Hoofdstuk 2 Biosfeer in beweging
Expotiëntele groei = in een vaste periode neemt het aantal met een vaste groeifactor (x) toe
Lineaire groei = in een vaste periode neemt het aantal met een vaste hoeveelheid (+) toe
bovengrens en ondergrens prognose-interval
technische en sociale ontwikkelingen
Malthus: Brits econoom, voorspelde;
1798 grootschalige hongersnood (bev.gr. exp. en voedselprod. lineair)
Club v. Rome: 1972 groeiende wereldbevolking vereist steeds hogere voedselproductie
natuurlijke hulpbronnen (olie en gas) snel uitgeput
industrialisatie zorgt voor verdergaande luchtvervuiling
WNF: rijke landen moeten levensstandaard drastisch aanpassen, anders zijn de hulpbronnen over 150 jaar uitgeput
Hiërarchisch scenario: overheid grote invloed op gedrag burgers, vaste
(RIVM) economische groei
Egalitair scenario: algemene zorg voor natuur en milieu, economie van het genoeg
Individualistisch scenario: groot mogelijk individuele ontplooiing, volkomen vrije marktwerking, ze groot mogelijke economische groei
Par. 2
Fotosynthese
6 Co2 (g) + 6 H2O (l)-------> C6 H12 O6 (aq) +6 O2 (g)
(uit lucht) suiker zuurstof
Stikstof
80% atmosfeer
planten halen stikstof niet uit de lucht, maar uit de grond (bacteriën zetten CO2 om in
ammoniak en nitraat)
1913 voort het eerst ammoniak gemaakt
1950 doorbraak van de kunstmest
groene revolutie = nieuwe plantenrassen ontwikkelen met hogere opbrengst
monocultuur= maar één soort gewas verbouwen, hierdoor meer kans op mislukt oogst
Par. 3
Atmosfeer
79% stikstof
21% zuurstof
0,9% argon
0,03% overige gassen
Beschermt tegen;
Meteoren en meteorieten
Röntgen- en gammastraling
UV-straling wordt gefilterd en omgezet in zuurstof (wat later weer ozon wordt)
Warmteverlies, dmv waterdamp, koolstofdioxide en methaan
Thermostaat van de aarde
Regelsysteem: zorgt ervoor dat iets in evenwicht blijft, bv temperatuur
Warm water stroomt naar de Noord en Zuidpool, waar het weer afkoelt, en als koud water heel diep weer terugstroomt. Hierdoor worden de Noord en Zuidpool verwarmt en de evenaar wordt afgekoeld.
Biosfeer = lage gedeelte van de atmosfeer, bovenste kilometers van de aarde en water.
afgesloten
Buffer = opslagplaats
Bronnen = geven af
Par. 4
Klimaatbronnen
Weerkundige waarnemingen geregistreerd tot 17e eeuw
Historische bronnen schilderijen, verlagen tot 10e/11e eeuw
Jaarringen temp en neerslag beïnvloed tot enkele duizenden
dikte en structuur jaarring jaren geleden
Stuifmeel/pollen voorkomen bepaalde soort
zegt iets over klimaat tot 125 000 jaar geleden
IJs samenstelling tot 400 000 jaar geleden
Oceaansedimenten fossiele schelpjes tot 100 000 000 jaar
Klimaatfactoren
Geologische factoren plaats zee en land veranderen, dus stromingen ook
Astronomische factoren as van de aarde niet altijd hetzelfde
aardbaan en afstand tot zon veranderen
hoeveelheid straling van zon niet constant
Plotselinge gebeurtenissen meteorietinslagen en vulkaanuitbarsting
moeilijk voorspelbaar, maar op lange termijn weinig invloed
Terugkoppelingen
Negatieve terugkoppeling temp van oceaanwater stijgtà verdamping neemt toeà heeft een afkoelend effect, beperkt temp stijging
Bij 30˚C kan de zon de zeetemp niet meer laten stijgen
Positieve terugkoppeling temp aarde stijgtà hoeveelheid sneeuw en ijs neemt af--> aarde kaatst minder zonnestraling terug--> temp stijgt-->enz
Hoofdstuk 2
ADVERTENTIE
Fix onze energie!
Studeer energie & techniek. Iedereen staat te springen om jou! We hebben namelijk veel technische toppers nodig die de energie van morgen fixen. Met een opleiding in energie & techniek ben je onmisbaar voor de toekomst. Check Power Up The Planet en ontdek welke opleiding het beste bij je past!
Check Power Up The Planet!

REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden