Gynaecologie en verloskunde gezelschapsdieren

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas mbo | 4518 woorden
  • 30 oktober 2014
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
4 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Maak kans op 50 euro Bol.com tegoed 💜

Scholieren.com wil weten hoe school écht is voor jou. Vul de vragenlijst in (7 - 10 min) en laat weten wat er beter kan. Wij luisteren — en je maakt kans op 50 euro ðŸ’¶

Doe mee

Hoofdstuk 1 – De geslachtscyclus bij teef en poes

De geslachtscyclus van de teef

  • Geslachtsrijp: 6 tot 10 maanden oud
  • Eirijping: ongeveer 2x per jaar
  • Oestrus(loopsheid): 2x per jaar à Basenji en Ierse Wolfshond worden 1x per jaar loops en enkele kleine rassen soms 3x per jaar.
  • Ovulatiecyclus: de periode tussen 2 eirijpingen.

De  cyclus van de hond is in vier fasen opgedeeld:

Pro-oestrus

± 9 dagen

Begin loopsheid

(loopsheid)

-gezwollen vulva

-bloedige uitvloeiing

-teef is aantrekkelijk voor reuen

-teef laat nog geen dekking toe

Oestrus

± 9 dagen

Echte bronstperiode

(loopsheid)

-ovulatie vindt plaats

-teef is bereid zich te laten dekken

-vulva is rood en sterk gezwollen

-uitvloeiing gaat van rood over in (kleurloos)helder

- eisprong vind meestal 2 dagen na het begin van de oestrus plaats

Met-oestrus

± 60 dagen

Progesteronfase

-zwelling neemt af

-bloeden stopt

-teef kan in deze periode schijndrachtig zijn

An-oestrus

± 3 maanden

Rustfase

-geen seksuele activiteit aanwezig

-lengte varieert per ras

Onervaren eigenaren denken vaak dat de teef vruchtbaar is op het moment dat er bloederige uitvloeiing zichtbaar is, de teef heeft juist haar vruchtbaarste periode wanneer de bloedige uitvloeiing al weer aan het verdwijnen is!

Loopsheid: periode waarin de teef de bloederige uitvloeiing vertoont en de periode waarin de teef zich laat dekken à pro-oestrus + oestrus.

De hormonale aspecten tijdens de cyclus

1. Tijdens het einde van de anoestrus komt er GnRH vrij uit de hypothalamus

2. GnRH zet de hypofyse aan tot de productie van FSH

3. FSH stimuleerd de ontwikkeling van follikels op de eierstokken tijdens de pro-oestrus

4. De groeiende follikels zorgen aan het eind van de pro-oestrus voor een oestrogeenpiek en maken daarna progesteron

5. De LH-productie begint in de pro-oestrus en bereikt een piek aan het eind van de pro-oestrus.

6. Twee dagen na het begin van de oestrus vinden de eisprongen plaats onder invloed van LH

7. Het achtergebleven restant van de follikels wordt omgevormd tot gele lichaampjes die vooral progesteron gaan vormen

Hormoon

Plaats productie

Voornaamste werking

GnRH

(gonadotroop releasing hormoon)

Hypothalamus

Zet hypofyse aan tot productie FSH/LH

FSH

(follikel stimulerend hormoon)

Hypofyse

Groei van follikels op eierstokken

LH

(Luteïniserend hormoon)

Hypofyse

Ovulatie follikels en opbouw gele lichaampjes

Oestrogenen

Eierstok, vooral de follikelwand

Bronstgedrag

Progesteron

Eierstok, vooral de gele lichaampjes

Voorbereiding baarmoederwand, in stand houden dracht, ontwikkeling melkklieren

Dekking en bevruchting van de teef

  • Teef wordt meestal gedekt tussen de 10de en 14de dag na het begin van de loopsheid
  • Fokken laten hun teven vaak tweemaal dekken: op de 11de en 13de dag na de eerste loopsheid
  • Koppelen/vastzitten is niet noodzakelijk voor een bevruchting

De geslachtscyclus van de poes

  • De poes is een seizoensgebonden poly-oestrisch dier (meerdere krolsheden per jaar, niet het hele jaar door maar in bepaalde seizoenen)
  • Het optreden van de cycli wordt beïnvloed door toenemende daglengte
  • Eerste krolsheid: ongeveer 10 maanden (kan per ras verschillen)
  • Er zit 2-3 weken tussen de krolsheden
  • Een kroslheid duurt gemiddeld 7 tot 9 dagen
  • De poes is een induced ovulator: ovulatie wordt in gang gezet door een dekking

Pro-oestrus

1 tot 3 dagen

-poes wordt aanhankelijker

-laat nog geen dekking toe

Oestrus

(krolsheid)

