Heelal, hoofdstuk 2

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 493 woorden
  • 16 april 2002
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
9 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ANW
Onderwerpen

ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

Hoofdstuk 2 Leerdoelen 1) Je moet kunnen formuleren wat de betekenis is geweest van Galilei voor de astronomie en de natuurwetenschap, tevens moet je de oorzaken kunnen geven die tot die betekenis geleid hebben. Galilei bewees het gelijk van Copernicus. Hij vond opnieuw de verrekijker uit waarmee hij in de ruimte kon kijken en deze kon onderzoeken en ontdekken. 2) Opdracht 2 moet je kennen
Nee, met het blote oog is het niet te zien
3) Je moet je eigen onderbouwde mening kunnen geven over het proces van Galilei. Goed proces, want hij heeft belangrijke ontdekkingen gedaan waar wij op dit moment nog steeds wat aan hebben. 4) Je moet aan kunnen geven wat Galilei juist wel en wat niet heeft gedaan. Boek uitgeven tegen de wil van de kerk. 5) Je moet aan kunnen geven dat Christiaan Huygens een belangrijke rol heeft gespeeld in de wetenschappelijke revolutie en wat zijn bijdrage was. Hij was lenzenslijper, met een zelfgemaakte telescoop ontdekte hij en maan van Saturnus (Titan) 6) Je moet kunnen vertellen wat de betekenis was van het werk van Newton en dan met name de Principia. Principa: (Philosophiae Naturalis Principa Mathematica) de wiskundige beginselen van de natuurfilosofie. Op de universiteit loste hij alle grote problemen van de toenmalige wetenschap op. 7) Je moet weten dat in de tijd wetenschappers met elkaar communiceerden door hun werken in het Latijn te schrijven. Wetenschappers communiceerden in het latijn, omdat dat gebruikelijk was. 8) Je moet de formule van de garvitatiekracht kunnen toepassen. Garvitatiekracht: F=f x m1 m2 / r2 F= kracht
f= Constant getal
m1= Massa voorwerp 1
m2= Massa voorwerp 2
r2= Afstand tussen beide voorwerpen
9) Je meot de methode van de natuurwetenschappen volgens Newton kunnen begrijpen en uit kunnen leggen. In de natuurwetenshap moet men de wetten door de inductie uit verschijnselen gevonden zijn of als exact waar of als bijna exact waar beschouwen zolang er geen tegenbewijs wordt gevonden. Is dat wel het geval, dan moet men deze wetten nauwkeuriger formuleren of als bijzonder geval als nieuwe wet zien. 10) Je moet de bouw en de werking van een sterrenkijker beknopt kunnen beschrijven en bovendien meot je de opdrachten 13 t/m 15 kennen. Sterrenkijkers werken met holle spiegels, die werken als bolle lens. Als er dan licht op de holle spiegel valt wordt deze teruggekaatst naar het brandpunt. Het vlak door het brandpunt, loodrecht op de hoofdas heet het brandvlak. 11) Je moet een tweetal nieuwe verschijnselen die Herschel ontdekte kunnen noemenn. * 850 dubbelsterren * Een nieuwe planeet; Uranus * Nevels
12) Je moet weten dat licht van de zon en de sterern bestaat uit infra-rood, ultra-violet en zichtbaar licht. Zonlicht bestaat uit infra-rood, ultra-violet en zichtbaar licht. 13) Je moet uit kunnen leggen hoe Besseler erin slaagde de afstand tot de dichtsbijzijnde sterren met de parllaxmethode te bepalen. Parallaxmethode: Methode om afstand tot sterren te berekenen. 14) Je moet wten wat de eenhede AE en een lichtjaar inhouden en dat men die eenheden
in de sterrnkunde bij voorkeur gebruikt. AE: Astronomische eenheid, gemiddelde afstand zon-aarde. Lichtjaar: Afstand welke licht in 1 jaar aflegd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.