Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Vervoer & ruimtelijke inrichting

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 1037 woorden
  • 1 augustus 2005
  • 43 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
43 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Hoofdstuk 1: Vervoer en de ruimtelijke aspecten daarvan 1.Hoe verklaar je vervoersstromen? Vervoer en transport
Vervoer à verplaatsing
Transport à manier van vervoer
Kenmerken van vervoersstromen
1. omvang vervoer à hoeveelheid goederen
2. soort goederen
3. richting van het vervoer
4. de afstand absoluut à hoeveel km & de afstand relatief à tijd, moeite, kosten
5. de duur à tijd die nodig is
6. frequentie à hoe vaak
7. wijze van transport à verschillende middelen = intermodaaltransport

8. vertrek en aankomstpunt -à terminaal = bv een haven
Waarom ontstaan vervoersstromen? 1. complementariteit à niet alle producten zijn overal verkrijgbaar. Daarom worden ze ergens anders vandaan gehaald
2. transporteerbaarheid à verhouding tussen kosten en tijd
a. bederfelijke goederen moeten snel vervoert worden
b. laagwaardige producten kunnen niet over lange afstand worden vervoert. Want dan zijn de vervoerskosten hoger dan het product zelf
3. Geen concurrerende aanvoer 2.Hoe hangen vervoerstromen, transportketens en transportnetwerken met elkaar samen? Infrastructuur en transportnetwerken
Verzameling van verbindingswegen à infrastructuur
Transportnetwerk à transportlijnen, transportknooppunten en de verbindingen hiertussen
De transportketen
Transportketen à het transport en de organisatie daarachter
1. collectienetwerk = verzameling goederen
2. verplaatsingsnetwerk = vervoer van de goederen
3. distributienetwerk = verdeling goederen
Netwerken op schaalniveaus
1. intercontinentaal

2. continentaal
3. lokaal
logistiek = koppeling vervoersonderdelen
1. juiste plaats
2. juiste tijd
3. juiste hoeveelheid
4. juiste extra’s
logistieke efficiency = verschillende fase van transport zo organiseren dat dit goedkoop is 3. Hoe functioneren Rotterdam en Schiphol als mainports Kenmerken van een mainport
Mainport à intermodale transportplaats met aansluiting op intermodaal transportnetwerk
1. intercontinentaal vervoer
2. Wisseling van transport middelen
3. omvangrijke vervoerstromen à veel verschillende goederen
4. een gunstige ligging
a. Goede geografische ligging à ligging die omvangrijke vervoersstromen mogelijk maakt

b. Goede economische ligging à dichtbij een concentratie gebied van economische activiteiten
Kwaliteit van een mainport
1. Het vervoersproduct à Hoeveel verbindingen en bestemmingen heeft een mainport
2. Het terminalproduct à Hoe groot is de vervoerscapaciteit van een mainport
3. Het ontsluitingsproduct à Hoe zijn de verbindingen met het achterland
4. Het omgevingsproduct à Aanwezigheid faciliteiten zoals een distripark = Een terrein waar allerlei transportbedrijven gevestigd zijn en van waaruit de goederen bij de eindgebruiker komen. Rotterdam
1. Goede verbinding met de Noordzee
2. Gunstige ligging aan de monding van de rijn
3. Goede economische ligging à bv het ruhrgebied in Duitsland
4. Activiteiten van het gemeentelijk havenbedrijf
a. zorgen voor voortdurende aanpassingen van de haven
b. zorgen voor uitbereidingen
5. Intermodaaltransport à Wegen, spoorlijnen, binnenvaart
6. Goed voor de economie van Nederland
Schiphol
1. Intercontinentaaltransport à Goed hub & spoke system aangesloten op New York
2. Wisseling van transportmiddelen bv op de trein

3. Omvangrijke vervoersstromen à passagiers en vracht
4. Gunstige ligging à centraal in Europa Hoofdstuk 2 : Vervoersvraagstukken in Nederland 1. Hoe veranderen vervoersstromen in Nederland? Opbouw Nederlandse infrastructuur
1. Aansluiting europees transportnetwerk
Transportcorridor = gebied waar 1 hoofdstransport richting overheerst
2. De binding met de mainports à deze hebben vooral een doorvoerfuctie
Transito = doorvoer
3. Economische rol van de steden
a. randstad
b. Arnhem-Nijmegen & Brabantse stedenrij à Stedenring Centraal Nederland 2. Nederland Distributieland? Kwaliteit distributiesysteem
Distributiefunctie à doorvoer en verdeling goederen · Gunstige geografische ligging · Toegankelijke haven · Kosten · Aanwezigheid en kwaliteit distributiebedrijven · Kwaliteit wegen en spoorlijnen · Imago
Betekenis van vervoer voor Nederland

