Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

AM rijbewijs (brommer/scooter) H1-5

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1900 woorden
  • 14 oktober 2013
  • 101 keer beoordeeld
Cijfer 8
101 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1.Veiligheid en milieu.

1.1Veiligheid

Onder ernstig gewonden vallen de mensen die zijn opgenomen in het ziekenhuis.
Het openbaar vervoer is het veiligste vervoersmiddel.
Degenen met de hoogste kans op verkeersongeval zijn: mannen tussen de 16-19 jaar en mensen met een opgevoerde bromfiets. De meeste km worden afgelegd door bromfietsers tot 24 jaar.

1.2Milieu

Bromfietsen zijn slecht voor het milieu: (hangt af van snelheid, onderhoud e.d.)
1. Veel luchtverontreiniging;
2. Geluidsoverlast
Bijna alle bromfietsen hebben tweetaktmotor: slecht voor het milieu doordat onverbrande gassen vervliegen en er extra olie moet worden toegevoegd wat verbrand via de uitlaat.
Het is verboden technische wijzigingen aan te brengen aan je bromfiets. Het is onveilig, milieuschadelijk en bromfiets verliest aan waarde.
Te lage bandenspanning of slecht gespannen ketting zorgen voor veel brandstofverbruik. Snel rijden en optrekken e.d. zorgen voor meer schadelijke stoffen.

2.Nog (even) niet het verkeer in

2.1Aanschaf

Fiets en bromfiets vallen onder de niet-motorvoertuigen als het gaat om verkeersregels.
Motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigen, behalve bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, die niet over rails rijden.
Bromfiets: Heeft 2 of 3 wielen. Max 45 km/h. Cilinderinhoud max 50 cc of elektromotor. Geen gehandicaptenvoertuigen!
Snorfiets: Max 25 km/h. Blauw kenteken en geen helm nodig. Bromfiets is geen motorvoertuig, maar wel motorrijtuig.
Motorrijtuig: alle voertuigen die niet over rails gaan, maar wel op mechanische kracht of met elektrische motor met stroomtoevoer van elders. Uitgezonderd elektrische fietsen.
Bij rijden onder invloed: zelfde straf als een auto.
Bromfiets besturen vanaf 16 jaar met AM rijbewijs. Zelfs als de motor uitstaat! Voor brommer betaal je geen wegenbelasting.
Nadelen: onveilig (dus hoge verzekeringspremie), gevoelig voor slecht weer etc.

Technische eisen: 50 cc cilinderinhoud, max 45 km/h, passende tankdop, geen lekkage, gasdicht uitlaatsysteem, max 97 dB (voor een snorfiets max 90 dB), luchtbanden met goed profilering en goed afgeschermd. Remvertraging: 4 m/s. Goede claxon.

Kenteken brommer: geel met zwarte letters.
Kenteken snorfiets: blauw met witte letters.
Kentekenbewijs bestaat uit: (1A+B altijd bij je hebben!)
1A: technische gegevens brom/snorfiets
1B: persoonsgegevens
2: overschrijvingsbewijs (pas nodig bij verkoop)

Verzekeringen:
WA-verzekering (wettelijke aansprakelijkheid): verplicht! Hiermee vergoedt je de schade die jij aan anderen toebrengt. Onverzekerd rijden is strafbaar. Maak je dan schade, dan moet je alles zelf vergoeden. Schade aan je eigen voertuig is niet verzekerd.
WA + volledige casco: complete dekking, tenzij je alcohol op hebt of dergelijke. Altijd bromfietsrijbewijs en verzekeringspapieren bij je hebben!

Met je bromfiets mag je in alle Europese landen rijden.

2.2Uitrusting

Kleding: opvallend, bij voorkeur met reflectors. Nooit met kapotte lampen rijden! Je bent slecht zichtbaar voor auto’s.
Auto’s herkennen (in het donker) niet altijd meteen dat jij een bromfiets bent. Houd hier rekening mee!
Draag een jack met lichte/felle kleuren (reflectors). Draag warme kleding. Koud zijn verminderd het reactievermogen.
Draag zonnebril met laagstaande zon.
Helm: goed onderhouden, voorzien van keuringsmerk, juiste pasvorm. Goedkeuringsmerk is aan de binnenkant van de helm. Na een ongeval waarbij de helm de klap opving, moet deze vervangen worden. Het vizier mag niet bekrast zijn.