7-9 dagen

-vertoont herkenbaar krols gedrag: rusteloos, wrijft meer langs voorwerpen, vaker plassen en op andere plaatsen dan normaal

-in het volgend stadium van de krolsheid beginnen ze veel en klagelijk te mauwen, hebben

-sta reflex

-laat dekking toe

De hormonale aspecten tijdens de cyclus van de poes

1. GnRH komt vrij uit de hypothalamus door stimulatie van de lichtgevoelige receptoren in de hersenen door toename van de daglengte

2. FSH wordt geproduceerd in de hypofyse , welke de follikelgroei op de ovaria stimuleert

3. Hierdoor vindt een stijging plaats van oestrogenen in het bloed

4. Na een dekking wordt er LH geproduceerd

5. 1-3 dagen na dekking treedt de ovulatie op

Dekking en bevruchting bij de poes

  • Kater besnuffelt poes en vangt de geuren op in zijn orgaan van Jacobson (harde gehemelte)
  • Flemen: als kater gebruik maakt van het orgaan van Jacobson, bek half open in soort van grimas
  • Kater bijt zich vast in nekvel van de poes
  • De haakvormige stekels op de penis van de kater brengen bij de poes een pijnreactie op gang die zorgt voor de ovulatie
  • Er is sprake van een geïnduceerde ovulatie: de eisprong vindt pas plaats na dekking
  • Door paring met meerdere katers zijn er meerdere kittens van verschillende vaders mogelijk tijdens 1 dracht

Schijndracht bij de teef

  • Hormonaal gezien is er geen verschil tussen de drachtige en de niet drachtige hond
  • Is een normaal gebeuren
  • 6-8 weken na de loopsheid treedt melkklierzwelling op
  • Kan nest gaan bouwen
  • Therapie is meestal niet nodig en schijndracht moet zoveel mogelijk genegeerd worden
  • Erg gezwollen melkklieren kunnen worden ingesmeerd met zalven of lotions. Let op! Het inwrijven van de zalf/lotion kan ook ween een stimulerende werking hebben
  • In extreme gevallen kunnen er prolactineremmers voorgeschreven worden
  • Sterilisatie kan overwogen worden in verband met herhaling van de schijndracht

Schijndracht bij de poes

  • Is alleen mogelijk als de poes gedekt is maar niet bevrucht is
  • Kan tot ongeveer 40 dagen na de krolsheid duren
  • Nesteldrang, melkklierontwikkeling en soms melkproductie

Hoofdstuk 2 – Dracht bij de teef en de poes

Normale dracht bij de teef

  • Draagtijd: ca. 63 dagen
  • Dag 35: lichaamskenmerken van de ongeboren vruchtjes zijn al goed te herkennen
  • Dag 45: botvorming is in volle gang
  • Dag 55: het haarkleed is aanwezig
  • Vroeggeboorte: geboorte tussen dag 55 en 58
  • Abortus: geboorte voor dag 55
  • Des te groter de worp, hoe korter de draagtijd

Het vaststellen van de dracht

  • Verdikkingen (ampullen) in de baarmoederhoorns palperen: tussen dag 24 en dag 32
  • Palperen vruchtjes: vanaf dag 42
  • Röntgenfoto’s: vanaf dag 45
  • Echo: vanaf dag 28

Abnormale dracht

  • Sterfte
  • In de eerste 5 weken: vruchten worden geheel geabsorbeerd
  • Na de 35e dag: abortus, mummificeren, macereren (rotten)
  • Infectieuze oorzaken hond: leptospirose, streptokokken of voor honden uit het buitenland: Brucella Canis
  • Infectieuze oorzaken kat: niesziekte, feLV en FIP
  • Abortus treedt niet vaak op, oorzaak vaak niet bekend en ook moeilijk te achterhalen. Jongen kunnen weggebracht worden voor pathologisch onderzoek. Met hormonen (prostaglandine) kan abortus worden opgewekt bij hond en kat.
  • Verlengde dracht
  • Voornamelijk bij kleine worpen
  • Vooral bij kleine hondjes met slecht 1 tot 3 jongen moet er op de 67e dag een keizersnee gedaan worden
  • Als het nest groter is kan men afwachten tot de 70e dag
  • Bij kat hetzelfde verhaal alleen grijpen we chirurgisch in bij de poes op 67 dagen wanneer er 1 tot 2 kittens te verwachten zijn

Hoofdstuk 3 – Voorkomen van dracht, loopsheid en krolsheid

Manieren om dracht te voorkomen

  • Het scheiden van vrouwelijke en mannelijke dieren (tijdens een vruchtbare periode)
  • Het reguleren van de cyclische activiteit door middel van hormonen
  • Sterilisatie vrouwelijk dier
  • Beëindigen van een zwangerschap in een (heel) vroeg stadium door middel van medicijnen, meestal hormonen
  • Beëindigen van een zwangerschap in een vroeg stadium door middel van chirurgie (bijna altijd wordt dier dan ook gesteriliseerd)
  • Voorkomen dat eicellen bevrucht worden door middel van chirurgische ingrijpen zonder dat de cyclus beïnvloed wordt
  • Castreren mannelijk dier