1. Vervoersprestatie à hoeveelheid goederen die vervoert worden per jaar
2. Bijdrage BNP
3. Bijdrage werkgelegenheid
Maritieme deconcentratieà Vestiging buiten de haven
1. Ruimte gebrek
2. Logistieke redenen = dichterbij de afnemer à Logicon Valley
3. Vervoerstromen en het Milieu
Distributieregio = Een gebied waar belangrijke distributiebedrijven zich concentreren
Nederland is zo een regio voor heel Europa. Dit klinkt leuk maar hier komen heel wat problemen bij kijken zo als verstopping van de wegen en vervuiling van het milieu. Als Nederland deze functie wil behouden moeten er een aantal zaken worden verandert. 1. Uitbereiding infrastructuur à Naast autowegen moet het spoorwegnet en het vaarwegennet verbetert worden
a. De Betuwelijn

b. De HSL
2. De inrichting van knooppunten à waar wisseling van transportmiddelen kan plaatsvinden
a. Wisseling van transportmiddel
b. Groeperen of degroeperen van goederen
c. Samengevoegd of opgesplitst tot een laadeenheid
d. Waarde toevoegen aan goederen
Invloed op de omgeving
1. infrastructuur neemt veel ruimte in beslag
2. Gevolgen voor het milieu en landschap Hoofdstuk 3 : Naar een mondiaal en Europees transportsysteem 1. Een mondiaal transportsysteem Internationalisering = schaalvergroting
De spreiding van bedrijven over de grenzen heen
Mondialisering = Een vorm van internationalisering waarbij het gaat om de samenhang van bedrijven die over de wereld verspreid zijn. Het wereld handel systeem. Doel: Winst maximaliseren
Middel: Schaalvergroting

Ontstaan: TNO à transnationale onderneming = Een onderneming die in verschillende landen vestigingen heeft. Global shift = Verschuiving economisch zwaartepunt over de wereld
Triadisch netwerk = EU VS AZIE 2. Het Europese transportsysteem Mainportregio
Mainportregio = Een gebied landinwaarts gekoppeld aan een haven · De mainport zelf = Rotterdam · De landinwaarts gelegen knooppunten = Venlo, Arnhem-Nijmegen · De hoofdverbindingen voor het goederenvervoer = Barbantroute
Europese transportcorridors · Zuidwest = Frankrijk – Spanje –Portugal · Noordzuid = Keulen – Frankfurt – Milaan Hamburg – Scandinavië · Zuidoost = Hamburg – Tsjechië – Hongarije · Oostwest = Rotterdam – Berlijn – Polen – Rusland
Railfreeway = Spoorlijnen waar goederentreinen rijden die aan verschillende grenzen geen belemmering meer ondervinden. Bv Rotterdam – Milaan 3. Samenwerking of concurrentie Europese concurenten
Rotterdam
Antwerpen
Bremen
Hamburg
Van havenstad naar havennetwerk
1. tot 1870 Stapelplaats à centrum van handel. Havenactiviteiten vinden plaatst in de stad
2. 1870 tot 1960 Industriegebied à Industrie vooral in en rond om de haven
3. 1960 tot 1990 Mainport à Internationaal vervoer groeit
4. Na 1990 Logistiek centrum à Ontstaan van een havennetwerk
5. Na 1998 Samenwerken zeehavens à In de toekomst misschien Antwerpen en Rotterdam. Omdat deze elkaar aan kunnen vullen. En samen de concurrentie van de Duitse havens uit kunnen schakelen. Er zijn inmiddels al een aantal bedrijven in Noord-Brabant die gebruik maken van faciliteiten van beide havens.
Hoofdstuk 4 : Vervoer in ontwikkelingslanden 1.Het ontstaan van een koloniale economisch-ruimtelijke structuur
Absolute afstand à afstand in km
Relatieve afstand à Afstand in tijd, kosten en moeite
Centrum-periferiestructuur à Samenhang relaties tussen een rijk gebied (centrum) en een arm gebied (periferie) Koloniale economische ruimtelijke structuur à De ruimtelijke inrichting van een kolonie die bepaald wordt door een economische functie. Door de functie van een wingewest bestaat de ruimtelijke structuur uit een smanhangend geheel van productieplaatsen van grondstoffen (mijnen, plantages), wegen, haven, nederzettingen. Fase 1 à kleine vissersplaatsjes aan de kust
Fase 2 à land inwaarts verbindingslijnen voor grondstoffen
Fase 3 à Aanvoer routes
Fase 4 à verbinding van plaatsen met elkaar
Fase 5 & 6 à transportnetwerk ontstaat
Connectiviteitsindex = aantallijnstukken : aantal knooppunten
2. De rol van wegen in de ontwikkeling
Aanleg transportsysteem en de bijdrage aan de ontwikkeling: 1. positief à door een weg kan er handel ontstaan
2. Negatief à verschillen tussen arm en rijk kunnen groot worden
3. geen van beide à factoren die nodig zijn voor economische ontwikkeling zijn niet aanwezig. Cumulatieve causatie à Een theorie waarbij er sprake is van een voortdurende ontwikkeling van het centrum die meestal ten koste gaat van de periferie
Backwash effect à Negatief effect van cumulatieve causatie = aan de periferie worden kapitaal grondstoffen en mensen ontrokken ten behoeve van het centrum

Spread effect à Positief effect van cumulatieve causatie = de periferie profiteert van het centrum.

REACTIES

D.

D.

het is intramodaal niet intermodaal

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.