Zuidoost-Azië in Beeld Hoofdstuk 2

Beoordeling 1.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 3021 woorden
  • 11 juli 2017
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 1.6
3 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Zuidoost-Azië en de buitenlandse handel

Handelsstromen breiden zich uit

Belangrijkste handelsstromen op de wereld lopen nog steeds via de landen van de triade:

● Noord-Amerika

● Europese Unie

● Japan

De ASEAN

De landen van Zuidoost-Azië hebben een samen een samenwerkingsverband genaamd de ASEAN.

● De ASEAN zorgt voor economische ontwikkeling.

● In de jaren 80’ was de positie van de ASEAN niet sterk

● Tegenwoordig een belangrijk handelsblok (eventueel in de toekomst 4e handelsblok)

De sterke groei van de welvaart in grote delen van de wereld zorgde ervoor dat er een mondiale afzetmarkt voor de groeiende stroom consumptie goederen ontstond.

De wereld wordt steeds kleiner door:

● Technologische vooruitgang

● Grotere dus goedkopere transportmiddelen

● Goede communicatiemogelijkheden

Doordat veel bedrijven footloose zijn, verplaatsen veel bedrijven naar gebieden met goedkopere arbeid en efficiëntere werkwijzen. Hierdoor is er een verschuiving plaatsgevonden van de handel: Van de Pacific Rim naar de Atlantic rim, deze verschuiving wordt global shift genoemd.

Pacific Rim

De economisch en politieke aanduiding van landen en eiliande die rond de Grote Oceaan liggen.

Global shift

Term met dubbele betekenis

- Proces van mondialisering

- Verschuiving van het economische zwaartepunt van de Atlantic Rim naar de Pacific Rim

Handelspartners

Handelsbalans is een deel van de betalingsbalans van een land.

Aan de kant van de ontvangsten staat de geldwaarde van de export van een land over een bepaalde periode.

Aan de uitgave kant staat die van die import.

Wanneer de inkomsten van de export groter zijn dan de kosten van de import spreek men van een actief handelsbalans, in geval van een negatief saldo heeft met het over een passieve handelsbalans.

Zuidoost-Azië is sterk verbonden met de wereldeconomie. Japan, Hongkong en China zijn belangrijke afnemers van eindproducten. De handelsbalans met Japan en China is passief.

Samenstelling van het exportpakket

De verhouding waarin de verschillende producten deel uitmaken van het exportpakket.

● Vroeger alleen landbouwproducten en delfstoffen.

● Hedendaags een breder assortiment zoals elektronica en machines.

Belang van invoer en uitvoer per land

Om het belang van de invoer en uitvoer voor een land te meten, berekent men vaak de importwaarde en de exportwaarde als percentage van het bruto nationaal product.

De ASEAN heeft percentage van 102%. Dat betekent dat de totale waarde van import en export hoger is dan de waarde van alle geproduceerde goederen in de hele ASEAN zelf.

Externe gerichtheid van de economie

De mate waarin de economie gericht is op het buitenland. Een indicatie hiervan wordt verkregen door de waarde van de handelsbalans te delen door het BNP.

In Vietnam is de waarde van de totale import en export 30% hoger dan wat het land zelf produceert aan goederen. Singapore is de koploper wat betreft de omgang van goederenhandel, gevolgd door Maleisië en Thailand. Laos en Myanmar zijn echter niet actief bezig om deel te nemen aan de mondiale economie.

Exportvalorisatie

De industriële bewerking van een ruwe grondstof of een halfproduct voor de uitvoer op een zodanige manier dat de houdbaarheid wordt vergroot en/of het gewicht wordt verminderd en/of het volume wordt verkleind met als gevolg een toename van de waarde van het product.

Voordelen exportvalorisatie

● Een land ontvangt meer inkomsten uit het buitenland dankzij hogere toegevoegde waarde van de eindproducten

● De bewerking van grondstoffen levert werkgelegenheid op.

Buitenlandse investeringen

Voor de opbouw van een mondiaal gerichte economie hebben de ASEAN-landen veel geld nodig. Een deel hiervan wordt verkregen door directe buitenlandse investeringen. Er is sprake van een directe buitenlandse investering wanneer geld wordt gestoken in de productiefactoren in een ander land. Men kan dit op twee manieren doen:

● Een nieuw bedrijf starten

● Een bedrijf overnemen

Financiële instituten die gericht zijn op het beleggen van kapitaal doen vaak indirecte investeringen.