Het voorkomen van loopsheid/krolsheid door middel van hormonen bij hond en kat

  • Meest gebruikte hormonen hiervoor zijn progestagenen
  • Tabletten of injectie (prikpil)
  • Voordelen: het uitblijven van krolsheid of loopsheid + niet meer drachtig kunnen worden
  • Hormonen kunnen ingezet worden tijdens de anoestrus (preventie van de loopsheid), de pro-oestrus en oestrus (onderdrukking van loopsheid)

Progesteronderivaten

  • Steroïdhormonen
  • Belangrijkste hormoon in deze groep is progesteron
  • Progestagenen worden gebruikt bij de oestruspreventie van de hond
  • Bij de teef worden de parenteraal toe te dienen preparaten (proligeston en medroxyprogesteronacetaat (MPA)) toegediend tijdens de anoestrus, ong. 1 maand voor de te verwachten folliculaire fase. Na toediening van proligeston kan de eerste oestrus bij de teef binnen 9 tot 12 maanden verwacht worden. Na toediening van MPA kan dit 6 tot 26 maanden duren
  • Bij de poes is de werkingsduur van parenterale toediening van progestagenen moeilijker te voorspellen
  • Medroxyprogesteronacetaat (MPA) en megestrolacetaat (MA) kunnen oraal worden toegediend bij teef en poes
  • MPA wordt bij de teef gebuikt indien een kort uitstel van de oestrus is gewenst
  • Kunnen worden ingezet als depotinjecties of orale tabletten
  • Progesteronpreparaat remt de afgifte van FSH en LH, er treedt geen ovulatie op en er ontwikkelt zich geen corpus luteum
  • Nadelen tabletten:
  • Bij langdurig gebruik kans op baarmoederontsteking
  • Tabletten mogen niet vergeten worden in te geven
  • Tabletten zijn niet altijd even gemakkelijk in te geven
  • Voordelen tabletten:
  • De invloed op de vruchtbaarheid (fertiliteit) is minder groot dan bij de injectie
  • Bij de hond wordt regelmatig gebruik gemaakt van de prikpil, poezen reageren over het algemeen erg goed op hormoontabletten
  • Progesteronpreparaten geven tijdens dracht is gevaarlijk!

Ongewenste dekking

Verschillende mogelijkheden bij een ongewenste dekking:

  • Nestje gewoon af te wachten
  • Chirurgisch ingrijpen in de vroege metoestrus, hierbij wordt de teef/poes tegelijkertijd gesteriliseerd
  • ‘’morning after pil’’ à bij katten is dit absoluut onbetrouwbaar
  • In een later stadium dracht onderbreken met bepaalde medicijnen à heeft erg veel nadelen en is zo onbetrouwbaar dat deze methode nauwelijks wordt toegepast en zeker niet aangeraden wordt

Hoofdstuk 4 – Operatief onvruchtbaar maken

Methoden operatief onvruchtbaar maken

  • Verwijderen van de eierstokken
  • Verwijderen van de testikels
  • Verwijderen van de eierstokken en baarmoeder
  • Onderbreken van de eileiders
  • Onderbreken van de zaadleiders

Sterilisatie

  • In het algemeen: beide eierstokken worden verwijderd bij hond/kat
  • Ovariëctomie (OVE): beide eierstokken bij een vrouwelijk dier worden weggenomen
  • Oviario-hysterectomie(OVH): niet alleen de beide eierstokken worden verwijderd maar ook de baarmoeder
  • Na sterilisatie is dier onvruchtbaar geworden en wordt tevens niet meer krols of loops
  • Castratie is een betere benaming voor deze operatie
  • Sterilisatie betekend eigenlijk: de baarmoeder en eierstokken blijven intact, alleen wordt de passage door de eileider geblokkeerd à hierbij wordt dier nog gewoon loops of krols

Sterilisatie teef

  • OVE en OVH
  • Baarmoeder wordt soms verwijderd wanneer er bijv. aanwijzingen zijn van een ontsteking
  • Baarmoederontsteking is een veel voorkomend probleem bij de oudere teef

Voordelen ovariëctomie teef

  • Geen loopsheid
  • Afname kans op mammatumoren (kanker van het melkklierweefsel)
  • Geen risico meer op endometritis (ontstoken baarmoederwand) of pyometra (baarmoederontsteking)
  • Minder kans op Diabetes Mellitus

