Hoofdstuk 6 Overbevolking
Nu 6 miljard mensen. Ieder jaar komen er 90 miljoen bij.
2 soorten groei: lineaire: bepaalde grootheid groeit steeds met een vast bedrag
exponentiële: toename met vast percentage
Malthus: v.a. 1750 verdubbelt de Eng. bevolking iedere 25 jaar. Maar de voedselproductie niet; mensen blijven arm, zij minder kinderen door later trouwen/onthouding. Hij kreeg gelijk, in 1845 brak er in Ierland een hongersnood uit. En in Engeland was er rachitis: het kromgroeien van benen/armen door te weinig zonlicht. Malthus had alleen 2 dingen niet meegerekend: technologische ontwikkelingen en sociale factoren. Men verwacht dat de vraag naar voedsel in 2025 2x zoveel is als nu. Er zijn ongeveer 200 mensen ondervoed en er sterven 17 miljoen van de honger per jaar.
CBS: 17 miljoen in 2035. 1,7 per vrouw, +35000 immigranten, Ned. ouder. Verandert er één ding dan klopt de verwachting niet meer. Demografen weten ook niet hoeveel mensen er aan aids zullen sterven of nu nog onbekende ziektes. En hoe betrouwbaar zijn de bevolkingscijfers in 3e wereldlanden. In Groningen: O-Europa daalt. N-Amerika ¼ groeit. W-Europa stabiel. China 37% groei. Afrika? door aids.
1972: Club van Rome. Gebruikten variabelen: bevolkingsgroei/voedselproductie/industrialisatie/uitputting v. natuurlijke hulpbronnen/milieuvervuiling. Het rapport waarschuwde:
wanneer we zo doorgaan zijn de groeigrenzen in 100 jaar bereikt. Fossiele brandstoffen al eerder.
bijstellen stabiliteit iedere levensbehoefte bevredigd.
Aardolievoorraad afhankelijk v.d. prijs. M-Oosten het meest. Saoedie Arabië aan kop, dan Iran/Irak/Koeweit. Bij dezelfde productie nog 40 jr. Verder heb je zware aardolie die duurder is te exploiteren.
Zuinigere motoren (andere brandstoffen), op alcohol uit suikerriet. Het is ook schoner. Hergebruik van artikelen, grondstoffen.
1998: 10 miljard liter brandstof door 6 miljoen pers. auto's. Toekomst is OV. Maar slechte aansluitingen, lange wachttijden. Voordelen;
spaarzaam gebruik van ruimte en energie
relatief weinig vervuiling
veiligheid
Maar de aanleg van prachtige wegen bevordert dit niet. Mensen zijn verslaafd aan deze luxe.
1997: Wereldmilieuconferentie Kyoto: westen probeert ontwikkelingslanden over te halen sporen aan te leggen. Maar China/India: wat jullie hebben willen wij ook; eigen autoindustrie, in Korea ontwikkelde auto.
Fotosynthese: water uit de grond+koolstofdioxide uit de lucht. Daarna gaan zuurstof+glucose er weer uit.
Koolstofkringloop: koolstofatoom uit koolstofdioxidemolecuul molecuulglucose. Glucose moleculen grotere moleculen(zetmeelmoleculen=reservevoedsel, cellulosemoleculen=stevigheid).Het koolstofatoom is hier ingebouwd. Plant vergaat: zetmeelmoleculen afgebroken tot o.a. koolstofdixodemoleculen. Plant opgegeten: omgekeerde fotosynthese, ook daar komen koolstofdioxidemoleculen. Kring rond.
Zuurstofkringloop: elk zuurstofmolecuul heeft 2 zuurstofatomen. Zo'n atoom kan bij uitademen aan koolstofdioxidemolecuul vastzitten. Zuurstofatoom; fotosynthese in volgend zuurstofmolecuul, weer in de lucht.
Naast water/koolstofdioxide/licht ook mineralen.
Om te groeien hebben gewassen fosfor, kalium en stikstof nodig. En calcium, zwavel.
Sporenelementen: relatief weinig aanwezig bepaalt de groei; ijzer, zink, mangaan, magnesium.
