ANW §1.3 Hulpmiddelen voor plaatsbepaling: kompas, coördinaten van de geografische lengte en breedte, zon, maan en sterren, astorlabium (om zonshoogte af te lezen) en sextant (om nauwkeurig hoeken te meten). Recht boven noordpool, in verlengde van de aardas staat de Poolster. Op noordpool staat poolster recht boven je (90 graden t.o.v. de horizon -> hoe hoger je aan de hemel de poolster ziet, hoe noordelijker op aarde je bent. Aardas altijd richting Poolster. Hoek onder de poolster = geografische breedte. Maximale hoogte die zon bereikt overdag = geografische breedte, is ingewikkelder, omdat de zon overdag niet altijd even hoog staat. Het tijdstip waarop de zon zijn hoogste punt bereikt = geografische lengte. Op het land kan je de coördinaten bepalen m.b.v. een stok rechtop in de grond te zetten. Door lengte van schaduw en stok te meten, waardoor je de zonshoogte kunt berekenen. De meting van geografische lengte ie eeuwenlang een goot probleem geweest. De klokkenmaker John Harrisson heeft een klok die ook op zee werkte uitgevonden (hiermee heeft hij de prijsvraag gewonnen). De aarde draait in 24 uur om haar as. Dus dat is 15 graden per uur. Conclusie: als de zon een uur eerder opkomt ben je 15 graden naar het oosten verplaatst. Plaatsbepaling is mogelijk door een nauwkeurige tijdmeting en het meten van hoeken waaronder hemellichamen, zoals de zon, boven de horizon staan.
Kompas:
Nadelen: - je weet niet hoever je nog moet,
- je weet niet waar je bent
- je kon achteraf niet zeggen, waar je was geweest
- op zee kon je afdrijven
Poolster: (staat recht boven de noordpool. Hoe hoger de ster komt, hoe meer je naar het noorden gaat)
Voordelen: Je kunt eenvoudig de breedte bepalen
Nadelen: - niet helder
- op zuidelijk halfrond niet zichtbaar
- je kunt de lengte niet bepalen
Zon:
Voordelen: Je kunt de breedte en lengte bepalen
Nadelen: op zee is het bepalen veel moeilijker
Tegenwoordig zijn er radiobakens. radiobaken: station dat een speciaal signaal uitzendt. Over op de wereld zenden allerlei bakens signalen uit. Elk baken zendt een ander signaal uit en van alle bakens is de plaats precies bekend. Een schip heeft een antenne die de richting waaruit signalen komen, kan meten. De richting tot 3 radiobakens wordt vervolgens gemeten -> de computer kan de positie van het schip uitrekenen. Satellieten hebben een vaste baan rond de aarde en zenden signalen uit. De computer kan aan de hand van de tijd die de signalen er over doen om het schip te bereiken, de plaats op 10 meter nauwkeurig berekenen. Dit systeem heet het Global Positioning System (gps).
ANW §1.4
begin deze eeuw 1e raket: onbestuurbare vuurpijl die 13 m hoogte bereikt
tijdens 2e WO: rakkettechniek ontwikkeld -> V2-raket: bom die m.b.v. brandstof over grote afstand kan vliegen.
1957: Russen brengen 1e satelliet in de ruimte -> VS dacht dat Rusland dan ook beter zou zijn met maken van wapens -> Amerika stak veel geld in ontwikkeling ruimtevaarttechnologie -> 1969: Neil Armstrong (Amerikaan) eerste mens op de maan -> onbemande landingen op Mars en Venus.
Redenen voor snelle ontwikkeling ruimtevaart: wapendwedloop tussen VS en Rusland, wetenschappelijke nieuwsgierigheid.
Werking raket: de gassen die ontstaan na verbranding van de brandstof, worden met grote kracht aan de onderkant uitgestoten -> raket beweegt zelf andere kant op.
Satellieten/kunstmanen: gewichtloze voorwerpen die in een baan om de aarde draaien. Satellieten worden aangetrokken door de zwaartekracht van de aarde -> ze vallen naar beneden, maar vanwege grote snelheid dwars op de richting van de zwaartekracht, beweegt hij tijdens het vallen ook vooruit -> satelliet valt niet op aarde, maar draait er steeds omheen.
Satellieten bevinden zich buiten de dampkring -> geen last van luchtwrijving -> ze worden niet afgeremd. Alle satellieten die op dezelfde hoogte circuleren, hebben dezelfde snelheid en omlooptijd. Hoe hoger de baan, hoe lager de snelheid. Satellieten verschillen ook in richting van elkaar. Spionagesatelliet heeft vaak lage baan over de polen op 300 km hoogte en communicatiesatelliet op hoogte 36000 km, boven de evenaar.Toepassingen satellieten: weersatellieten, communicatiesatellieten, satellieten voor onderzoek aan atmosfeer, groei gewassen, opsporen plantenziekten. In ruimtevaartuigen worden meestal batterijen (voor kort gebruik) en zonne-energie omgezet in elektriciteit m.b.v. zonnecellen: platte schijfjes van een speciaal materiaal (halfgeleiders) -> er valt licht op en daardoor wordt er een klein stroompje opgewekt. Nadeel zonnecellen is dat rendement laag is (10 à 20%) -> vele zonnepanelen nodig.
Door gewichtloosheid verslappen je spieren -> op lange duur ontkalken je boten -> fitness-apparatuur is aanwezig in ruimteschip om spieren getraind te houden. Astronauten worden vaak ziek doordat evenwichtsorgaan door de gewichtloosheid in de war raakt -> duizeligheid, lusteloosheid, overgeven. Ook concentratieproblemen door sloomheid vanwege gewichtloosheid.
§7.1 De aarde draait in 24 uur om haar as, richting het oosten. De maan beweegt in 29,5 dagen om de aarde. De aarde draait in een jaar om de zon (zonnejaar). Er passen niet precies een volledig aantal maanomlopen in zonnejaar -> ze liepen uit de pas. Gregoriaanse kalender: westerse kalender. Het internationale tijdzonesysteem: de wereld is onderverdeeld in 24 tijdzones van ieder één uur. De nullijn loopt bij het Engelse Greenwich. 2 soorten kalenders: maan en zon. De oude Romeinen kozen voor een week van 7 dagen, vanwege 7 heldere, bewegende objecten tussen de sterren zagen. Radiotechnologie heeft ervoor gezorgd dat tijdsignalen over de hele wereld kunnen worden ontvangen en iedereen zich dus aan dezelfde standaard voor tijd kan houden. Zon beweegt een dag in baan langs hemel -> hoogte en plaats van zon is verschillend. Zon staat in Nederland op 21 juni het hoogst (61,5°), en op 21 december het laagst (14,5°). Zomers is het warmer omdat: het dan langer licht is en zonlicht valt meer récht op het aardoppervlak n dus meer verwarmt. De seizoenen ontstaan doordat de as van de aarde, die in één jaar om de zon draait, een beetje schuin is (denkbeeldige aardas tussen noord- en zuidpool maakt hoek 23,5°) is -> tijdens de baan om de zon staat dus afwisselend het noordelijk halfrond of het zuidelijk halfrond dichter bij de zon. (zie plaatje blz 93 boek ANW) Het bioritme (natuurlijke dag- en nachtritme) wordt geregeld in de hersenen: door het licht wat je op je netvlies krijgt wordt je biologische klok steeds gelijk gezet (seizoenen). Het bioritme reageert dus op de lichtintensiteit en de lengte van de dagen. De biologische klok heeft invloed op seizoensafhankelijk gedrag als hormoonproductie, winterslaap e.d.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden