Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Blok 1

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 988 woorden
  • 11 maart 2004
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 5
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
§1.1.1 Kenmerk: eigenschap die elk van een groep bezit. Variatie: de verscheidenheid in een groep. Eigenschappen van levende wezens(organismen) - handhaven van een constant inwendig milieu.(of het nu warm of koud is het lichaam blijft dan op een temperatuur van ongeveer 37 °c) - Uitwisseling van stoffen/ energie met omgeving - gevoelig voor prikkels/signalen van buitenaf en in staat tot reactie(reflex. - In staat tot Voortplanten. - sterfelijk §1.1.2 Handhaven van het inwendig milieu(regulatie): - sensoren verrichten constant metingen overal in het hele lichaam. - Meetresultaten gaan naar de hersenen. - Indien er een afwijking is (vergeleken met de norm) worden er maatregelen genomen. (Negatieve feedback)
§1.1.3 Uitwisselen van stoffen met de omgeving: - voedingstoffen opnemen d.m.v. eten en drinken.(dit is nodig als brandstof voor je lichaam.) - Afgifte van afvalstoffen. Belangrijke voedingstoffen: - organische stoffen? koolhydraten, eiwitten, vetten en vitamines. - mineralen(zouten)? Over het algemeen kleine hoeveelheden. Twee soorten organismen: - autotroof(planten) zij kunnen zelf organische stoffen maken. Fotosynthese: water+koolstofdioxide? glucose+ zuurstof - heterotroof(dieren en mensen) zij nemen organische stoffen op.(verbranding van organische stoffen: glucose+zuurstof? koolstofdioxide+water §1.1.4 Organismen vertonen celdeling: - ter vervanging van afgestorven cellen. - Bij het voortplanten vindt ook celdeling plaats. Een cel bestaat uit een kern en celvocht(cytoplasma) In de kern zitten de chromosomen(de dragers van het erfelijk materiaal): Hierin zitten DNA moleculen. Een DNA molecuul bestaat uit twee strengen die via base-paren met elkaar verbonden zijn. (C_G en A_T) Voor een voorbeeld van een streng zie schrift. C= Cytosine G=Guanine
T= Thymine A=Adenosine
De functie van het DNA: - het maken van nieuwe DNA moleculen(duplicatie/celdeling) - Maken van RNA-moleculen(kleiner dan DNA en maar één streng) RNA zorgt voor de aanmaak van Eiwitten. §1.1.5 Prikkel/signalen van buitenaf: - waarneming via zintuigcellen. - reactie: a. (inwendig) negatieve feedback b. (uitwendig) via spieren en klieren. §1.1.6 Sterfelijkheid: Doodsoorzaken: - prooi - ziektes -ongeval - honger - ouderdom
Bescherming van mens tegen ziektes(infectieziekten) (schimmels, bacteriën en virussen) - hoornlaag - Slijm(luchtwegen), zure stoffen (maagsap) - Witte bloedlichaampjes: - fagocyten= omhullen en verteren. - Lymfocyten= specifiek voor een soort en het zorgt ervoor dat je lichaam immuun wordt. N.B. allergie= overdreven reactie op ‘onschuldige indringers’ Auto-immuniteit= aanval op lichaamseigenstoffen. Inductie= eerst expiriment, daaruit iets afleiden. Deductie= je gaat uit van regels. §1.2.1 Doodsoorzaken van de mens. (VS 1996): Top vijf: 1= hartziekten