2.3Ritvoorbereiding

Toestand van de weg is erg belangrijk! (Denk aan blaadjes, moddersporen etc.)
Bij donker zie je slechter. Let dus op verlichting van anderen en dat van jezelf.
Bij slecht weer: eerder remmen. Let op bij veel wind!
Passagier: 1 been aan een kant. Voeten op voetsteunen en een passende helm op!
Bij kinderen onder de acht jaar: zitje of veilige zitplaats.
Bagage: niet breder dan 1m. Vastzetten en nooit met 1 hand vasthouden!

2.4rijvaardigheidsbeïnvloedende middelen

Max alcohol op bromfiets: 0,2 promille. (Wordt bereikt bij 1 standaard glas alcohol per uur) Vanaf 24 jaar: 0,5 promille. Rijbevoegdheid kan tijdelijk/blijvend worden ontzegd bij teveel alcohol. Per standaardglas staat 1-1.5 uur afbraaktijd.
Concentratie en blikveld is met alcohol slechter. Net als reactievermogen.
Niet meer verzekerd bij gebruik alcohol.
Veel medicijnen mogen niet in combinatie met bromfiets gebruikt worden.
Drugs beïnvloeden reactie-, inschattingsvermogen en blikveld.
Vermoeidheid zorgt voor concentratie- en reactieproblemen.

3.Nu het verkeer in

3.1soorten verkeer

Als je je bromfiets aan de hand hebt, ben je ook voetganger!
Een bromfiets is geen motorvoertuig.
Snorfiets: valt onder bromfietsen. 50 cc en max. 25 km/h. Geen helm, blauw kenteken, vanaf 16 jaar. Rijbewijs en verzekering verplicht!
Gehandicaptenvoertuigen mogen zelf weten waar ze rijden.
Brommobiel (met carrosserie, waar scooter alleen een frame heeft). Brommobiel heeft altijd
 sticker met max 45 km/h. Moeten een goede snelheidsmeter hebben. Bedrijfsremrichting op alle wielen! Moeten ruiterwissers en ruitensproeiinstallatie hebben. Ook autogordels en binnen + buitenspiegel. (Alleen linker buitenspiegel is voldoende). Mogen geen extra knipperlichten hebben.

Brommobielen moeten op de rijbaan rijden.
Overweg oversteken mag alleen als dat in 1x kan! Op een rotonde mag je vlak voor of op rotonde rechts inhalen. Mogen niet op verdrijvingsvlakken rijden.
Bij parkeerplekken met blauwe strepen: parkeerschijf!
Zie blz. 45 voor belangrijke borden.

3.2snelheidsregeling

Binnen bebouwde kom: niet sneller dan 30 km/h op het fietspad. Buiten de bebouwde kom: 45 km/h. Op de rijbaan: 45 km/h, geldt voor binnen en buiten de bebouwde kom!
Voetgangers die over willen steken: voor laten gaan.

Er zijn 3 soorten 80 km/h wegen:
- provinciale weg (bromfietsers op parallelweg)
- provinciale weg met fietspad
- plattelandswegen.
Op een erf: niet harder dan 15 km/h. Voetgangers geen voorrang.
In een tunnel moeten lichten aan!

Bij oversteken van overweg: als je een trein ziet op tijd stoppen want is snel dichterbij. Wachten tot rode lichten gedoofd zijn. Beste is motor uitzetten (goed voor milieu + brandstof) Van tevoren wordt een overweg aangegeven met strepen op een langwerpig, wit bord. Elk streepje (baken) staat voor 80m. Bij autoweg is eerste baken op 300 m afstand.
Blz. 50: belangrijke borden!

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

3.3

3.3plaats op de weg

Zoveel mogelijk rechts op de rijbaan rijden.
1: 2 gelijkwaardige, gescheiden rijbanen: rechtsgelegen rijbaan gebruiken.
2: 2 niet gelijkwaardige gescheiden rijbanen: mogen beide banen in beide richtingen gebruiken.
3: weerszijden van gracht/kanaal wegen? Dan mag je in beide richtingen rijden.
Met je bromfiets aan de hand moet je op het voetpad/trottoir lopen of in de berm.