Nadelen ovariëctomie teef

  • Vergrote kans op urine incontinentie. Vooral bij:
  • Honden met overgewicht
  • Grote hondenrassen
  • Dwergpoedels
  • Honden met een ‘pelvic bladder’ (blaashals ligt te ver in het bekken)
  • Toename lichaamsgewicht
  • Verandering vachtstructuur
  • Verandering karakter

Karakterverandering na ovariëctomie

  • Teven worden in het algemeen niet slomer, soms juist iets feller en agressiever
  • Honden die vanwege een endometritis of pyometra geopereerd zijn, veranderen zelden van karakter. Na operatie zijn ze vaak wel weer levendiger en speelser

Verandering van de vrachtstructuur na ovariëctomie

  • Wordt vooral waargenomen bij langharige honden
  • Vacht wordt dikker, krulliger en moeilijker te onderhouden
  • ‘’puppy-vacht’’
  • Vooral geconstateerd bij: afghaanse windhonden, newfoundlanders en cocker spaniels

Moment van sterilisatie bij de teef

  • Uit onderzoeken blijkt dat het risico op kanker in het melkklierweefsel (mammatumoren) juist sterk afneemt wanneer men zo vroeg mogelijk de eierstokken verwijdert
  • Reden om niet zo heel vroeg te willen opereren: angst voor complicaties bijv. in vorm van urine-incontinentie na operatie
  • Het is gunstig om een sterilisatie uit te voeren wanneer de hond niet loops is, niet loops aan het worden is of net loops is geweest à de beste tijd is dus in de anoestrus

Voordelen ovariëctomie vóór de loopsheid

  • Geen ongewenste dracht meer mogelijk
  • Optimaal preventief effect ten aanzien van het ontstaan van mammatumoren
  • De ingreep is bij jonge dieren makkelijk uit te voeren

Nadelen van ovariëctomie op heel jonge leeftijd (< 3 maanden)

  • Evt. aanpassingen noodzakelijk ten aanzien van verdoving, medicatie en post operatieve zorg
  • Kans op een onderontwikkelde vulva en daardoor meer kans op perivulvaire dermatitis
  • Vertraagde sluiting groeischijven het weghalen van de gonaden beïnvloedt niet de groeisnelheid, maar wel de lengte van de groeiperiode
  • Of de kans op urine-incontinentie bij honden die voor de 1e loopsheid gesteriliseerd worden, groter is, staat momenteel nog ter discussie

De meeste Nederlandse dierenartsen ad viseren om de ovariëctomie (OVE) bij een teef uit te laten voeren vanaf een leeftijd van 6 maanden. Een heel geschikt moment is twee tot drie maanden na het begin van de eerste loopsheid.

Beschrijving operatieverloop ovariëctomie (OVE)

  • Algehele narcose
  • Steriele omstandigheden
  • Rugligging met uitgebonden poten
  • Operatieveld wordt ruim geschoren (vanaf de navel tot aan de voor rand van het bekken),grondig gereinigd, gedesinfecteerd en afgedekt met steriele doeken
  • Wordt een huidsnede gemaakt in de mediaanlijn van de buik net caudaal (richting de staart) van de navel
  • Onderhuid (subcutis) wordt vaak stomp geprepareerd zodat de linea alba (plaats waar de buikspieren van links en rechts middels een peesplaat aan elkaar verbonden zijn) van de buikwand zichtbaar wordt
  • linea alba wordt verder ingeknipt zodat het buikvlies geopend wordt en je in de buikholte terecht komt
  • in de buikholte zoekt men de baarmoederhoorn op en brengt men de uterus (baarmoeder) richting operatiesnede
  • vervolgens worden ovaria gelokaliseerd en zorgvuldig afgebonden op de plaats waar de eierstokken door middel van een ligament (ophangbandjes) aan de rugzijde bevestigd zijn
  • Eierstokken aan de rugzijde worden voorzichtig losgeknipt
  • De ligatuur (afbinding) moet geplaatst worden tussen ieder ovarium en de rug
  • Nadat de ovaria aan de dorsale zijde afgebonden en los geprepareerd zijn, worden ze buiten de wond gehaald en wordt er nog een ligatuur aangelegd tussen iedere eierstok en de baarmoederhoorn waarna de beide eierstokken losgeknipt en verwijderd kunnen worden
  • Meestal worden alleen de eierstokken verwijderd (OVE), bij afwijkingen aan de baarmoeder wordt behalve de eierstokken ook de baarmoeder verwijderd (OVH). De gehele baarmoeder wordt dan buiten de operatiewond gebracht en er wordt één ligatuur geplaatst op de baarmoederuitgang (cervix). Daarna wordt de baarmoeder losgeknipt en wordt de baarmoeder inclusief beide baarmoederhoorns en daaraan bevestigde eierstokken in z’n geheel verwijderd
  • Vervolgens wordt eerst de buikwand, daarna de subcutis en vervolgens de huid gesloten
  • Huid kan intradermaal gehecht worden, zo zie je geen hechtingen aan de buitenkant

