Hoofdstuk 1: De psychologische wetenschap

Beoordeling 9.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas wo | 2558 woorden
  • 3 mei 2015
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 9.6
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inleiding

  • Waarnemingen --> Interpretaties: zien waar je het vertrouwst mee bent, betekenis aan geven,

vb. Dolfijn/vrijend koppel

  • Focus op doel: niet bezig zijn met andere dingen, informatie zien nodig om doel te bereiken

H1: Geest, gedrag en psychologische wetenschap

Wat is psychologie & wat is het niet?

Kerncncept: psychologie = wetenschap gedrag & geestelijke processen ontstaan uit vele tradities (vaak tegenstrijdig)

1.1.1. Psychologie: het is meer dan je denkt (wat is psychologie?)

  • ≠ domeinen & interesses
  • Wetensch. onderzoek functioneren mens in  ≠ omstandigheden

--> Meer dan studie, diagnose, behandeling geestelijke problemen & ziekte

  • 3 grote categorieën die elkaar overlappen:
  • Experimenteel psychologen (onderzoekspsychologen = kleinste groep):
  • Creëren nieuwe psychologische kennis
  • Werken bij bedrijven, onderzoeksinstellingen, universiteiten

(ook lesgeven)

  • Docenten psychologie:
  • Lesgeven op middelbare scholen & universiteiten (ook wetensch. onderzoek & behandeling)
  • Toegepaste psychologen:
  • Gebruiken kennis om problemen mensen op te lossen door psychologische behandeling, training, speciale gereedschappen
  • Arbeids-en organisatiepsychologen:

aanpassen werkplek om productiviteit & arbeidsmoraal te maximaliseren

  • Sportpsychologen:

prestaties atleten verbeteren door trainingssessies, verbetering motivatie, controle emoties

  • Ergonomisch psychologen:

ontwerpen materialen voor vliegtuigen & detectivewerk

  • Schoolpsychologen:

diagnosticeren leer-en gedragsproblemen& advies

  • Gezondheidspsychologen:

alle sectoren gezondheidszorg --> patiënten met psychische & lichamelijke problemen

  • Klinisch psychologen (privépraktijk) & counselors (bureau, school, psychiatrische ziekenhuizen, gezondheidscentra):

patiënten met sociale & emotionele problemen

  1. klinische psychologen zijn niet medisch bezig --> werken met therapie: belonen, bestraffen, van binnenuit werken (intrinsiek), gedragsachtergrond

<--> psychiatrie: biologische oorzaken

1.1.2. Psychologie is geen psychiatrie (wat is psychologie niet?)

Overeenkomst:

Alle psychiaters, maar slechts enkele psychologen behandelen geestelijke stoornissen

Psychiatrie:

  • Medisch specialisme geen onderdeel v. psychologie
  • Medische opleiding
  • Gespecialiseerde opleiding in behandeling geestelijke & gedragsmatige problemen m.b.v. geneesmiddelen
  • Patiënten = mensen met geestelijke ziekte

Psychologie:

  • Breder vakgebied
  • Geen medische opleiding
  • Nadruk op onderzoeksmethoden

Psychologische kwesties p7-9: Kritisch nadenken over psychologie & pseudopsychologie

Kritisch nadenken:

  • Bron?
  • Bewering redelijk of extreem?
  • Bewijsmateriaal?
  • Conclusie door bias beïnvloed?

Kritische denkers kennen omstandigheden waaronder kans op vooroordeel bestaat

  • Emotionele bias: oordelen op basis v. gevoelens & attitudes i.p.v. rationele analyse, bv. strenge aanpak misdadig gedrag
  • Confirmation bias: informatie zoeken die bevestigt & tegenstrijdige bewijzen negeren
  • Veel voorkomende denkfouten door alleen goed nadenken vermeden?
  • Verschillende standpunten nodig voor probleem?