Fietspaden:
1 fiets/bromfietspad: moeten bromfietsers gebruik van maken. Als je weer naar rijbaan moet: bord einde fiets-/bromfietspad of wit/rood bord met pijl.
2 verplicht fietspad: geen bromfiets, wel snorfietsen.
3 onverplicht fietspad: bromfietsers NIET, snorfietsers wel met motor uit.
Binnen bebouwde kom niet op rijbanen waarvan minimale snelheid 70 km/h is.
Buiten bebouwde kom: fiets/bromfietspad of zoveel mogelijk rechts.
Niet al teveel naar rechts, want dat nodigt uit tot inhalen.
Bromfietsen mogen niet op een fietsstrook. Bij onderbroken streep mogen bestuurders erop rijden als ze fietsers e.d. er niet mee hinderen. Bij doorgetrokken streep mag dit NIET!

3.4Verkeerslichten

Rood licht: stoppen.
Oranje: stoppen, indien niet mogelijk, doorgaan.
Groen: doorrijden.
Lichten met pijl gelden alleen voor mensen die die richting op gaan.
Bij witte overweglichten altijd kijken of er echt geen trein komt.
Blz. 57: tram- en buslichten.
Bij voetgangerslicht met geel driehoek met uitroepteken mogen voetgangers op eigen risico zonder te hinderen doorlopen.

3.5van richting veranderen

Richting veranderen: kijken, richting aangeven, voorsorteren.

Bij voorsorteren: niet gebruik maken van fietsstrook met doorgetrokken streep. Bij twee richting verkeer mag je links tegen wegas aan gaan rijden. Let op bij eenrichtingsverkeer: dan helemaal links van de weg! Binnen bebouwde kom is het gebruiken van voorsorteervakken verplicht! Ga in het midden staan zodat auto’s niet naast je komen staan.

 

3.6inhalen en ingehaald worden

Inhalen links alleen als het nut heeft voor betere doorstroming van verkeer. Als iemand al heeft voorgesorteerd voor links, rechts inhalen! Vlak voor of op een rotonde mag je ook rechts inhalen.
Tussen het voertuig dat je inhaalt en jou moet minstens 1m ruimte zijn. Ook 1m tussen jou en geparkeerde auto’s.
Niet inhalen bij bocht of bovenkant helling omdat daar slecht zicht is. Ook bij dichte mist niet inhalen! Niet inhalen vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats. Nooit sneller gaan rijden als je ingehaald wordt.

3.7verlenen van voorrang en voor laten gaan

Op kruispunt met gelijkwaardige wegen: RECHTS HEEFT VOORRANG!
Bij voorrangssituaties:
 1. Voorrang is altijd kwestie van krijgen over lenen.
 2. Gedraag jezelf voorspelbaar.
Op voorrangsweg heb je voorrang op al het verkeer dat van links/rechts komt. Geldt ook op voorrangskruispunten. Zie driehoekig voorrangsbord en haaientanden als je voorrang moet geven.
Altijd stoppen bij stopbord!
Bestuurders op onverharde weg geven voorrang aan verharde weg.
Voorrang verlenen aan tram! Tram moet zich aan verkeersborden en verkeersregels houden.
Rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaande bestuurders.
Uit een uitrit al het verkeer voor laten gaan.
Als de rotonde geen voorrangsborden heeft, moet naderend verkeer voor. Op rotonde mogen bromfietsen ook op de linkerrijstrook rijden als ze op de rijbaan moeten rijden.
Bromfietsen moeten blinden voor laten gaan. Bij een voetgangersoversteekplaats een voetganger/bestuurder gehandicaptenvoertuig voor laten gaan.
Bij bushalte binnen bebouwde kom heeft wegrijdende bus voorrang.

3.8gebruik van verlichting en signalen

Bromfiets moet dimlicht, achterlicht en een (niet driehoekige) reflector aan de achterzijde hebben.
Geen groot licht bij: dag, het tegenkomen van weggebruikers en op korte afstand volgen van een voertuig.
Claxon en aan-/uitzetten van licht geldt als waarschuwing. Dus niet zomaar claxoneren.