Directe buitenlandse investeringen

Men spreek van directe buitenlandse investeringen (DBI) of foreign direct investments (FDI) wanner geld wordt gestoken in de productiefactoren in een ander land. Het zijn geldelijke uitgaven ten behoeve van een doel dat pas op lange termijn wordt behaald. Het verwerven van blijvend belang in een onderneming in het buitenland wordt vaak gedaan met het doel invloed op het beleid te kunnen uitoefenen. Dit gebeurd op drie manieren:

- Green field: het stichten van een bedrijf op een plek waar eerst niets was

- Fusie of acquisitie: De overname van lokale bedrijven

- Joint venture: Deelname in een lokaal bedrijf

Buitenlandse inversteringen komen van:

1. EU

2. Intra-ASEAN

3. Japan

4. V.S.

De investeerders zoeken naar een veilige bestemming met hoogst mogelijke rendement. Singapore voldoet het best met daarna Vietnam, Indonesië en Thailand.

Aantrekkelijke inversteringsgebieden

Investering uit het buitenland worden binnengehaald door aantrekkelijke voorwaarden voor de multinationals. Vaak wordt dit gedaan in speciaal aangewezen gebieden. Hiervan zijn er twee types:

Export Processing zones (EPZ)

Kenmerken EPZ

● Goederen van laagwaardige assemblage-Industrieën worden hier in elkaar gezet.

● Kleine duidelijk omgrensde gebieden waarin de vestigings voorwaarden gunstiger zijn dan in de rest van het land.

● Exportgeoriënteerde bedrijven hebben gunstige voorwaarden.

● Geen invoerrechten op de invoer van grondstoffen, onderdelen en halffabrikaten.

● Geen belasting op voor de kant-en-klare eindproducten

● Goedkope en hardwerkende arbeidskrachten

● Vaak gunstig gelegen ten opzichte van zeehavens voor containervervoer.

● Vaak een internationale luchthaven binnen bereik voor snel vervoer.

Speciale economische zones (SEZ)

Kenmerken SEZ

● Geïnvesteerd in industrie maar ook in de dienstensector vertegenwoordigd

● Vrijhandel wordt gestimuleerd

● Sommige zijn grensoverschrijdend (Denk aan Singapore en Batam)

Stedelijke netwerken

Een groeidriehoek in Zuidoost-Azië is de zogenaamde Singapore-Johor-Batam groeidriehoek. Een andere groeidriehoek is de Greater South China Economic Zone. Binnen deze zones liggen twee reusachtige stedelijke netwerken. Deze netwerken hebben vaak niet alleen sterke economische banden maar ook cultureel.

Desondanks is er nog steeds weinig contact tussen een groot aantal landen in Zuidoost-Azië. Dit komt door:

● Slechte infrastructuur

● Verschillende politieke systemen

● Gebrek aan complementariteit.(doordat bijna iedereen hetzelfde produceert is er geen reden voor onderlinge handel)

De keerzijde

Landen kunnen ook erg ver gaan om buitenlandse investeringen binnen te halen. Dit doen ze omdat met de export veel verdient kan worden en in de arbeidsintensieve industrieën veel werknemers terecht kunnen (ook laaggeschoolde en vrouwelijke).

Deze wil om buitenlandse investeringen heeft ook zijn nadelen:

● Multinationals eisen dat er geen sociale onrust is, dus de arbeidswetgeving is versoepeld en men mag geen lid worden van een vakbond.

● Veel nachtwerk, lonen lager dan het wettelijk minimum, ontslag bij protest, arbeidsomstandigheden slecht voor gezondheid.

● Bij elektronicabedrijven hangen giftige dampen door slechte ventilatie.

● Men gaat niet zorgvuldig met veiligheidseisen om

Ruimtelijke afwenteling

● Afval export. Giftig afval wordt naar ontwikkelingslanden gestuurd. Vaak van de elektronica-industrie.

Ruimtelijke afwenteling

Afschuiven van nadelige milieu-effecten van menselijk handelen op andere gebieden.

3.2 Voor- en Nadelen van internationale contacten

Werken over de grens

Niet ieder land/streek in de regio ontwikkelt even snel. Buiten de kerngebieden zijn talloze perifere regio’s. Het toekomstperspectief in deze gebieden is niet groot vandaar dat er sprake is van een grote internationale arbeidsmigratie.

Internationale arbeidsmigratie

De verhuizing over landsgrenzen van arbeidskrachten op zoek naar werk.

De regering van armere landen in Zuidoost-Azië stimuleren de gastarbeid sterk omdat:

● Werken in het buitenland levert een flinke deviezenstroom op.

● Biedt een oplossing voor de enorme werkeloosheid.