Psychologie:

  • Lang proces v. testen
  • Lange analyse die zich traag ontwikkelt om tot bewijs te komen

<-->

Pseudwetenschap

  • Beweringen/meningen die nt getest zijn (valse zekerheid)
  • Geen bewijs
  • Baseert zich nt op empirische observatie of wetenschappelijke methode om fenomenen te verklaren
  • Methoden om meer vat te krijgen op wat er zal gebeuren (onzekerheid beperken)

Bv. Astrologie, waarzeggerij, goeroes, …

è Pseudopsychologie heeft schadelijke effecten

Vb. Lobotomie: hersenoperatie waarbij verbinding frontaalkwabben & rest hersenen werd verbroken als behandeling voor geestelijke stoornissen --> hersenbeschadigingen

Doe het zelf! p10: Psychologie of psychologisch gebrabbel

  1. Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?

Kernconcept: Wetenschappelijke methode gebruiken om ideeën empirisch te toetsen

  • Empirisch onderzoek = data gebaseerd op observatie & sensorische bewijzen uit 1ste hand (directe ervaring), bv. iets lezen uit de krant  uit ≠ 1ste hand
  • Wetenschappelijke methode = 5-stappen proces om hypothese te testen waarbij men controleert op vertekeningen & subjectieve oordelen
  • Mensen verliezen zichzelf in de administratieve complexiteit, ze doen wat er voor hun is uitgeselecteerd, het is niet omdat ze er geen belang aan hechten

Bv. grafiek PP p9: percentage mensen geïnteresseerd in organendonor worden

  • Links: weinig altruïstisch
  • Rechts: hoog altruïstisch

! gelijkaardige culturen ≠ van elkaar(bv. Nederland & België)

Oorzaak ≠NIET in mate altruïsme:

  • Links: landen gevraagd om formulier in te geven om orgaandonor te worden
  • Rechts: landen gevraagd om formulier in te geven om geen orgaandonor te worden (zijn automatisch orgaandonor)

--> Dezelfde actie (formulier ingeven) MAAR ander resultaat

--> Beide landen ondernemen geen actie

--> Rechts meer orgaandonoren

1.2.1. De 5 stappen vd wetenschappelijke methode

  1. Hypothese ontwikkelen:

falsificeerbaar/ weerlegbaar verband zoeken tss. verklarende & te verklaren variabelen

bv. Bonussen doen mensen beter presteren

--> vaak toegepaste motivatiemethode in bedrijfswereld

--> gebaseerd op management intuïtie (gezond verstand)

  1. Variabelen operationaliseren (testen)
  2. Data verzamelen
  • Onafh. variabelen: geen vs. wel een bonus, makkelijke vs. moeilijke taak (gemanipuleerd)
  • Afh. variabele: prestatie (tijd nodig om taak op te lossen meten)
  1. Resultaten analyseren
  • moeilijke taak: bonus heeft – effect op prestatie
  • makkelijke taak: bonus heeft + effect op prestatie

--> Bij moeilijke taak is creativiteit nodig & heeft bonus – effect (mind set die je hanteert)

--> Bonus leidt je af vd taak tenzij taak gemakkelijk is omdat je dan meer gemotiveerd bent

--> Denken aan bonus (resultaat) verstoort creativiteit

Vb. experiment: brandende kaars aan muur bevestigen zonder dat er kaarsvet naar beneden sijpelt

Makkelijke taak --> spijkers liggen buiten doos --> minder creativiteit nodig

Moeilijke taak --> spijkers liggen in doos --> je ziet de doos niet als iets dat je kan gebruiken voor de taak --> je moet buiten de doos denken

  1. Resultaten publiceren, bekritiseren, repliceren
  • Hypothese geldt alleen voor eenvoudige problemen die mechanische manier van denken vereisen
  • Replicatie in andere culturen met andere taken & andere soorten motivatoren (bv. erkenning)