3.9uitvoeren van bijzondere manoeuvres

Bij het maken van een ‘manoeuvre’ moet je overig verkeer voor laten gaan.
Bij achteruit rijden met brommobiel ook alles voor laten gaan.
Pas als je anderen niet hindert, mag je ergens wegrijden. Geef aan met wijzer of arm.
Bij het inrijden van een inrit ook niemand hinderen, al het verkeer voor laten (ook voetgangers die gebruik maken van kruisend trottoir)
Bij keren op de weg ook niemand hinderen!

3.10stoppen, stilstaan en plaatsen

Bij langdurige stop: motor afzetten.
Niet stilstaan bij:
- kruispunt/overweg/fietsstrook of rijbaan naast fietsstrook.

  • Oversteekplaats of binnen 5 meter ervan.
  • Bij bord bushalte. Bij geen markering: niet binnen 12 meter. Mag wel passiers laten op-/afstappen.
  • Rijbaan langs busstrook of busstrook zelf.
  • Langs gele doorgetrokken strepen.

Bromfietsen plaatsen op trottoir, voetpad of berm. Nooit voor in-/uitrit!
Blz. 72: borden parkeren.

4.Bediening van brom- en snorfiets

4.1Basisvaardigheden

Automaat:
Hebben vaak kickstarter, waarmee scooter wordt aangetrapt.
Gas geven: draaien aan de rechterkant. Als gashendel niet automatisch terugdraait als je hem loslaat, zijn de kabels versleten of moet hij gesmeerd worden.
Heeft voor- en achterrem aan het stuur.

Schakel:
Elektrische starter: knopje indrukken en hij start.
Schakelen gebeurt met linkervoet door het versnellingspedaal op en neer te bewegen. Voor inschakelen van de eerste versnelling moet het versnellingspedaal naar beneden. Voor het schakelen: koppeling inhouden. Rustig koppeling weer loslaten en iets gas geven. Er zijn 4 versnellingen.
Terugschakelen: pedaal paar keer naar beneden duwen, koppeling inknijpen en geen gas geven. Al rijdende terugschakelen! Voorrem aan stuur, achterrem met rechtervoet.
Choke: wordt gebruikt bij koud weer om motor op gang te brengen. Gebruikt daarbij meer brandstof.

4.2voertuigbeheersing

Als je de bromfiets goed onder controle hebt, dan:
- kun je rechtuit rijden bij verschillende snelheden. (bij 15 km/h slinger je bv snel)
- beheers je het acceleren (optrekken, versnellen). Sterk acceleren is slecht voor je banden en het milieu.
- kun je op juiste manier remmen met twee remmen. Remmen ook vooral met voorrem, maar ook altijd met achterrem! Achterrem te hard ingedrukt: blokkering achterwiel.

Als je de bromfiets goed onder controle hebt, dan:
- kun je rechtuit rijden bij verschillende snelheden. (bij 15 km/h slinger je bv snel)
- beheers je het acceleren (optrekken, versnellen). Sterk acceleren is slecht voor je banden en het milieu.
- kun je op juiste manier remmen met twee remmen. Remmen ook vooral met voorrem, maar ook altijd met achterrem! Achterrem te hard ingedrukt: blokkering achterwiel.

Bij sneeuw, zand e.d.: alleen achterrem omdat voorrem dan snel blokkeert. Bij slippen even rem loslaten en daarna opnieuw proberen.
- kun je op juiste wijze sturen door de bochten. Mee hellen met de bocht, zachtjes de bocht ingaan en NOOIT remmen in de bocht.

- Kun je op een juiste wijze een noodstop maken (gebruik voor- en achterrem)
- ken je de relatie tussen reactietijd, rijsnelheid, remweg en stopafstand.

5.voertuigkennis en onderhoud

5.1onderhoud

x

5.2voertuigkennis

x

5.3voertuigcontrole

Controleren voor rit:

  • brandstofpeil
  • oliepeil
  • remmen
  • bandenspanning
  • kettingspanning
  • verlichting
  • claxon

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.