Hoofdstuk 1

Beoordeling 8.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas vwo | 726 woorden
  • 9 december 2020
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 8.2
18 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Biologie samenvatting
Paragraaf 1
Je kunt uitleggen wat een organisme is
Een organisme is een levend wezen. Een levend wezen heeft de zeven levenskenmerken.
• Levenskenmerken die te maken hebben met stoffen opnemen en afgeven: ademhalen, voeden en uitscheiden.
• Levenskenmerken die te maken hebben met reageren op de omgeving: waarnemen en bewegen
• Levenskenmerken die te maken hdbben met voortbestaan: groeien en voortplanten
Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is
• Iets is levend als het alle zeven de levenskenmerken heeft
• Iets is dood als het geen levenskenmerken heeft maar wel gehad
• Iets is levenloos als het nooit alle zeven kenmerken heeft gehad
Paragraaf 2
Je kunt omschrijven wat groei en ontwikkelen is
Groei is het groter en zwaarder worden van een organisme
Ontwikkeling is verandering in het lichaam
Je kunt onderdelen van een zaad benoemen met hun functie
• Zaadhuid: beschermt de zaad
• Navel: hiermee dat de zaad vast aan de vrucht
• Poortje: hierdoor neemt het zaad water op
• Kiem: het begin van een nieuwe plant
• Zaadlobben: hier is reserve voedsel opgeslagen
Je kunt de levenscyclus van een zaadplant beschrijven
1) Een tomatenpitje is een zaad
2) Het zaadje neemt water op via het poortje
3) Het worteltje komt naar buiten
4) Het worteltje groeit de grond in en de zaadlobben komen boven de grond
5) Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben
6) Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren. De zaadlobben verdwijnen
7) Er is een volwassen tomatenplant ontstaan
8) Uit de tomatenplant ontstaan bloemen uit de bloemen ontstaan tomaten
9) De zaden zijn pitjes van de tomaat
Paragraaf 3
Je kunt omschrijven wat metamorfose is
Metamorfose (gedaantewisseling) komt bij dieren voor de lichaamsbouw en levenswijze veranderen dan als het dier volwassen wordt. Een jong dier (voor de metamorfose) wordt larve genoemd.
Je kunt de levenswijze van een koolwitje en van een kikker beschrijven
Koolwitje
De levenscyclus van een koolwitje heeft vier stadiums ei, larve, pop, imago
Rups (larve): eet veel, vervelt enkele keren, groeit snel na een vervelling
Pop: het dier zit in een cocon, eet niet en beweegt meestal ook niet
Imago: volwassen vlinder
Wat krijgt een vlinder na de metamorfose? Vleugels, grote ogen, roltong en voelsprieten
Kikker
De levenscyclus van een kikker heeft drie stadia ei, kikkervisje, kikker
Ei: kikkerdril, een kluit kikkereieren in de sloot
Kikkervisje: haalt adem met de kieuwen en de huid eet algen
Kikker: leeft in het water en op het land, haalt adem met longe n en de huid. Eet ook alg
Wat krijgt een kikker met de metamorfose? Staart en kieuwen verdwijnen, poten en longen ontstaan
Paragraaf 4
Je kunt de type ontwikkeling bij mensen beschrijven
Lichamelijke ontwikkeling: veranderingen in het lichaam
Geestelijke ontwikkeling: veranderingen van verstand, gevoelsleven en persoonlijkheid
Motorische verandering: leren van bewegingen
Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de leeftijden en kenmerken
Een levensfase duurt niet bij ieder mens even lang!
Baby 0 tot 1,5
Is afhankelijk van andere mensen

Peuter 1,5 tot 4
Leert o.a. praten
Kleuter 4 tot 6
Leert o.a. fietsen, tekenen en samen spelen
Schoolkind 6 tot 12
Geestelijke ontwikkeling: bijvoorbeeld lezen en schrijven
Puber 12 tot 16
Groeispurt, lichamelijke en geestelijke ontwikkeling, voortplantingsorganen beginnen te functioneren. Gevoelens veranderen, humeur kan sterk wisselen.
Adolescent 16 tot 21
Een adolescent leert zelfstandig te worden
Volwassene 21 tot 65
Bejaarde vanaf 65
Veel bejaarde hebben hulp nodig
Paragraaf 5
Je kunt uitleggen dat door fotosynthese voedsel bestaat voor dieren en mensen
Mensen en dieren hebben zuurstof nodig om te leven een plant maakt dat zelf. Planten leveren zuurstof en voedsel af aan mensen en dieren
Uit glucose maakt een plant allerlei andere energierijke stoffen hierdoor kan een plant groeien en ontwikkelen. Mensen en dieren eten planten als voedsel
Je kunt de fotosynthese beschrijven
Fotosynthese: een plant maakt glucose met behulp van energie uit zonlicht
Water+ koolstofdioxide+ licht= glucose+ zuurstof Dit proces heet fotosynthese
Fotosynthese vindt plaats in alle groene delen van een plant
Je kunt uitleggen dat veel brandstoffen zijn ontstaan door fotosynthese
fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en steenkool
miljoenen jaren geleden ontstaan uit resten van organismen

paragraaf 6
je kunt aanpassingen bij planten beschrijven
• Aanpassingen aan waterplanten
De stengels zijn slap. De stengels kunnen luchtkanalen bevatten
• Aanpassingen bij landplanten
In een vochtige omgeving: grote dunne bladeren, in een droge omgeving kleine dikke bladeren
• Aanpassingen bij verdedigingen
Stekels
Brandharen
Gif
Je kunt aanpassingen bij dieren beschrijven
Bij vissen zijn de schubben van de huid bedekt met een laag slijm dat heet gestroomlijnd
Kegelsnavel voor zaden
Pincetsnavel voor insecten
Haaksnavel voor prooi kapot te scheuren
Priemsnavel voor bodemdiertjes
Zeefsnavel voor plankton
Zoolgangers lopen op de hele voetzool
Teengangers lopen op hun tenen
Topgangers lopen op de toppen van hun tenen
Verdediging dieren
Stekels
Schutkleur
Gevaarlijk lijken
Gif
Schild of pantser
Veel succes met leren voor de toets!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.