1.2.2. 5 soorten psychologisch onderzoek

  1. Experimenten:
  • Goed experiment = controle v. alle omstandigheden die resultaten kunnen beïnvloeden
  • Zeggen iets over oorzaak
  • Experimentele conditie:
  • Speciale behandeling
  • Experimentele groep
  • 1 factor laten variëren (onafh. variabele) & alle andere omstandigheden constant
  • Controle conditie:
  • Geen speciale behandeling
  • Controlegroep = standaard om experimentele groep mee te vergelijken
  • Behandeling experimentele & controlegroep ≠MAAR deelnemers gelijk
  • Oplossing systematische vertekening: randomisering (= indeling deelnemers volgens toeval)
  • Sample selection = steekproef trekken (verdelen in experimentele & controlegroep)

Correlationele studies:

  • Experiment zoeken dat al bestaat & vergelijken
  • Grote nadeel: je kan deelnemers niet willekeurig verdelen & onafh. variabele niet manipuleren --> nooit zeker of groepen volledig identiek zijn
  • Zeggen niets over oorzaak (causaliteit ≠ correlatie)
  1. Correlatiecoëfficiënt:
  • r geeft verband tss. 2 variabelen aan
  • Getal tss. 0 en 1 (+/-)
  • 3 soorten correlatie: positief, negatief, nulcorrelatie
  1. Survey (vragenlijst):
  • Interesse in standpunten, voorkeuren, meningen mensen
  • Voordeel: je kan veel mensen bereiken
  • Waarde survey afh. v. eerlijkheid, formulering vragen, steekproef:

metingen laten bedrog & leugens toe (werkelijkheid mooier voorstellen)

  1. Natuurlijke observaties:
  • Participerende observatie
  • Omstandigheden onderzoek minder gecontroleerd dan bij experiment (onderzoeker kan condities & onafh. variabele niet manipuleren)

Case studies (gevalstudies):

  • Specifiek inzoomen op 1 persoon/bedrijf (geen experimentele groep of controlegroep)
  • Beperkingen omdat je alleen op basis van interpretatie dingen ziet --> je kan nt verklaren --> oorzaak nt gekend
  • Grote nadeel: methode subjectief & conclusies gelden nt altijd voor andere individuen
  • Klinische methode: Therapeuten die casestudies gebruiken om theorieën te ontwikkelen over psychische stoornissen

1.2.3. Vertekening in psychologisch onderzoek beperken

Bronnen resultatenvertekening:

  • Overtuiging (emotionele bias):

zie kritisch nadenken

  • Verwachting (expectancy bias):

subtiele categorisatie verstoort metingen --> resultaten in bepaalde richting sturen --> foute conclusies

Vb. Slimme ratten: Ratten werden getest op hun intelligentie:

1 groep in lokaal met etiket ‘slimme ratten’, 1 groep in lokaal met etiket ‘gewone ratten’ --> slimme ratten scoorden beter omdat ze beter behandeld w. door assistenten

è Vertekening onderzoeksdesign, dataverzameling, interpretatie resultaten

è Vertekening (bias) beïnvloedt  data in ≠ fases onderzoeksproces

Vertekening beperken

  1. Controle conditie:

zie 1.2.2. experimenten

  1. Placebo effect:

Deelnemers experiment blind houden: dezelfde behandeling, maar sommigen krijgen placebo (=nepmedicijn zonder medische waarde)

  1. Dubbelblind procedure:

Onderzoeker  & deelnemer blind houden: beiden weten verbanden niet --> resultaten kunnen niet gestuurd worden (onderzoekers stellen zich nt anders op t.o.v. deelnemers & verwachtingen deelnemers beperkt)

1.2.4. Ethische kwesties in psychologisch onderzoek

  • Proefpersonen beschermd tegen potentieel schadelijke procedures
  • Gegevens alleen openbaar als privacy proefpersonen nt w. geschaad

Misleiding

Toegestaan als deelnemers geen risico lopen MAAR wie beoordeelt risico’s?