Sterilisatie poes

  • Hetzelfde als bij hond
  • Er kan een baarmoederhaakje gebruikt worden
  • Operatietafel iets kantelen zodat hoofd lager komt dan de achterpoten, dan kan met het baarmoederhaakje de baarmoeder makkelijker gevonden worden
  • Er hoeft meestal maar een heel kleine snede gemaakt te worden ± 2 cm

Castratie reu

  • Beide testikels worden verwijderd
  • Medische redenen:
  • Prostaatproblemen
  • Tumoren in de zaadballen
  • Praktische redenen
  • Vrij eenvoudig, niet al te zware ingreep
  • Overzichtelijk operatieveld
  • Vanaf 6 maanden leeftijd kan een reu zonder problemen worden gecastreerd

Operatieverloop castratie reu

  • Algehele anesthesie
  • Rugligging met uitgebonden poten
  • Operatieplaats wordt geschoren, gewassen en gedesinfecteerd
  • Steriele operatieset
  • Één snede in de huid, testikels worden één voor één richting operatiewond geduwd
  • Bloedvaten en zaadstreng worden afgebonden en testikels worden geamputeerd
  • Snede wordt in 1 à 2 lagen dichtgehecht

Complicaties castratie

  • Bloedingen, wanneer de bloedvaten niet goed afgebonden zijn
  • Ontsteking van de operatiewond

Voordelen castratie

  • Minder neiging om weg te lopen
  • Minder fel ten opzichte van andere reuen
  • Minder neiging tegen iets of iemand op te rijden of tegen iets aan te plassen
  • Ontsteking van de voorhuid wordt meestal minder
  • Minder kans op ontstekingen of een goedaardige vergroting van de prostaat

Nadelen castratie

  • Algehele narcose
  • Kleine kans op urine-incontinentie
  • Kans om dik te worden
  • Operatie kan niet ongedaan worden gemaakt
  • Angstige honden worden nog angstiger

Castratie kater

  • Bijna alle in huis gehouden katers, die niet voor de fokkerij worden gehouden, zijn gecastreerd
  • Kan vanaf 5 maanden
  • Algehele narcose
  • Haren op het scrotum worden geplukt
  • Worden meestal geen hechtingen gebruikt
  • Echte katers:
  • Zijn veel op pad, vechten met andere katten om hun territorium te verdedigen à vaak verwondingen en ontstekingen
  • Krijgen na verloop van tijd een dikke katerkop en brede nek
  • Sproeien zowel binnen als buiten overal erg stinkende urine om hun territorium af te bakenen

Hoofdstuk 5 – De partus bij de hond en de kat

De normale partus

  • Moet in een rustige omgeving plaats vinden
  • Honden vinden het meestal prettig wanneer de eigenaar erbij aanwezig is, katten werpen hun jongen vaak verborgen in een donker hoekje
  • 3x per dag temperaturen om de individuele temperatuurscurve van het dier te bepalen. Bij daling van 0,5 tot 1,5 graden begint de partus meestal binnen enkele uren, met een uitloop tot 24 uur
  • Op het moment van de naderende partus vertoont het dier nestelgedrag
  • Symptomen op de bewuste dag van de partus bij de teef:
  • Dier plast en poept vaak meer dan normaal en ontlasting is vaak wat dunner
  • Weinig tot geen eetlust
  • Slijmachtige uitvloeiing
  • Tijdens de ontstluitingsfase troebel en bloederige uitvloeiing
  • Versnelde ademhaling
  • Symptomen op de bewuste dag van de partus bij de poes:
  • Verminderde eetlust
  • Miauwt veel
  • Versnelde ademhaling
  • Aanhankelijker
  • Verloop normale partus:
  1. Ontstluitingsfase: baarmoederwand vertoont contractie maar er zijn nog geen echte persweeën. Het dier voelt zich ongemakkelijk, is onrustig en heeft weeën
  2. Persfase: duurt bij het eerste jong het langst, zo’n 15 tot 45 minuten. Tussen de pups in zit gemiddeld 3 kwartier, tijdens deze periode wordt niet continu geperst
  3. Uitdrijvingsfase: jongen komen naar buiten. Het moederdier likt ieder geboren jong helemaal af en eet de vliezen en de nageboorte op. Door het likken worden de jongen gestimuleerd tot ademhalen

