Aardrijkskunde hoofdstuk 1 Wereldbeeld
§1 Op de grens
Koopkracht = de hoeveelheid goederen of diensten die je in een land voor één dollar kunt kopen.
|
De beroepsbevolking bestaat uit:
- Landbouw
- Diensten
- Industrie
§2 Een grens tussen arm en rijk
Bruto nationaal product (bnp) = de waarde van alle goederen en diensten die in een bepaalde periode door een land worden geproduceerd plus de inkomsten uit het buitenland.
Om welvaartsverschillen tussen landen te vergelijken wordt vaak het bnp/hoofd gebruikt. Je deelt dan het bnp door het aantal inwoners.
Beroepsbevolking = het deel van de bevolking dat tegen betaling een beroep uitoefent plus de werklozen.
Informele sector = de niet-officiële economie.
Arme landen worden gekenmerkt door een jonge, snelgroeiende bevolking. In vergelijking met de VS is de leeftijdsopbouw van de Mexicaanse bevolking zeer jong. Het geboorte- en sterftecijfer is de afgelopen 25 jaar flink gedaald. De bevolkingsdichtheid is ook flink toegenomen. Dat komt door de Mexicaanse overheid die dit sterkt heeft gestimuleerd.
De grens tussen Mexico en de VS vormt niet alleen een scheiding tussen arm en rijk, maar is ook een cultuurgrens. Veel Europese cultuurelementen zijn verweven met de indiaanse cultuur die hier heel erg leeft. Een grensregio ontwikkelt zich vaak als een mengcultuur met een heel eigen identiteit.
Leeftijdsopbouw = de verdeling van de bevolking over de verschillende leeftijdsklasse, weergeven in een leeftijdsdiagram.
Geboortecijfer = het aantal levendgeborenen per duizend inwoners per jaar.
Sterftecijfer = het aantal sterftegevallen per duizend inwoners per jaar.
Bevolkingsdichtheid = gemiddeld aantal inwoners per km2.
Cultuurelement = een kenmerk waaraan je een cultuur kunt herkennen, bijvoorbeeld, taal, godsdienst en gewoonten.
Grensregio = grensgebied dat vaak een eigen cultuur en identiteit ontwikkelt.
Identiteit = eigenschappen die typerend zijn voor een persoon, groep of gebied.
§3 Relaties: handel en investeringen
Om te bepalen wat de economische relatie tussen twee landen is, kun je het beste naar de handelsbalans kijken. Op de handelsbalans staat het verschil tussen de geïmporteerde en geëxporteerde goederen van een land. Vaak is er sprake van een centrum-periferiemodel waarbij het centrum lans bepaalt hoe de relatie zal zijn met het periferie land.
Positieve handelsbalans: waarde export > waarde import
Negatieve handelsbalans: waarde import < waarde export
Betalingsbalans = waarde van alle inkomsten en uitgaven in een land.
Dienstenbalans = inkomsten en uitgeven van dienstverlening.
Een maquiladora: meestal een assemblagebedrijf waar industriegoederen gemaakt worden voor de wereldmarkt.
Maquiladora’s liggen vaak dicht bij de grens, omdat:
- De lage loonkosten, in Mexico
- Dichtbij de Amerikaanse afzetmarkt
De maquiladora’s liggen in speciale economische zones (vanaf 1956), of te wel er hoeft geen importbelasting meer worden betaald.
In 1994 werd het NAFTA-verdrag afgesloten. Maquiladora’s hoeven niet meer in de grenszones te liggen voor de gunstige voorwaarden als importbelasting.
De maquiladora’s verplaatsen zich naar:
- Het zuiden
- Naar lage lonen buiten Mexico
Dit betekent voor deze overgebleven gebieden dat de werkgelegenheid zal dalen en de armoede toe zal nemen.
Industriële inertie: industrie op een plaats, met name zware industrie.
3 kenmerken van een stad die te snel groeit:
- Veel mensen wonen in krottenwijken
- Geen goede voorziening als drinkwater en riolering
- Veel vervuiling, het ecologisch draagvlak wordt overschreden
§4 Relaties: bevolking en migratie
Belangrijke herkomstgebieden van de migranten:
- Grenszone
- Regio ten noorden van Mexico-City
Door afstandsverval, ruimtelijk verschijnsel neemt af wanner de afstand tot het brongebied toeneemt
Deze migranten werken vooral in:
- De landbouw
- De bouw
- De horeca
- De huishouding
Redenen waarom een Amerikaan een Mexicaanse migrant aanneemt:
- Goedkoper dan de gemiddelde Amerikaan
- Makkelijker te ontslaan
- Doen ook zwaar en vuil werk
Gebieden die de migranten verlaten in Mexico zijn kwetsbaar, want de overgebleven gezinsleden zijn geheel afhankelijk van het terug gestuurde geld.
Volg- of kettingmigratie:
- Iemand gaat de grens over, in dit geval naar de VS
- Die persoon heeft daar een plekje veroverd
- Familieleden en kennissen volgen die persoon
§5 Welvaartsverschillen: arm en rijk
REACTIES
1 seconde geleden