Proefpersonen moeten geïnformeerd w. over misleiding zonder doelstellingen onderzoek te verstoren

Dierstudies

  • Instelling onderzoeker moet vergunning VROM hebben
  • + advies door Dierexperimentencommissie (DEC)
  • bezorgdheid is toegenomen

1.2.5. Vragen die wetenschap niet kan beantwoorden

Vragen die niet empirisch getoetst kunnen worden (ethiek, moraal, religie, voorkeuren)

Psychologische kwesties p23-24: Psychologie gebruiken om psychologie te leren

  1. Wat zijn de 6 belangrijkste perspectieven vd psychologie? (lang verleden, korte geschiedenis)

 

Biologische perspectief

Scheiding lichaam & geest

René Descartes

Cognitieve perspectief

Wetenschappelijke methode om geest te bestuderen

 

Wilhelm Wundt

Behavioristische perspectief

Psychologie = wetenschap observeerbaar gedrag i.p.v. mentale processen

John Watson

Whole-person perspectief

Psychodynamische psychologie = persoonlijkheid & geestelijke stoornissen gevolg v. onbewuste processen

Sigmund Freud

 

Humanistische psychologie = nadruk op menselijke groei & potentieel i.p.v. geestelijke stoornissen

Abraham Maslow

Carl Rogers

Psychologie vd karaktertrekken & temperament = individuen kunnen w. begrepen door karaktertrekken & temperamenten

Oude Grieken

  •  

Mensen veranderen door interactie erfelijke eigenschappen & omgeving

Veel psychologen

Socioculturele perspectief

Kracht vd situatie: sociale & culturele invloed overstemt alle andere factoren die gedrag beïnvloeden

Veel psychologen

è 6 perspectieven domineren snel veranderende moderne psychologie & kwamen voort uit radicale nieuwe ideeën over geest & gedrag

  • Griekse filosofen (5de-4de eeuw v.C.) & later kerk hadden grootste invloed op ontwikkeling westerse psychologie als wetenschap

MAAR geen toetsing/gecontroleerd experiment

  • Ook in Azië (meditatie --> verkennen bewustzijn) & Afrika (volkspsychologie --> traditionele spirituele opvattingen) ontwikkeling eigen psychologische ideeën
  • Rooms-katholieke kerk ---> menselijke geest = onoplosbaar mysterie los van natuurwetten

Vanuit welke perspectieven werken psychologen vandaag?

1.3.1. Scheiding v. lichaam en geest & het moderne biologische perspectief

Descartes (17de eeuw) stelde als 1ste radicale nieuwe ideeën voor:

  • Scheiding lichaam & geest: apart bestuderen
  • Paradoxaal: enerzijds fysieke wetmatigheden, anderzijds overstijgen door denken

Bv. hand in vuur houden: pijn kan je beter aanvoelen als je pijn accepteert

  • Studie gevoelens & gedrag op basis v. lichamelijke activiteit zenuwstelsel

--> Link reflexen aan zenuwstelsel

è 2 variaties op biologische perspectief

1.3.2. Begin vd wetenschappelijke psychologie & het moderne cognitieve perspectief

Structuralisme: Wilhelm Wundt (19de eeuw) gaat menselijke geest structureren (op systematische manier metingen uitvoeren):

Introectie (overeenkomst structuralisme & functionalisme & gestaltpsychologie)

Kritiek op structuralisme:

Functionalisme (William James: grootste criticaster)

--> hoe slagen & falen mensen erin om zich aan omgeving aan te passen?

1.3.3. Het behavioristische perspectief: verwerping v. introspectie & nadruk op waarneembaar gedrag

1.3.4. Het whole-person-perspectief: psychodynamisch, humanistisch, karaktertrekken en temperament

1.3.5. Het ontwikkelingsperspectief: veranderingen die ontstaan door nature & nurture

Behavioristische psychologen: nurture levert grootste bijdrage

1.3.6. Het socioculturele perspectief: het individu in context

 

Biologische perspectief

richt zich op

Cognitieve perspectief

richt zich op

Behavioristische perspectief

richt zich op

Fysieke kenmerken

Mentale processen zoals perceptie, denken, leren, geheugen

 

Beheersing gedrag door omgeving

 

Geest als computerachtige ‘machine’

