Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Hoofdstuk 7, Het zonnestelsel

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 580 woorden
  • 17 september 2003
  • 50 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
50 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
5 belangrijke vragen die je jezelf moet stellen als studiezoeker

Met keuze uit ruim 1.600 hbo- en wo-bachelors in Nederland is het best lastig om een studie te kiezen. Hoe begin je met zoeken, en hoe kom je dichterbij de studie die bij je past? Om je daarbij te helpen, hebben we vijf belangrijke vragen op een rijtje gezet die je jezelf moet stellen tijdens je studiezoektocht.

Naar de pagina
Hoofdstuk 7 Het zonnestelsel - SOLAR §7.1 - Dagen, maanden, jaren De aarde draait in 24 uur om haar as. De maan draait in 29.5 dag om de aarde en samen draaien ze in een jaar rondom de zon. Uit nauwkeurige waarnemingen aan de bewegingen van zon, maan en sterren aan de hemel kan een model worden opgesteld dat deze bewegingen verklaart. Als waarnemingen niet met dit model te verklaren zijn moet het model worden veranderd of uitgebreid. Onze tijdrekening en kalender zijn gebaseerd op de bewegingen van de zon en de maan aan de hemel. Door technische ontwikkelingen is de tijd op de hele wereld gestandaardiseerd in 24 tijdzones. De aardas wijst altijd in dezelfde richting (naar de poolster) terwijl de aarde om de zon draait. Omdat de aardas niet loodrecht staat op de baan van de aarde om de zon, komt de zon daardoor niet het hele jaar even hoog aan de hemel. Dat veroorzaakt de seizoenen. Onze hersenen bevatten een biologische klok die een natuurlijk dag-nacht-ritme regelt. Dit bioritme raakt ontregelt als mensen in de nachtdienst werken of naar andere tijdzones reizen. §7.2 - Aarde, zon en maan Eb en vloed ontstaan door de zwaartekracht van de maan op de aarde. Aan beide kanten van de aarde is hierdoor hoogwater. Zonsverduisteringen ontstaan als de maan precies tussen de zon en de aarde in staat. Een maansverduistering ontstaat als de aarde tussen de zon en de maan staat. De baan van de maan ligt niet in hetzelfde vlak als de baan van de aarde om de zon. Daarom is er niet elke maan een verduistering. Het zonnestelsel bestaat uit negen planeten die om de zon draaien. Om de meeste planeten draaien manen. De planeten verschillen onderling sterk van elkaar in: - grootte, - samenstelling, - temperatuur - omlooptijd om de zon. De kennis die we hebben over het zonnestelsel komt behalve van waarnemingen ook van ruimtevaartuigen die naar verschillende planeten zijn gestuurd.
§7.3 - Het zonnestelsel Sterren zijn enorme, zeer hete gasbollen die licht uitzenden, omdat in sterren waterstof fuseert tot helium. De zon is een ster. Andere sterren zijn vele lichtjaren van de aarde verwijderd. Elementen zwaarder dan waterstof ontstaan door middel van kernfusie in het midden van sterren. Hiervoor zijn een enorme hoge temperatuur en druk nodig. Sterrenstelsels zijn groepen van tientallen tot honderden miljarden sterren. Het zonnestelsel maakt deel uit van een melkwegstelsel Het is een afgeplatte schijf met 200 miljard sterren. Andere sterrenstelsels bevinden zich op vele miljoenen lichtjaren afstand. De hypothese is dat het heelal ongeveer 15 miljard jaar geledenn is ontstaan tijdens de oerknal (Big Bang). Sindsdien dijt het heelal zeer snel uit. Het zonnestelsel is waarschijnlijk ontstaan uit een gigantische oerwolk die door zijn eigen zwaartekracht is samengetrokken. Door de draaiing is de wolk afgeplat. §7.4 - Beter waarnemen Een telescoop vergroot het beeld en vangt veel meer licht op dan het oog. Door de waarneming te fotograferen wordt het beeld vastgelegd zodat verschillende waarnemingen met elkaar zijn te vergelijken. Met lange belichtingstijden wordt nog meer licht opgevangen waardoor meer sterren en gaswolken zichtbaar worden. Uit het lijnenspectrum van sterren licht zijn: - temperatuur - samenstelling - snelheid
te bepalen. Dit kan door de lijnen te identificeren. elke stof veroorzaakt een uniek lijnenpatroon die ook van de temperatuur afhangt. Uit de verschuiving van lijnen (Doppler-effect) is de snelheid van de ster te bepalen. Waarnemingen worden met een CCD-chip direct in de computer gezet. CCD’s zijn veel nauwkeuriger dan foto’s. Met computers kunnen waarnemingen veel sneller en nauwkeuriger worden bestudeerd.

REACTIES

A.

A.

topperrrrr!!!!!!!!!!!!

6 jaar geleden

B.

B.



@annie: hoezo ben jij zo raar ?

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.