2= Kanker
3= Hersenbloedingen/infarcten
4= Ongelukken
5= Longziekten §1.2.2 Bestrijden van ziektes: Gebruik van medicijnen: - van oudsher geneeskrachtige planten, men ging naar de ‘kruidenarts’ - Eind 19e eeuw start farmacentrische industrie: 1= Isoleren van werkzame stoffen uit planten, dit heeft twee voordelen namelijk: Er zijn geen bijwerkingen van andere stoffen en het is gemakkelijk te doseren. (§1.2.3) 2= Verbetering van natuurlijke geneesmiddelen, zoals de houdbaarheid, effectiviteit en de smaak. 3= Nieuwe geneesmiddelen produceren Bijv.: Antibiotica ( deze remt de bacterie groei Cytostatica ( deze remt de celdeling van slechte cellen) Antistoffen ( Aanvallen van de zogenaamde indringers) Antidepressiva( Bestrijden van depressiviteit) Anaesthetica ( Verdoven) Risico’s bij het gebruik van geneesmiddelen. - verslavende werking - je raakt eraan gewend(je lichaam) 4= Ontwikkeling nieuwe geneesmiddelen: a. Theoretisch( dus alles op papier zetten) b. Kleinschalige productie methode
c. Testen op dieren
d. Testen op doelgroep
e. Goedkeuring
f. Grootschalige productie
Dit hele proces duurt ongeveer 10 jaar. Gebruik van nieuwe apparatuur en methoden: - Radiotherapie: -Röntgenstraling: Carciogene(kankerverwekkende) en Mutagene (DNA veranderende) effecten. -ECG= Activiteit van het hart meten -EEG= activiteit van de hersenen meten. -CT scan -Echoscan( echoscopie) §1.3.1 Hoe wordt een ziekte veroorzaakt? - van oudsher (tot 19e eeuw) - straf van God - De verpeste lucht - gebrek aan hygiëne - vanaf 19e eeuw - infectieziektes, worden veroorzaakt door micro-organismen. Maatregelen ter voorkoming van infectieziekten - riolering. - bereiding van bacterie vrij drinkwater - De lichaamshygiëne werd sterk verbeterd. - Betere kwaliteit van het voedsel. (zouten,suikeren,pasteuriseren en steriliseren) - Vaccinatie - Invoeren van anti-biotica - Operaties werden gedaan met steriele apparatuur § 1.3.2 Erfelijke ziektes

Vastgelegd door de DNA structuur(genen) - 100% kans of - een verhoogd risico
Genetic Screening : Bepalen van de DNA structuur § 1.3.3 Veroorzaking van ziektes. Ziektes kunnen worden veroorzaakt door een bepaalde levenstijl. - overmatig alcoholgebruik - roken - gebrek aan beweging - voedsel: - gebreksziektes - zéér hoog vetgehalte - toevoegingen/ additieven(E) (cons.middelen,geur-kleur-en smaakstoffen) - Voedselgewoontes: - principieel(vegetarisch) - psychisch §1.3.4 Ouderdomsziektes - slijtage - kanker - dementie(alzheimer) Ethisch probleem: Passieve of actieve euthanasie §1.3.5 Bemoeienis van de overheid met individuele beslissingen: - alcoholbeleid - roken - adoptie - reageerbuis bevruchting(tot welke leeftijd) - gender kliniek( jongen of meisje?) - euthanasie § 1.3.6 Alternatieve geneeswijzen: - Gebedsgenezing - oosterse geneeswijzen(accupuntuur) - Homeopathie - voedingstherapie §1.4.1 Bio-diversiteit: verscheidenheid(variatie) organismen in de natuur ( er zijn er 4 miljoen beschreven. Enorme toename in bekende soorten sinds 15e/16e eeuw (zeereizen en ontdekkingsreizen) Taxonomie(linneus) - naamgeving van diverse soorten - beschrijven van voorkomen en van eigenschappen - indeling in klassen §1.4.2 Verklaring van de biodiversiteit: - Evolutie(geleidelijke ontwikkeling) ? evolutieleer van Darwin. - Religie

God als schepper van al het leven met de mens als hoogtepunt en de aarde als middelpunt. Twijfels: - Zon is middelpunt heelal, niet de aarde(Copernicus 1543) - Aarde is veel ouder dan de mens. §1.4.3 Darwin ( 1809-1882) - Studie medicijnen en theologie - Hij werd Natuuronderzoeker - Expeditie naar ZD Amerika( op een marine schip) - Onderzoek op de Galapagos-eilanden, hier ontdekte hij de endemische soorten(soorten die op een bepaalde plek voorkomen.(schildpadden). Dit leidde tot de evolutieleer: - Natural selection= in een bepaalde omgeving hebben bepaalde soorten met bepaalde eigenschappen meer overlevingskansen - Survival of the fittest= de soort die zich het beste aanpast (a.d.omstandigheden) overleeft §1.4.4 Verzet tegen het Darwinisme - religieuze hoek creationisme=het scheppingsverhaal - Wetenschappelijke hoek vraag= hoe ontstaan erfelijke eigenschappen en hoe worden deze doorgegeven? §1.4.5 Maatschappelijke gevolgen van het Darwinisme - sociaal Darwinisme: tegenstrijd tussen de heersende klasse en de arbeiderproletariaat. Heersende klasse beriep zich op de theorie van Darwin

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.