkele spieren die elk worden omgeven door een laag bindweefsel. Elke spierbundel bestaat uit een aantal spiervezels.

De wervelkolom

De wervelkolom is opgebouwd uit ruim 30 wervels, waarvan er 24 kunnen bewegen ten opzichte van elkaar. De vorm van de wervelkolom lijkt op tweemaal de letter S boven elkaar. Deze vorm heet daarom een dubbele-S-vorm. De rugspieren die aan de wervels zijn bevestigd, houden deze vorm in stand.

De wervels zijn verbonden door kraakbeen. De schijfjes kraakbeen tussen de wervels heten tussenwervelschijven (zie afbeelding 3). De tussenwervelschijven werken als een soort schokbrekers en maken het buigen van de wervelkolom mogelijk. Een tussenwervelschijf bestaat uit een geleiachtige kern die is omgeven door kraakbeen. Vooral de geleiachtige kern geeft een tussenwervelschijf zijn veerkracht.

De manier waarop je staat en zit, is je lichaamshouding. Bij een goede lichaamshouding is

je rug recht. Je wervelkolom heeft dan een dubbele-S-vorm. De lichaamshouding ontstaat als iemand nog jong is. Later kun je je lichaamshouding niet gemakkelijk meer veranderen. Met een goede lichaamshouding kun je beter bewegen. Een goede houding voorkomt dat de rugspieren en de tussenwervelschijven ongelijk worden belast, waardoor rugklachten kunnen ontstaan. Een goede lichaamshouding kan je bovendien meer zelfvertrouwen geven.

Door een verkeerde lichaamshouding kun je pijn krijgen, bijvoorbeeld in je rug of je schouders. Als je aan een tafel werkt, is ook de houding van je armen en benen belangrijk. In afbeelding 4 zie je een goede zithouding. De armen en benen maken een rechte hoek.

De manier waarop je staat en zit, is je lichaamshouding. Bij een goede lichaamshouding is

je rug recht. Je wervelkolom heeft dan een dubbele-S-vorm. De lichaamshouding ontstaat als iemand nog jong is. Later kun je je lichaamshouding niet gemakkelijk meer veranderen. Met een goede lichaamshouding kun je beter bewegen. Een goede houding voorkomt dat de rugspieren en de tussenwervelschijven ongelijk worden belast, waardoor rugklachten kunnen ontstaan. Een goede lichaamshouding kan je bovendien meer zelfvertrouwen geven

Door een verkeerde lichaamshouding kun je pijn krijgen, bijvoorbeeld in je rug of je schouders. Als je aan een tafel werkt, is ook de houding van je armen en benen belangrijk. In afbeelding 4 zie je een goede zithouding. De armen en benen maken een rechte hoek.

Gezond bewegen:

Wat gebeurd er met je spieren als je traint:

Ze worden dikker en sterker

Lichaamsbeweging:

Leg uit waarom lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid?

Het is goed voor je spieren, geeft ontspanning, je conditie verbetert waardoor je sneller, gemakkelijker of langer kan bewegen.

Goede motorische ontwikkeling

Coördinatie verbetert(verschillende spieren in het lichaam werken goed samen).

Motorisch geheugen(de plek waar je hersenenen waar bewegingen worden opgeslagen zodat je ze kunt herinneren.(hierdoor heb je de juiste coördinatie van een beweging).

Wat is een geautomatiseerde beweging? Noem er twee.

Beweging die je kunt uitvoeren zonder erbij na te denken.

Wanneer ontstaat spierpijn?

Spierpijn ontstaat vaak na een beweging die je niet gewend bent.> Door de ongewone belasting ontstaat een kleine beschadiging in de spieren. Bij vaker trainer verminderd de kans op spierpijn.

Hoe voorkom je blessures?

Een goede warming up  en rekoefeningen en cooling down voorkomt blessures.

Blessure= beschadiging van een spier, bot of gewricht.

Bij de cooling down stroomt het bloed sneller door je spieren ,waardoor de afvalstoffen worden afgevoerd.

RSi  ontstaat Als je langdurig dezelfde beweging of houding hebt.

Hoe kun je RSI voorkomen?

Regelmatig bewegen, in een goede houding zitten, bepaalde oefeningen doen.

Vorm en functie van botten

De vorm van botten heeft te maken met de functie.

De verschillen in bouw van het skelet van zoogdieren hebben te maken met de leefwijze. Bijvoorbeeld een dolfijn is gestroomlijnd.Hierdoor kan het zich snel voortbewegen door het water.

Andere dieren hebben aanpassingen aan hun skelet.

Bij zoogdieren past de vorm van de poten bij de manier waarop het dier leeft.

Verschillen ; Zoolgangers=mensen en beren

Topganger= paard

Teenganger= kat

De vorm van je voet is gewelfd(gebogen) waardoor het gewicht beter te dragen is.

Blessures:

Spierpijn krijg je als je een sport doet die je niet gewend bent..Spierpijn gaat over, de spier is niet beschadigd.

Door een plotselinge beweging of te sterke inspanning kun je een spierscheuring

 krijgen. Dan is de spier wel beschadigd.

Scheuring in de kuitspier=zweepslag. Het geneest door rust of een drukverband in ernstige gevallen.

Botbreuken

Blessure aan botten, gewrichten en pezen. Wielrenners vaak botbreuk in sleutelbeen door vallen

Voetballers door te ruw spel breuken in scheenbeen en kuitbeen.

Botbreuk = naar het ziekenhuis voor o.a rontgenfoto.

Door gips worden de botten in de goede stand gehouden,of het bot zetten, schroeven of een plaat worden de botten weer aan elkaar gezet.

Voetbalknie:

gescheurde meniscus=onderbeen blijft staan en het lichaam draait=scheur in de meniscus(twee schijfjes kraakbeen)> Vaak rust nodig maar soms ook een operatie. 

Er ontstaat een zwelling of de knie is op slot.

Kneuzing;

Een kneuzing is een beschadiging van weefsel zonder dat er iets is gebroken.Een kneuzing ontstaat door een duw, val of trap,stomp.

Inwendige bloeding ontstaat en ziet eruit als een blauwe plek.

Koelen helpt en rust.

Verzwikking:

Een kneuzing van een gewricht.

Ontwrichten:

De gewrichtskogel schiet uit de gewrichtskom. Genezen door de arts die de gewrichtskogel van het opperarmbeen weer op de plaats brengt in de kom van de ellepijp.

Ontsteking:

Ontstaat op de aanhechtingsplaatsen van spieren.Ontstaat door overbelasting van de spieren. Rustig aan maar wel blijven bewegen. Zo geneest het.

Een tenniselleboog kan ontstaan door steeds dezelfde beweging te maken.

Oorzaken van sportblessures;

  1. Ruwheid en overtreding van de spelregels
  2. Niet getraind zijn, onvoldoende techniek
  3. Gebrek aan conditie
  4. Slechte sportuitrusting
  5. Te snel weer beginnen met sporten na een blessure
  6. Overbelasting van spieren en oververmoeidheid
  7. Onvoldoende warming up en of cooling down
  8. Slechte weersomstandigheden

Noem drie sportblessures en wat ze zijn en hoe ze genezen?

REACTIES

Lina

Lina

mooie samenvatting, maar bij basisstof 5 staat twee keer hetzelfde

4 maanden geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.