● Werknemer ontvangen in het buitenland een zekere mate van scholing en doen werkervaring op.

De ASEAN bemoeit zich niet met het verkeer van personen.

Honger naar arbeidskrachten in Singapore

Voor de tweede wereldoorlog moest singapore het vooral hebben van de immigratie. Na de oorlog was het voor de ongeschoolde arbeiders vrijwel onmogelijk om Singapore binnen te komen. Toen de exportgerichtheid toenam werden de regels verruimd. In de jaren 90’ werkten er vole Maleisische arbeidskrachten in Singapore en vertrokken een groot aantal beter geschoolde Singaporezen naar onder andere Australië en Canada. Velen kwamen terug naarmate de stadstaat zich ontwikkelde in de richting van een hoogtechnologische dienstensamenleving.

Exportgerichtheid

Twee betekenissen

- De politiek-economische koers van een land zoals die blijkt uit de keuze voor een sterke nadruk op de goederenproductie voor de uitvoer.

- De mate waarin een land afhankelijk is van de uitvoer van een of slechts enkele exportproducten.

Veel gastarbeiders kregen dankzij een bilaterale migratie overeenkomst een baantje in de industrie, bouwnijverheid en huishoudelijk werk. Uit vrees voor negatieve maatschappelijke gevolgen van een grote instroom van immigranten, krijgen laaggeschoolde gastarbeiders slechts een tijdelijk verblijfsvergunning. Via reclame en aantrekkelijke regelingen wil de overheid de toestroom van hooggeschoolden op gang houden.

Vele studenten willen Singapore verlaten omdat er te strenge regels gelden in Singapore en ze een nieuwe uitdaging zoeken.

Indonesiërs, ver van huis…

Gastarbeid is voor Indonesië van groot belang. Veel jongere mensen trekken voor een paar jaar naar landen waar wel werk te vinden is. De meeste migranten komen in het Midden-Oosten en Maleisië terecht. Driekwart van de migranten zijn vrouwen.

De gegevens van de overheid geven een incompleet van gastarbeid omdat

● Het werkelijke aantal legale arbeiders is hoger dan de statistieken aangeven, omdat registratie niet centraal verloopt.

● Er een zeer grote illegale arbeidsmigratie is die buiten deze statistieken blijft.

Maleisië hanteert een wisselend beleid ten aanzien van deze illegalen. Soms worden illegale migranten gedoogd, maar vaker worden ze (vooral in tijde van crisis) op grote schaal het land uitgezet.

Voordelen gastarbeid voor Indonesië

● Een groot deel van het verdiende geld van de gastarbeiders wordt gestuurd naar hun familie in Indonesië. Hiermee kunnen huishoudens het hoofd boven water houden.

● De werkloosheid wordt in het land zelf minder hoog

Gastarbeiders zijn over het algemeen ongeschoold en doen slecht betaald werk in de bouw, op plantages, in de bosbouw en in fabrieken.

Werk van vrouwelijke gastarbeiders

● Huishoudelijk werk, dienstmeisje of schoonmaakster

● Veel zwaar en vervelende karweitjes

● Gedwongen onbetaald overwerken onder armzalige arbeidsomstandigheden

● Vaak seksueel misbruikt.

Wanneer de economische omstandigheden in een vertrekgebied zo slecht zijn, zullen veel mensen uit zo’n streek (soms een heel dorp) migreren. Dorpsgenoten volgen eerdere migranten uit het dorp en komen uiteindelijk in een ander land weer bij elkaar te wonen en werken.

Mensen kiezen ervoor om zonder de benodigde officiële papieren werk te zoeken in een ander land. Het kost namelijk erg veel tijd en geld om aan de vereiste vergunningen te komen.

Arbeidsmigratie in en om Thailand

Thailand ontwikkeld zich in het laatste decennium sterk. Het aantal laaggeschoolde inwoners dat in het buitenland werkt is afgenomen. Tegelijkertijd groeit het aantal mensen dat uit minder ontwikkelde, nabijgelegen landen binnenkomt om werk te zoeken in de landbouw, bouwnijverheid of industrie.

Het niveau dat de meeste buitenlandse werknemers verrichten is laag en vereist nauwelijks scholing, daardoor zijn de lonen laag.

Vrouwen werken voornamelijk in de huishouding en zijn samen met de kinderen de meest kwetsbare groep.

Cambodjanen klagen dat ze weinig bewegingsvrijheid hebben en dat ze minder uitbetaald krijgen dan de autochtonen Thai. Teven ontbreekt de medische zorg en de werkomstandigheden zijn soms gevaarlijk. Verder komt veel geweld, schelden en seksuele intimidatie en misbruik voor.