Von Liebig grondlegger v/h gebruik van kunstmest. Geen gebrek aan fosfor, kalium, maar wel aan stikstofverbindingen. Iedereen wilde kunstmest. India, salpeter voor het einde vd 19e eeuw op, guano (Peru) ook in 10tallen jaren op.
1910: Oplossing Fritz Haber stikstof uit de lucht ammoniak nitraten. Dit proces kost veel energie. In bliksem: stikstof+zuurstof stikstofoxciden. Met regen als nitraat op aarde. Bodembacteriën: breken eiwitten af tot nitraten/stikstofverbindingen/stikstof weer in de lucht.
Niet planten zelf nemen stikstof op uit de lucht, bacterie soort Rhizobium doet dat. Ploeg je zulke planten onder stikstofverbindingen uit de dode plant groenbemesting, door groene planten neemt vruchtbaarheid toe.
Rond 1960: superrijst; einde honger? Alleen superoogst bij veel kunstmest veel water en goede irrigatie. En niet goed bestand tegen ziekten (veel bestrijdingsmiddelen). Voor arme boeren niet beschikbaar, anderen hadden overschotten door gebrek aan transportmogelijkheden (?). Groene revolutie: vergroten v.d. opbrengst aan landbouwproducten.
Kleine boeren moeten hun land aan de rijke verkopen en moeten voor hen gaan werken. Of ze gaan naar de stad (Afrika). India: zó erge afkeer van kunstmest. Gemanipuleerd nieuwe rijstrassen niet zonder kunstmest. Ze moeten het kopen, hoe hoog de prijs is, anders mislukt de oogst.
Ze proberen Rhizobium geschikt te maken voor rijst, zodat er geen kunstmest meer nodig is.
Duurzame ontwikkeling: vraag v.d tijd bevredigen zonder het voor de volgende generaties te verpesten.
Duurzaamheid= nieuw begrip. Vroeger voorzag het platteland zichzelf. Vee graasde, mest werd mineralen die opgenomen door gewassen en een deel = weer veevoer.
Later nam de duurzaamheid af door verstoringen, men trok naar de stad. Uiteindelijk kocht de boer kunstmest.
Wij importeren veel graan (voor vee) en groenten en fruit. Die biologische afval gaat niet terug, wij hier de afval.
Kringloop v. voedsel+ mest= verstoord. Geen duurzaamheid. Die geld ook voor grondstoffen.
Veel vee t.o.v. oppervlakte en bevolkingsaantal; mestoverschot; luchtvervuiling (stank, zure regen door ammoniak uitstoot). Boren moet het de grond inspuiten, de mest gaat zakken tot het drinkwaterpeil uitspoeling: overmatig veel algen, minder licht in het water minder waterplanten. Door rotting verdwijnt zuurstof vissen dood.
Waterleidingsbedrijven krijgen de nitraten maar moeilijk weg. Meer mest= niet meer oogst.
Niet verkopen? Koemest wel, varkensmest niet; 80% water, duur transport. Water eruit, korrels, maar duur t.o.v. kunstmest. Wij hebben teveel mest. Dumpen in zee, naar andere landen vervoeren kostenprobleem.
Boeren moeten kunnen laten zien wat erin en wat eruit gaat aan fos- en nitraten.
Oplossing: beperken v.d. bioindustrie. Niet makkelijk. Varkenspest hielp. Eerst konden door grote bedrijven goedkoop produceren. Nu producten duurder= slecht voor de export.
Bij boeren die veehouder+ landbouwer zijn hebben wel een sluitende kringloop van mineralen. Men onderzoekt nog hoe dat voor meer boeren kan. Aan de ene kant ecologisch; geen bestrijdingsmiddelen, kunstmest. Aan de andere kant wel geïntegreerd, met moderne technologie.
Maar niet alle grond is beschikbaar voor zware machines en een hoge waterstand.
Compost= natuurmest. Het laat langzaam mineralen vrij.
Bestrijdingsmiddelen zijn vaak slecht voor het milieu. Biologische bestrijding; sluipwespen.
REACTIES
1 seconde geleden