Aspecten waar de voedselzekerheid van afhangt:
Bodem en grondsoort
De eigenschappen van de bodem verschillen nogal. Dit is afhankelijk van de korrelgrootte (een kleine korrelgrootte betekent grotere vruchtbaarheid) en het humusgehalte. Humusgehalte betekent hoeveel dode planten en/of bemesting de grond bevat. De korrelgrootte en het humusgehalte zijn van invloed op de vruchtbaarheid
Type klimaat
Het verbouwen van bepaalde gewassen hangt af van het klimaat. Je moet niet naar jaargemiddelden kijken maar naar het klimaat. Want jaargemiddelden geven niet genoeg informatie als je niet weet hoeveel water er verdampt wordt. Als in een klimaat de jaarlijkse neerslag groter is dan de verdamping heet dat Humide klimaat. Als het andersom is heet het Aride/semi-aride klimaat.
Onvoorspelbaarheid van de neerslag
Omdat de neerslag erg onvoorspelbaar is, is er ook een lage voedselzekerheid. Ook hierbij is jaarlijks gemiddelde niet informatief genoeg want soms valt er in een korte tijd meer dan het maandelijkse gemiddelde.
Reliëf
Het reliëf is van invloed op de temperatuur en het ontstaan of ontbreken van neerslag. Het bepaald ook de afvoer van water en transportmogelijkheden. Doordat mensen hellingen ontbossen wordt de afvoer van water in de war gestuurd en dat kost veel landbouwgrond.
Maatschappelijke belemmeringen
Hierbij moet je onderscheid maken tussen economische en politieke hindernissen.
Economisch
Dit heeft voornamelijk te maken met koopkracht, verdeling van de welvaart en het belastingsysteem. Ook vrijemarktwerking en wereldhandel kunnen nadelig zijn. Dingen die altijd nadelig zijn: geen goede infrastructuur en geen soepel werkend distributiesysteem.
Politiek
Er zijn een heleboel politieke hindernissen. De belangrijksten zijn: Geen vrije verkiezingen en politieke stabiliteit, weinig invloed van de staat, teveel invloed van de staat, slechte verdeling van macht, corruptie en vriendjespolitiek, zwakke sociale structuur en oorlog.
Territoriale conflicten
-etnisch = heeft betrekking op eigen volken
De overheid
Good governance = fatsoenlijk bestuur;
Wetten en regels gelden voor alle burgers
Onafhankelijke rechtspraak
Staat kan deze voorwaarden afdwingen en opleggen
Bad governance:
Bad governance is wanneer de regering een bepaald land niet goed bestuurt. Dus dat het niet goed functioneert. Dat houdt in dat er geen regels en afspraken tussen regering, burgers en ondernemingen voor iedereen geldig zijn en ook worden toegepast. In ontwikkelingslanden is vaak sprake van bad governance. De regering investeert meer in de steden dan in het platteland en dat terwijl het platteland het harder nodig heeft.
Groeiende bevolking
De bevolking in ontwikkelingslanden groeit hard. Dit komt door de volgende factoren:
Vrouwen trouwen al op vroege leeftijd en krijgen meer kinderen. Ook buitenechtelijke relaties komen vaak voor. Ook worden er meer kinderen geboren omdat mensen geen geld hebben voor voorbehoedsmiddelen en vaak mogen de mensen geen voorbehoedsmiddelen gebruiken door hun geloof. Kinderen zijn belangrijk om deze redenen:
- Door kindersterfte te herstellen krijgen ze weer meer kinderen
- Kinderen zijn handig als arbeidskracht
- Veel kinderen hebben is status verhogend
Sterftecijfer
Het hoge sterftecijfer wordt bepaald door ziekten. Ook hongersnoden, epidemieën en conflicten hebben een groot aandeel in het sterftecijfer. Door inentingscampagnes is het aantal sterfgevallen sterk teruggebracht. Om verschillen in armoede te kunnen meten heeft de VN een methode bedacht. Dat heet de Human Poverty Index (HPI). Afrika scoort hier laag op maar is wel vooruit gegaan de laatste jaren. HPI wordt gebaseerd op kennis, werkgelegenheid en inkomen.
Migratie
Migratie wordt beïnvloed door vluchtelingenstromen. Mensen zijn op de vlucht voor oorlog, etnische conflicten of onderdrukking. De rest bestaat voornamelijk uit arbeidsmigranten en economische vluchtelingen die armoede willen ontvluchten en in een ander land een beter leven zoeken.
Cultuur
Mensen uit het westen willen vaak de ontwikkelingslanden helpen. Maar ze houden geen rekening met de cultuur van het land. De Afrikanen zien de landbouw namelijk niet als een commerciële activiteit. Ze vinden het veel meer een sociale en culturele bezigheid. Als je de manier van landbouw gaat veranderen zien zij dat als onvoldoende respect voor de voorouders.
Morgen zal er meer eten zijn
1 -> - verspilling
- cultuur, traditie en religie
2 -> - geleid door vrouwen
3 -> - scholing en training moeizaam door slechte bereikbaarheid
- afzetmarkt slecht bereikbaar en grote oogst- en opslagverliezen. Een betere infrastructuur in brede zin zou dus helpen
4 -> - natuur ongeschikt voor tarwe; weinig irrigatie
- gebrekkinge infrastructuur
- weinig interesse van overheden
- dunbevolkt platteland is onaantrekkelijk markt
- angst voor afhankelijkheid van westerse landen met betrekking tot GM-gewassen
Goede berichten
Ondanks al dat slechte zijn er ook goede berichten:
- In Kenia en Zimbabwe worden nieuwe maïssoorten verbouwd
- Meer teelt van cassave
- Er komt commerciële landbouw als gevolg van globalisering
- De export van tuinbouw groeit
REACTIES
1 seconde geleden