Stimuli & responsen MAAR geen mentale processen

Zenuwstelsel

Invloed emotie & motivatie op perceptie & gedachten (hot cognition)

Leren

Hormoonstelsel

Genetica

Whole-personperspectief

richt zich op

Ontwikkelingsperspectief richt zich op

Socioculturele perspectief

richt zich op

Psychodynamische perspectief: onbewuste motivatie & geestelijke stoornissen

Veranderingen in psychologisch functioneren tijdens het leven

Sociale invloeden op gedrag & mentale processen

Humanistische perspectief: geestelijke gezondheid & menselijk potentieel

Hoe individuen functioneren in groepen

Karaktertrekken & temperament perspectief: persoonskenmerken & individuele verschillen

Erfelijkheid & omgeving

Culturele ≠

 

1.3.7. Het veranderende beeld vd psychologie

Bv. cognitief behavioristen, evolutionaire ontwikkelingspsychologen

Waar & in welke domeinen werken psychologen?

Eerstelijnszorg, ambulante diensten, residentiële & semi-residentiële instellingen, zelfstandige psychotherapeuten, …

Bedrijven, HRM, selectiebureaus, interimkantoren, zelfstandig, consultancy

Fundamenteel & toegepast onderzoek, neuropsychologie, onderzoeksbureaus, marketingbureaus, …