Het puerperium

  • De tijd aansluitend aan de geboorte
  • Bij de mens wordt dit ook wel kraambedperiode genoemd
  • De baarmoeder reinigt en hersteld zichzelf
  • Na de geboorte heeft de teef nog zeker 3 weken uitvloeiing à in het begin is deze donkerbruin tot groen en wordt daarna rood. Na verloop van tijd wordt de uitvloeiing steeds lichter en uiteindelijk helder slijmerig
  • Bij de poes stopt de uitvloeiing al na zo’n 10 dagen à eerst is de uitvloeiing rood, maar wordt al snel lichter en is op het laatst helder slijmerig

Abnormaal puerperium

  • Na de geboorte kan er een baarmoederontsteking optreden door:
  • Het achterblijven van gedeelten van de placenta
  • Het achterblijven van een vrucht
  • Na een lange of moeizame partus is de kans op een baarmoederontsteking groter
  • Wanneer er een baarmoederontsteking optreedt, zo snel mogelijk behandelen met medicijnen
  • Na de geboorte kan er ook een ontsteking van het melkklierweefsel ontstaan = mastitis. Dit betreft vaak maar één klierpakket
  • Hierdoor mogen de jongen minder drinken, de afgegeven melk is van mindere kwaliteit en de hoeveelheid melk zal snel afnemen
  • Verschijnselen dier met melklierontsteking:
  • Suf
  • Sloom
  • Hard gezwollen en pijnlijk klierpakket dat tevens rood en warm is
  • Koorts
  • Verminderde eetlust

Abnormale partus

  • Hierbij treden complicaties op waardoor het geboorteproces niet normaal verloopt. Er moet meestal ingegrepen worden en deskundige hulp is vereist
  • Niet vorderende partus: het moederdier perst al meer dan een half uur zonder dat er zichtbare vorderingen zijn à spoedgeval!
  • Als het moederdier 1 tot 2 uur lang, zwak perst en er gebeurt verder niets is het abnormaal en spreken we ook van een niet vorderende partus
  • Oorzaken niet vorderende partus:
  • Verkeerde ligging van het jong
  • Twee vruchten bieden zich tegelijkertijd aan voor de geboorteweg
  • Vrucht is relatief of absoluut te groot à komt regelmatig voor bij kleinere rassen met kleine nestjes
  • Brachycefale honden en katten hebben vaker problemen, het bekken van het moederdier is anders gevormd en de jongen hebben brede, erg bolle kopjes
  • Misvormde bekkens na trauma
  • Weeënzwakte à vaak zijn er al één of enkele jongen geboren maar het moederdier perst niet of nauwelijks meer terwijl er nog wel vruchten in de baarmoeder aanwezig zijn

Keizersnede (sectio caesarea)

  • Chirurgische ingreep die wordt toegepast als er complicaties optreden tijdens de verlossing of wanneer er ernstige complicaties te verwachten zijn tijdens de verlossing. Het is een chirurgische ingreep waarbij de ongeboren nakomelingen uit de baarmoeder worden gehaald via een snede in de buikwand en de baarmoeder
  • Over het algemeen een veilige operatie
  • Soms van te voren gepland, meestal onverwacht
  • Meest voorkomende complicaties van een keizersnee:
  • (te) veel bloedverlies
  • Ontsteking van de operatiewond
  • Peritonitis (buikvliesontsteking)
  • Verloop keizersnede:
  • Algehele narcose
  • Steriele omstandigheden
  • Baarmoeder wordt ingesneden en jongen worden verwijderd
  • Assistent(e) neemt de jongen aan van de chirurg en past noodzakelijke hulp toe
  • Nageboorten worden verwijderd uit de baarmoeder
  • Dichthechten

Nazorg sectio

  • Het moederdier moet zo snel mogelijk uit de algehele narcose gehaald worden
  • Jongen moeten zo snel mogelijk bij het moederdier gebracht worden
  • In de gaten houden of moederdier niet onderkoeld raakt tijdens operatie
  • Toezicht houden bij moederdier en jongen
  • Direct na de geboorte moeten alle nakomelingen individueel gewogen worden en dit moet dagelijks gebeuren op een vast tijdstip à controleren of ze voldoende melk drinken bij hun moeder
  • Het moederdier moet dagelijks gecontroleerd worden: operatiewond, lichaamstemperatuur, eten, drinken, plassen, poepen en omgevingstemperatuur
  • In verhouding is bij de kat minder vaak een keizersnede noodzakelijk dan bij de hond

