Diverse vakken

Beoordeling 4.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 590 woorden
  • 11 juli 2009
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 4.5
8 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Twijfel je nog over jouw studiekeuze?

Of heb je hulp nodig bij het inschrijven? Bezoek dan onze Extra Open Avond op 7 juni. Kom een kijkje nemen en voel hoe het is om te studeren bij Hogeschool Inholland. Wij staan voor je klaar! 

Meld je aan!


Natuurkunde

f= 1:t of T= 1:f
f= frequentie hertz
t= trillingstijd sec
resonantie= vanzelf meetrillen met een andere trilling
eigenfrequentie= een frequentie waarmee een voorwerp kan trillen
Hogere toon= strakker spannen, kortere snaar
meer trillingen is grotere frequentie.
hoe hoger de toppen hoe groter de amplitude
luidspreker= spoel magneet conus
in luidspreker word een elektrish signaal een geluid
inductiestroom=de stroom die ontstaat bij beweging in buurt van spoel
in microfoon word geluid omgezet in elektrisch signaal

positieve lens= midden dikker dan rand
positieve lens= bol & convergerend
positieve lens= vergroten of verkleinen
negatieve lens= midden dunner als rand
negatieve lens= divergerende werking
brandpunt positief= snijpunt achter de lens van evenwijdige lichtbundel
hoofdas= lijn door brandpunten en optische midden
optisch midden= punt midden tussen de brandpunten
brandpuntafstand= afstand brandpunt tot optisch midden van lens
sterkere lens= kleinere brandpuntafstand
brandpuntafstand telelens= groter als 50 mm
brandpuntafstand groothoeklens= kleiner dan 50mm
brandpunt negatief= snijpunt voor de lens
s=1:f
s=lenssterkte dioptrie
f=brandpuntafstand in meter
voorwerpspunt=plaats waar lichtstralen vandaan komen
beeldpunt=waar ze bijeen komen
scherp beeld=beeldpunten op scherm
voorwerp naar lens=beeld van lens af
lenzenformule: 1:v + 1:b = 1:f
v= voorwerpafstand cm
b= beeldafstand cm
f= brandpuntafstand cm
vergroting: n= b1b2:v1v2
b1b2= grootte beeld in cm
v1v2= grootte voorwerp in cm
n= b:v
b= beeldafstand in cm
v= voorwerpafstand cm

Scheikunde
kommaformules: geeft aan welke atoomsoorten in moleculen zijn
Index: het aantal atomen van dat soort in molecuul
Coéfficient:het getal voor een formule
7 niet ontleedbare stoffe : Fluor F2 Chloor CL2 Broom Br2 Jood J2 Zuurstof O2 Waterstof H2 Stikstof N2
mono di tri tretra pent hexa
in reactievergelijking:eenvoudigste hele getallen
Valentie(waardigheid):het aantal 'handjes' dat een atoom bezit.
valentie 1 H F Cl B R I
2 O S
3 N
4 C Si
exotherm: komt energie van
endotherm: stop je energie in
wit kopersulfaat + H2o = blauw kopersulfaat
geel helder joodwater+ So2=kleurloos helder joodwater
kleurloos helder kalkwater+ Co2=wit troebel kalkwater
lucht= 78 stikstof 21 zuurstof 1 edelgassen
verbranding: oxiden van de elementen van brandstof
verbranding C : koolstofdioxide
Verbranding H: water
Verbranding S; zwaveldioxide
interne verbranding: zonder zuurstof van buiten af
koolstofverbindingen: moleculen +koolstofatomen
koolwaterstoffen: moleculen met alleen kool- en waterstofatomen
atoombinding=binding tussen 2 atomen
enkelvoudige atoombinding: een streep verzadigd
dubbele atoombinding: dubbele streep onverzadigd
hoodketen: langste
zijketen: tak
destillatie: scheiding op verschil kookpunten
destillatie aardolie:lage kookpunten het hoogst
alkanen: koolwaterstof met enkele verbindingen
alkenen: koolwaterstof met dubbele verbindingen
zijketens op -y-
ch4: methaan c6h14:Hexaan
c2h6: ethaan C7H16:heptaan
c3h8: propaan C8h18: Octaan
C4H10: Butaan C9H20: nonaan
C5h12: pentaan C10H22: Decaan
Bij alkyl is het telkens bij h een minder

Nederlands
chronologisch: vroeger,later,nu,eerst,daarna,toen,vervolgens,voordat
oorzakelijk: daardoor,als gevolg van
redengevend: omdat,daarom,want
opsommend: ook,tevens,bovendien
vergelijkend: zoals,net als
tegenstellend: daarentegen,maar,hoewel
concluderend: kortom,daarom
middel-doel: om te,met de bedoeling
voorwaardelijk: als dan, tenzij
secularisatie= het wereldser worden
verloochenen= niet willen kennen
geroutineerd= ervaren
ambiguiteit=zinnen die je op meerdere manieren kunt opvatten
homoniem:  zelfde woord andere betekenis
hoofdletters bij: eerste woord, eigennamen, bijvoegelijk nw
kleine letter:eigennamen zonder pers. soortnamen, samenstelling feesten, groepen,windstreken,geschiedenis,seizoenen maanden dagen
meervoud:
ie klemtoon op eind ieén
klemtoon niet op eind ién
op i o u a y met 's
humor: vergelijking, opsomming, overdrijft, onbelangrijker,tegenstelling
ironie: om kritiek te levere met hyperbool en understatement
hoogconjunctuur= economische bloei
manifesteren = bekendmaken
prestigieuze = indrukwekkend
affiniteit = verwantschap in geestelijk opzicht
koppelteken: onoverzichtelijk,samenstelling,letters cijfers,ak namen,ex non niet oud.
weglatingsteken:deel woord weglaat
trema: voorkomen foute uitspraak
apostrof: weglatingsteken,meervoud,afleiding,meervoud, afkorting


Wiskunde

tan
sin
cos
N=b X g T
B=beginwaarde
g=tijdseenheid
Periode=korste tijd die duurt tot herhaling optreed
evenwichtsstand=laagste stand+hoogste stand:2
amplitude=hoogste stand-evenwichtstand
frequentie=het aantal perioden per seconde
machtfunctie: f:x->axN
f:x->2(x-5)4-8 is minimum -8 bij x=5
gemiddelde=som van waarnemingsgetallen:aantal waarnemingsgetalle
mediaan=middelste getal
modus=getal dat het vaakst voorkomt
spreidingsbreedte=grootste getal-kleinste getal
]  - - - { - - - - } - - } - - - - - - {
1 2 3 4 5
1: kleinste getal
2: mediaan eerste helft
3: mediaan
4: mediaan 2de helft
5: grootste getal

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.