Scholen, CLB, adviesbureaus, loopbaanbegeleiding

Doe het zelf! p35: Werp een introspectieve blik op de Necker-kubus

Psychologische kwesties p36: Dieper graven

SAENVATTING H1: P38-40

  • “Je pense, donc je suis”
  • Rationalisme (ratio = denken) <--> Empirisme (waarneming, ervaring, experimenteren enige bron v. kennis, bv. Francis Bacon: denken vertroebelt waarneming & John Lo >Het moderne biologische perspectief
    • Lichamelijke eigenschappen leiden tot psychologische processen (persoonlijkheid, voorkeuren, gedragspatronen, vaardigheden)
    • Oorzaken gedrag in zenuwstelsel, hormoonstelsel (endocriene stelsel), genen
    • Psychologische effecten door trauma vanuit omgeving
    • Vereniging lichaam & geest
    • Neurowetenschap:
    • Hoe zetten ogen & hersenen lichtgolven om in beeld?
    • Hoe doet beschadiging hersenen bepaalde vermogens (bv. spraak, sociale vaardigheden, geheugen) verdwijnen?
    • Evolutionaire psychologie (grondlegger: Charles Darwin):
    • Overgeërfde neigingen leiden tot menselijk gedrag
    • Genetische opmaak gevormd door omstandigheden waarin voorouders leefden
    • Natuurlijke selectie: lichamelijke kenmerken ve soort evolueerden in richting vd kenmerken die best aangepaste organismen een voordeel gaven in strijd om bestaan
    • Geïnspireerd door ontwikkelingen in chemie (periodiek systeem van elementen)
    • Optimisme over meetbaarheid geest
    • Eerste laboratorium 1879
    • Systematische methode: reactietijden (tijd tss. prikkel & reactie) & introspectie (sensorische & emotionele reacties op ≠ prikkels beschrijven) om elementaire structuren bewustzijn te ontleden
    • Bewustzijn opgebouwd door geheugen, denken, leren, aandacht, perceptie, sensatie, emotie, …
    • Methode waarin deelnemers w. gevraagd om onmiddellijke ervaring & sensaties te rapporteren
    • Illustratie
    • Uitsluiten van retrospectie (interpretatie op basis v. vroegere ervaringen) --> hypothese uitfilteren
    • Niet eenvoudig om interpretatie te onderdrukken (bijna automatisch) --> Wundt onderwierp deelnemers vooraf aan trainingsproces
    • Mensen vragen om geblinddoekt iets te voelen & focussen op directe gewaarwording --> schuurpapier --> getraind: ruw, ongetraind: schuurpapier
    • Te simplistisch: ervaring te complex om te herleiden tot elementaire bewustzijnscomponenten
    • Te subjectief: niet verifieerbare, introspectieve observaties --> onduidelijk hoe accuraat het is (nauwkeurigheid?)
    • Geïnspireerd door evolutieleer Darwin
    • “Psychologie moet zich richten op functie bewustzijn & niet alleen op structuur” ---> wat kunnen we met onze geest?
    • Klemtoon op emoties & hoe organismen zich aanpassen aan omgeving
    • Toegepaste psychologie: menselijk leven verbeteren
    1. Het moderne cognitieve perspectief
    • Cogn. variant benadrukt hoe inkomende info naar hersenen wordt gestuurd & betekenis aan wordt gegeven
    • Nadruk op geestelijke activiteit (=koude/hete cognitie): gewaarwording, perceptie, denken, leren, geheugen
    • Ideeën uit structuralisme, functionalisme, Gestaltpsychologie, andere bronnen (linguïstiek, geneeskunde, informatica)
    • Cognitieve neurologen = bestuderen biologische basis geest & gedrag
    • Soort kritiek op behavioristische perspectief (behandelen dezelfde onderwerpen) --> creatieve methodes om mentale processen toch wetenschappelijk te bestuderen
    1. Het behavioristische perspectief
    • Geest geen deel vd psychologie
    • Mentale processen niet bestuderen want je kan ze niet direct waarnemen
    • Verwerping introspectie --> empirisch idee dat je enkel zekerheid kan verwerven over wat je kan waarnemen --> nadruk op waarneembare feiten --> stimuli omgeving & reacties organisme
    • Behaviorisme = wetenschap gedrag & omstandigheden in omgeving die gedrag beïnvloeden
    • Behaviorist Skinner = mens volledig van buitenaf bestuderen
    1. Psychodynamische psychologie (neofreudiaanse theorieën)
    • Onbewuste processen domineren persoonlijkheid & veroorzaken geestelijke stoornissen
    • Psychoanalytische theorie Freud : onbewuste processen kunnen gehele persoon verklaren
    • Onbewuste geest = reservoir energie (dynamica) dat ons motiveert
    • Twijfel aan structuralisme Wundt
    1. Humanistische psychologie
    • Reactie tegen behavioristische perspectief
    • Nadruk op mogelijkheden, groei, potenties
    • Invloed opvatting v. je fysieke & emotionele behoeften op handelingen, emoties, gedachten
    • Mensen = organismen met vrije wil gericht op groei
    • Weinig wetenschappelijk onderzoek MAAR veel invloed op counseling  & psychotherapie
    1. Psychologie vd karaktertrekken & temperament
    • ≠ in mensen op basis v. ≠ dimensies, bv. extraversie
    • Oude Grieken: idee v. persoonlijkheidstrekken
    1. Het ontwikkelingsperspectief
    • Psychologische verandering = gevolg v. interactie tss. nature (erfelijkheid) & nurture (omgeving)
    • Biologische psychologen: nature levert grootste bijdrage
    • Ontwikkelingsschema (levenslooppsychologie): ontwikkelingsprocessen gedurende je hele leven
    • Mensen denken & handelen ≠ op ≠ tijdstippen vh leven
    1. Het socioculturele perspectief
    • Sociale psychologie --> sociale invloed centraal
    • Crossculturele & multiculturele psychologie --> invloed v. cultuur (taal, opvattingen, gewoonten, waarden, tradities)
    • Sociale & culturele situatie soms sterker dan alle andere factoren die gedrag beïnvloeden
    • Biologische, cognitieve, ontwikkelingsperspectieven dominanter
    • Aanhangers v. perspectieven die ooit met elkaar in conflict waren gaan steeds meer samenwerken & verbindingen leggen
    • Verbinding leggen met neurowetenschap
    • Socioculturele perspectief: nadruk op cultuur
    • # vrouwelijke psychologen & # psychologen v. minderheidsgroepen (Aziaten, Afro-Amerikanen, Latino’s) 
    1. Klinisch
    1. Arbeid & organisatie
    1. Onderzoek & onderwijs
    1. Schoolpsychologie

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.