Hoofdstuk 6 – De voortplanting van knaagdieren, konijnen en fretten

De geslachtscyclus bij de fret

  • Geslachtsrijp: 4 – 8 maanden
  • Eerste bronstperiode: het eerst volgend voorjaar na het jaar van geboorte
  • Voortplantingsseizoen: maart tot augustus (afhankelijk van daglengte)
  • Oestrus is goed herkenbaar aan een ronde gezwollen vulva
  • Mannetjesfret is seksueel actief van december tot ongeveer juli
  • Krijgt een sterke lichaamsgeur
  • Kan behoorlijk brutaal worden
  • Mannetjesfret kan gecastreerd worden vanaf 5 maanden
  • Vrouwtje is een induced ovulator
  • Vrouwtjes kunnen wel 6 maanden loops blijven à veroorzaakt een beenmergdepressie waardoor ze ziek kunnen worden
  • Wanneer men niet wilt gaan fokken met een vrouwtjesfret, is het beter om het dier te laten opereren (OVE) voor de eerste loopsheid
  • Dracht: 6 weken (42 dagen)
  • Werpgrootte: gemiddeld 8 jongen, maar kan variëren van 1 tot 18 jongen
  • Schijndracht kan bij een fret ook optreden
  • Gewicht jongen: 8 tot 10 gram
  • Oogjes open: na 4 ½ tot 5 weken
  • Spenen: vanaf 8 weken
  • Geboorteproces duurt ongeveer 2 tot 3 uur
  • Worden gemiddeld 5 jongen per uur geboren
  • Rust is erg belangrijk tijdens het geboorteproces
  • Houd een jonge aanstaande moeder in een kleine, rustige, vertrouwde en schemerige omgeving. Eten en vooral ook voldoende vers drinkwater moet heel dicht bij het dier voorradig zijn.
  • Let op dat de omgevingstemperatuur niet te hoog is

Aandoeningen in verband met de voortplanting van de fret

  • Beenmergdepressie
  • Ontstaat doordat ze gedurende lange tijd onder invloed van oestrogenen staan
  • Levensbedreigend
  • Symptomen: suf, sloom, bloedarmoede en een sterk verminderde weerstand
  • Om herhaling te voorkomen: OVE
  • Zwangerschapsvergiftiging (drachtigheidstoxicose)
  • Treedt vooral op bij jonge drachtige fretten, die gevast hebben
  • Oorzaak: grote energievraag van de ongeboren jongen, waardoor een tekort aan energie in het lichaam ontstaat
  • Een nacht geen voer kan al funest zijn
  • Overstappen op ander voer kan ook een reden zijn
  • Komt ook voor bij oudere fretten die drachtig zijn van veel jongen
  • Symptomen: sloom, kijkt glazig uit de ogen, voelt koud aan, bloedarmoede, vaak zwarte ontlasting, lever is ernstig vervet
  • Keizersnede kan levensreddend zijn, maar de prognose is meestal slecht
  • Therapie: shockbehandeling, glucose-infuus
  • Jongen zonder (pleeg)moeder of jonger dan 40 dagen dracht kunnen het beste geëuthanaseerd worden
  • Struviet-urolithiasis
  • Komt voor bij drachtige fretten, op een voeder waarvan het eiwit voornamelijk plantaardig is
  • Drachtige fret is extra gevoelig doordat ze continu mineralen mobiliseert
  • Er kan een prolaps van de vagina of het rectum ontstaan door persen
  • Stenen moeten operatief verwijderd worden en er vind meestal een keizersnede plaats
  • De fret moet op een beter dieet worden gezet
  • Afwijkende drachtlengte
  • Fretten drachtig van slechts één of twéé jongen mogen niet te lang dragen
  • De geboorte dient in zo’n geval op de 41ste dag opgewekt te worden met behulp van hormonen of een keizersnede
  • Problemen na de geboorte
  • Sommige fretten geven niet genoeg melk wanneer ze minder dan 5 jongen hebben
  • Baarmoederontsteking
  • Melkklierontsteking

De geslachtscyclus bij het konijn

  • Konijn induced ovulator
  • Geslachtsrijp: 22 weken oud
  • Bronstseizoen: voorjaar, onder invloed van daglengte en omgevingstemperatuur. Ook in het najaar valt een oestruspiek.
  • Geen vaste cycluslengte
  • Als voedster in oestrus is, is haar vagina gezwollen en zal ze de ram accepteren
  • 10 tot 13 uur na dekken ovuleert de voedster
  • Drachtlengte: 30 tot 33 dagen
  • Werpgrootte: 1 – 12 jongen (afhankelijk van het ras)
  • Enkele uren tot dagen voor de geboorte, maakt de voedster een nest
  • Voedster heeft 4 tot 5 paar tepels de ram 0
  • Jongen worden blind en kaal geboren en liggen helemaal verstopt in het nest
  • 1 tot 3 x per dag als het rustig genoeg is maakt de voedster het nest open en voedt ze de jongen gedurende een paar minuten à in deze tijd drinkt een jong tot 20% van zijn lichaamsgewicht
  • Na 3 weken komen de kleintjes voor het eerst uit het nest
  • Voedster kan jongen verstoten wanneer de rust verstoord wordt
  • Na 5 weken is bij de jongen het onderscheid te zien tussen rammen en voedsters
  • Jongen blijven bij hun moeder tot ze 6 weken oud zijn
  • Schijnzwanger duurt meestal 18 dagen
  • Voedster heeft een dubbele cervix (=baarmoederhals)