Witte stranden en Aziatische gastvrijheid

Zuidoost-Azië groeit enorm in de toeristensector. Steeds meer buitenlanders kiezen de regio als vakantiegebied.

Door de gunstige dollarkoers, de komst van low cost carriers en de vereenvoudigde grens afwikkeling groeide het inter- en intraregionale vliegverkeer.

Vakantiegebied

Streek of land waar mensen naartoe op vakantie gaan.

Thailand als trekpleister

Veel Nederlanders gaan naar Thailand omdat

● De stranden

● Exotische cultuur

Toerisme is in Thailand de grootste bron van buitenlandse deviezen geworden.

De overheid stimuleert het toerisme erg.

Cambodja

Toerisme is de snelst groeiende economische tak in Cambodja.

Belangrijke trekpleister: Killing Fields

Belemmeringen voor ontwikkeling van toerisme: gebrekkige infrastructuur in het binnenland.

Laos

In Laos is er geen sprake van massatoerisme. Dit komt dat het vroeger onmogelijk was om naar Laos te reizen vanwege de bureaucratie.

De regering wil de individueel ingestelde toerist en het hogere segment van de groepsreizen markt veroveren waarbij ingezet wordt op natuur en cultuur. Het land probeert de negatieve uitwassen, zoals sekstoerisme, buiten de deur houden.

Maleisië

Het grootste deel van de toeristen komen uit Singapore, Thailand en Indonesië.

Maleisië verdient gemiddeld minder geld per toerist dan landen als Thailand en Singapore. Dit komt omdat de toeristen afkomstig zijn uit buurland. Ze blijven daardoor voor een kortere tijd en geven minder geld uit. Vandaar dat Maleisië zich wil richten op de kapitaalkrachtige Europese en Australische toeristen.

Gezondheidstoerisme

Gezondheidstoerisme groeit steeds meer. In Thailand en Maleisië groeiend ze het meest.

Het gaat hier om:

● Plastische chirurgie

● Chirurgische ingrepen

● Gezondheidstherapie

Veel van deze toeristen komen uit Indonesië gevolgd door Brunei, Vietnam, Singapore, Thailand en Japan. In de toekomst willen ze ook Chinezen en Indiërs aantrekken. Ook uit Europa komen geregeld toeristen.

Voor- en nadelen van toerisme

Toerisme is de snelst groeiende industrie wereldwijd. Dit brengt veel economische voordelen met zich mee. Echter zijn er ook nadelen aan deze bedrijfstak.

Namelijk

● Milieuproblemen (toeristen vragen om meer huisvesting in soms kwetsbare gebieden)

● Kwetsbare waterhuishouding kan worden aangetasten door houtkapping, dat kwan leiden tot uitdroging en en overstromingen.

● Kuststroken worden aangetast door milieuvervuiling

Steeds meer regeringen zijn bezig om duurzame vormen van toerisme op te zetten waarbij de kennis van de lokale bevolking wordt ingezet en de natuur wordt gespaard.

In praktijk is het nog anders. Inkomsten van reizen naar inheemse bevolkingsgroepen komen nauwelijks ten goede van de leefomstandigheden van de bevolkingsgroepen.

Leidt globalisering tot meer democratie?

Aantrekkelijke landen die democratisch georganiseerd zijn met politiek stabiliteit, zijn gunstiger voor buitenlandse investeerders die participeren in de economie. Politiek instabiele en minder democratische regimes zullen juist vermeden worden. Dit gebeurd niet altijd.

Myanmar

Met een autoritair dictatoriaal regime sluit Myanmar zich voor een groot deel af van de buitenwereld. Dit land laat weinig buitenlandse bedrijven toe. Door Myanmar lid te laten worden van de ASEAN hoopte men dat er meer openheid zou ontstaan en dat dit de vrijheid van de burgers ten goede zou komen.

Laos

Laos zoekt langzaam mogelijkheden voor globalisering. Anderzijds wil Laos vasthouden aan de socialistische politiek.

Thailand

Thailand leek, op politiek gebied, een vrij stabiel land. De koning heeft in Thailand veel invloed.

Er zijn verschillende militaire staatsgrepen geweest. Het bestuur blijft ondemocratisch.

Filipijnen

De samenleving werd een lange tijd geplaagd door vriendjespolitiek, corruptie en machtsmisbruik. Na de val van de dictator wordt het land steeds economisch liberaal, waardoor buitenlandse investeerders worden aangelokt.

