Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 2

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 665 woorden
  • 10 februari 2009
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 6
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Aantekeningen hoofdstuk 2 ANW

Ruime Verbranding

Ozon (O3) Zuurstof (O2)

CFK zit in spuitbussen

Cfk's (chloorfluorkoolwaterstoffen) zijn kunstmatige stoffen, die bestaan uit chloor (Cl), fluor (F) en koolstof (C). Het duurt vaak decennia voordat ze zijn afgebroken. Ze hebben een aantal zeer schadelijke gevolgen voor mens en milieu. Zo tasten ze de ozonlaag aan, dragen bij aan het broeikaseffect en kunnen waarschijnlijk afwijkingen veroorzaken bij ongeboren kinderen.
BRON:
http://www.milieuloket.nl/9292000/modulesf/vfxfd0e1g000

Schone energie

Waterstof 2H2 + Zuurstof O2

Water 2H2O + Energie

De Elementen

Griekse en Romeinse tijd
Empedodes:

Vloeistof Gas

Water Lucht

Aristoteles:

Aarde Vuur

Vaste stof Warmte

Middeleeuwen
Zosimos :

Eeuwige leven aquacitae
Alchemist
Edele Metalen Lood naar Goud (transmutatie)

Moderne Tijd

Paracelsus:

Kwik Zwavel Zout

Vloeibaar Rook AS
Metaal
Geneeskunst


Namen (niet volledig)

Avogadro: P= nRT/V hij legde het verband tussen druk, aantal deeltjes en het volume van een gas. (P=druk, n=aantal deeltjes, T=temperatuur, V=volume, R=constante)
Canizarro: Heeft nauwkeurig tabellen gemaakt van alle destijds bekende atoommassa’s

Thomson: Ontdekker van een electron

Rutherford: een atoom is niet massief in tegenstelling van wat dalton zei. Hij bewees dit door de volgende proef:

Hij schoot met een elektronenkanon op een stuk bladgoud. Hij ontdekte dat 99% van alle elektronen die hij afschoot er dwars doorheen gingen terwijl maar 0,1% werd teruggekaatst en 0,9% werd een andere kant op gekaatst. Hij bewees hiermee dat een atoom niet massief kon zijn. Anders kon je er nooit doorheen schieten met een elektronenkanon

Bohr
Deed verder onderzoek naar wat Rutherford had gedaan en kwam erachter dat hij bij sommige atomen de elektronen makkelijker losschoot dan bij andere atomen hij kwam op het volgende beeld:

Tabel voor Atoomtekeningen

Dalton

Tomson

Rutherford

Bohr

Thales: Water

Anaximandros: het oneindige oerbeginsel

Heraclitos: vuur Het oergebinsel=arche

Anaximenenes: Lucht

(Empedeocles)

(Democritos)


Alchemie

(Zosimos)

Boe-Bakr Mohammed Zakarijja al-Razi

-Destillatie
-Filtratie
-Indampen

1650
Boyle:
1) een element is een enkelvoudige stof
2) dus vuur hoort niet bij de 4 oerelementen van Empedocles

Stahl een stof is brandbaar wanneer er floyeston in zit; bij de verbranding ontwijkt de floyeston

Priesly: Stikstof is lucht zonder floyeston, Hij is de ontdekker van gas waarin stoffen goed branden en hij noemde het zuurstof. Zuurstof is lugt zonder floyeston


Lavoisier bij verbranding verslindt zuurstof het materiaal niet
1800

Dobereiner (1800): hij bedacht een systeem van een ordening waarbij 2 elementen naast elkaar staan en een derde element met de gem. atoommassa er boven stond. (dit was een tiade)

Z

X Y

Gmelin (1800) koppelde de traiden van Dobereiner aan elkaar

L
Z B
X Y A

Newlands (1850) wet van de octaven in de kolommen staan de zwaardere elementen in de rij staan elementen met gelijke eigenschappen

Mendelejev Meyer (1900) Perodiek systeem van de elementen

Periodiek systeem 1900

1 Proton 1+ = Waterstof
2 Proton 2+ = Helium
3 Proton 3+ = Lithium

Barkla (1900): Hij toonde aan dat het nummer van een element in het periodiek systeem overeenkomt met het aantal elektronen.

Becquerel (1800) er is een eenheid van radioactieve radio-intensiteit naar hem vernoemt .


Curie (1900): a. helium deeltjes (gevaarlijk
b. elektronen (gevaarlijker)
c. elektronenmagnetisme =de straling

Chadwick: ontdekker va de neutron

Schrodinger

Heisenberg: Maakte een mechanisch model waarin de exacte positie van de elektronen in aangegeven werden met een waarschijnlijkheidsberekening

Isotoop: een bepaalde variant van een element aantal protonen bepaalt de naam, neutronen zijn variabel

1=1p=waterstof
2=2p=helium
3=3p=lithium


Steen

Hoger makkelijk in vorm te brengen dan zacht

Brons=koper+tin (hard)
Mengsel=legering van 2 legeringen of meer

IJzer is net zohard, maar je hoefde niet te mengen

Staal (+/- 1000 na Christus)=verontreinigd, zonder koolstof

I=Metalen
II=polymeren=kunststof een materiaal met repeterend element
II=Composiet=mengsel
IV=Keramiek=aardewerk
Synthetisch=kunstmatig verkregen

Detergent=schoonmaakmiddel


Schrijfgerei
Volk Tijd Materiaal Schrijfgerei
Sumeniers 5000 tot 2000 voor Christus Klei Tablet Kraspen
Egyptenaren 5000 tot 1500 voor Christus Papyrus Rietpen
Grieken 1500 voor Christus tot 500 na Christus Perkament Rietpen
Europeanen 500 Na Christus ,, Ganse veer
Europeanen 500 Na christus Papier Pen/potlood


Salix= wilg
Salicine= opgelost
Salicylzuur = minder bitter
Acetylsalicylzuur = langer houdbaar = aspirine

Buskruit is uitgevonden China rond 2000 V.C maar het werd pas gebruikt voor dodelijke doeleinden in 1500 N.C

Fedale maatschappij
Kleurstoffen
Indigo= donkerblauw kleurstoffen
Natuurlijk komt van plant in India

Podin 1850 maakte aniline wat goedkoper was en dezelfde kleur had als indigo

BASF Badische Anilin Soda Fabrik

Kledingvezels

Natuurlijk kunstmatig
Katoen nylon
Wol acryl
Zijde viscose
Linnen polyester
Inde


Brandstoffen
Drake= 1850 eerste commerciële aardolieboring

Kraken= het afbreken van lange of korte molecuulketens
Industriele revolutie

Vervoer
Stoomlocomotief Leerstein IVI in 1837 “de Arend”

Materiaal
Bakeliet: maken telefoons
Celluloid: foto/film
Synthetisch rubber= banden

Voeding
Kunstmest (1880)

Specialisatie

Kunstmest bestaat uit N (stikstof), P (fosfor) en K (kalium)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.