Aandoeningen met betrekking tot de voortplanting bij het konijn

  • Zwangerschapsvergiftiging (drachtigheidstoxicose)
  • Kan voorkomen in de laatste week van de dracht
  • Te vette konijnen, slecht eten en stress
  • Prognose is slecht
  • Geboorteproblemen
  • Komt heel zelden voor bij het konijn
  • Geboorteproces kan opgewekt worden met oxytocine
  • Problemen na de geboorte
  • Melkklierontsteking à wondjes aan het uier
  • Baarmoederontsteking à slechte hygiënische omstandigheden
  • Antibioticakuur
  • Syfilis
  • Seksueel overdraagbare ziekte veroorzaakt door een bacterie
  • Geslachtsopening is rood, gezwollen en vertoont zweertjes
  • Antibioticakuur
  • Wordt door een ram op vele vrouwelijke dieren uit een groep overgebracht
  • Meeste dieren zijn wel geïnfecteerd maar vertonen geen symptomen

De geslachtscyclus bij de cavia

  • Zeugjes: y-vormige geslachtsopening
  • Beertjes: o-vormige geslachtsopening, penis wordt zichtbaar door voorzichtig met de vinger op de buik vlak voor de geslachtsopening te drukken
  • Zeugjes kunnen worden gedekt op 5 maanden en zijn vanaf ongeveer 6 weken geslachtsrijp
  • Oestrische cyclus: 15 tot 17 dagen
  • Oestrus: 6 tot 11 uur
  • Draagtijd: gemiddeld 68 dagen (65 tot 70 dagen)
  • Het is van belang dat zeugjes waar men mee wil fokken voor de 7 tot 8 maanden leeftijd drachtig worden, later treedt er namelijk verbening van de symphysis (= verbinding tussen de twee schaambeenderen) op en kan het zeugje niet meer normaal werpen
  • Maakt geen nest
  • Geboorte duurt ongeveer ½ uur
  • Werpgrootte: 2 tot 4 jongen
  • Jongen zijn nestvlieders
  • Spenen: vanaf 3 weken
  • Jongen beginnen al na 3 dagen vast voedsel te eten
  • Een paar uur na de bevalling is moeder cavia alweer vruchtbaar

Aandoeningen met betrekking tot de voortplanting bij de cavia

  • Zwangerschapsvergiftiging
  • Te dikke zeugjes
  • Treedt 2 weken voor, tot een week na de partus
  • Prognose is slecht
  • Geboorteproblemen
  • Vooral bij oude dieren, die voor de eerste keer drachtig zijn
  • Ook bij te dikke dieren, te grote jongen en bij onvoldoende baarmoedercontracties
  • Oxytocine kan soms uitkomst bieden of een keizersnede
  • Het is altijd belangrijk om cavia’s te voorzien van voldoende vitamine C aangezien deze dieren dit vitamine zelf niet kunnen produceren

Geslachtscyclus bij de chinchilla

  • Geslachtsrijp: 8 maanden
  • Bronstperiode: november tot mei
  • Oestrische cyclus: 30 tot 50 dagen
  • Oestrus: vulva is niet gezwollen maar het perineum (=bilnaad) wel erg rood
  • Draagtijd: 111 dagen
  • Werpgrootte: 2 jongen
  • Geen nest
  • Jongen zijn nestvlieders
  • Na een week beginnen de jongen vast voedsel te eten
  • Spenen: vanaf 6 tot 8 weken
  • Na de geboorte treedt een post-partum oestrus op (na de geboorte)

Geboorteproblemen bij de chinchilla

  • Treden vooral op wanneer er maar één, te groot, jong geboren moet worden
  • Weeënzwakte

De kleine knaagdieren

  • Voortplanting is zelden een probleem
  • Veel onverwachte nesten, door onjuist seksen
  • Oestrische cyclus: gemiddeld 4 – 5 dagen
  • Draagtijd: gemiddeld 3 weken (gerbil 23 tot 26 dagen)
  • Werpgrootte: 3 tot 13 jongen
  • Spenen: vanaf 3 weken (gerbil 3 tot 4 weken)
  • Kanibalisme komt vooral bij hamsters voor. Het moederdier eet haar jongen op, meestal als gevolg van stress
  • Drachtige dieren apart zetten

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ga jij volgend jaar studeren?

Meld je aan voor nieuwsbrief van Studenten.com voor tips om alles uit je studentenleven te halen 💛