Singapore

Singapore is een autoritair geregeerde staat. Enerzijds zijn buitenlandse ondernemingen en investeerders van harte welkom. toch blijft het een staat waarbij de lokale media worden gecontroleerd en de buitenlandse media worden gecensureerd. De staat wordt geregeerd door een elite. Er is een grote staatsbemoeienis in grote delen van de economie.

3.3 Zuid-Azië

Kenmerken van Zuid-Azië

Fysische en politieke kenmerken

Fysisch-geografische kenmerken

In Zuid-Azië liggen 3 verschillende gebied met ieder hun eigen fysisch-geografische kenmerken.

● In het noorden strekken zich de lange bergketens van de Himalaya uit. In het westen zijn de berghellingen kaal door het droge klimaat. In het oosten vind je dichte bossen op de hellingen in de vochtige klimaten.

● Ten zuiden van deze bergketens liggen de grote, laaggelegen riviervlakten. De vruchtbare valleien zijn zeer dichtbevolkt.

● Op de zuidelijke plateaus in India wordt de grond intensief bewerkt (dankzij de moesson). De bevolkingsdichtheid is hoog.

Politieke kenmerken

Zuid-Azië, uitgezonderd Nepal, was vroeger een kolonie van Groot-Britannië.

India een federale republiek en daarmee het grootste democratisch land ter wereld.

Sociaal-culturele kenmerken

Zuid-Azië wordt overheerst door één land namelijk India. Hier wonen 1,2 miljard mensen.

De bevolkingsgroei liep veel sneller dan die in Zuidoost-Azië door de hoge geboortecijfers.

● De meeste mensen wonen nog op het platteland maar er is een groot urbanisatietempo. Omdat er niet genoeg werk, scholing en voorzieningen zijn, leven veel mensen in armoede en het percentage analfabeten is hoog.

● Mumbai is een snel groeiende stad. Hierdoor leven veel mensen, ongeveer 50%, in slums.

● In Zuid-Azië bevinden zich verschillende etnische groeperingen. In India is het hindoeïsme de belangrijkste religie, maar je vindt er ook het christendom, de islam en het boeddhisme. In Pakistan overheerst de islam. Er vinden vaak geweldsconflicten plaats.

Economische kenmerken

● Het BNP per hoofd van de bevolking is de afgelopen decennia sterk gestegen.

● Een groot deel van de beroepsbevolking werkt nog in de landbouw.

● Door de groei van de bevolking is de landbouwgrond uitgebreid. Dit ging ten koste van de laaglandbossen met hun rijke biodiversiteit.

● De regio kent een zwakke bestuurlijke organisatie waardoor er een ondeugdelijk pachtstelsel bestaat.

● Veel grond is gedegradeerd.

Voorbeeld india

Langzaam integreert India de wereldeconomie doordat

● De industriële productie groeit.

● Het aandeel van de buitenlandse handel in het BNP toe neemt.

● Azië steeds belangrijker als exportmarkt wordt.

● De wederzijdse handel met China snel toeneemt.

● Het aanbod van het Indiaanse exportpakket is in de loop der jaren sterk veranderd is. Het merendeel bestaat nu uit fabricaten en diensten (software).

● De razendsnelle groei van de IT-sector, geneesmiddelenindustrie en andere kennisintensieve industrieën zorgt voor een koopkrachtige klasse van nieuwe rijken wiens uitgavenpatroon zorgt voor een inkomen voor grote groepen werknemers.

● De westerse oriëntatie en opleiding van de Indiërs een pluspunt is.

India is lid van de SAARC (South Asian Association for Regional Cooperation).

Dit is een economisch en politieke organisatie waarvan acht Zuid-Aziatische landen lid van zijn.

Problemen

Problemen van India

● De uitvoer blijft zeer geconcentreerd op een relatief klein aantal producten. Meer diversiteit zorgt voor meer werkgelegenheid.

● De grondstofprijzen en de prijzen voor fossiele energiebronnen stijgen door krapte op de wereldmarkt.

● De vraag naar elektriciteit wordt groter.

● De stijgende voedselprijzen leiden tot onrust.

● Het transport van veel goederen, grondstoffen en energiebronnen verloopt nog moeizaam omdat er onvoldoende capaciteit is op de wegen en spoorlijnen.

● De toenemende kloof tussen arm en rijk. De middenklasse groeit, maar de toenemende welvaart komt niet ten goede aan de arme. De overheid zorgt niet voor deze groep.

● Er is sprake van grootschalig corruptie.

● Meisjes worden systematisch achtergesteld :(

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.