Vervoer en ruimtelijke inrichting

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 946 woorden
  • 5 augustus 2008
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
8 keer beoordeeld

Hoofdstuk 1
Hoe verklaar je de vervoersstromen?

Vervoersstromen worden veroorzaakt door complementariteit tussen gebieden, transporteerbaarheid (bederfelijke en laagwaardige producten kunnen maar kort vervoerd worden) en geen concurrerende aanvoer.

Hoe hangen de vervoersstromen, organisatie en netwerken samen?

Vervoersstromen zijn verbonden door de infrastructuur, die bestaat uit transportlijnen en knooppunten; het transportnetwerk. Transport en organisatie vormen de transportketen: alle activiteiten die samenhangen met vervoer (collectienetwerk, verplaatsingsnetwerk en distributienetwerk). Er bestaan 3 schaalniveaus: tussen, binnen continenten en binnen landen of lokaal gebied. Binnen de netwerken zijn de knooppunten belangrijk, vooral de mainports.

Hoe functioneren Rotterdam en Schiphol als mainports?

Bij een mainport horen intercontinentaal vervoer en transport, wisselingen van transportmiddelen, omvangrijke vervoersstromen en een gunstige ligging (geografisch en economisch). De kwaliteit van het knooppunt trekken bedrijven aan. Ze functioneren via een hub and spoke systeem.

Hoofdstuk 2

Hoe veranderen vervoersstromen in Nederland?

Noord-Brabant en Gelderland zijn in opkomst wat economische activiteiten betreft. Het transport groeit, maar stagnatie in de economische groei vermindert transport. Weg- en watervervoer is verreweg het belangrijkst, maar de overheid wil dat dit verminderd voor het mileu. Er komen steeds meer transportcorridors door heel Europa. Rotterdam heeft een grote transito. Er wordt steeds meer vervoerd naar en door de Stedenring Centraal Nederland omdat daar vestigingsplaatsvoordelen zijn.

Nederland distributieland?

Nederland heeft een belangrijke distributiefunctie; ze is de distributieregio van Europa. Maar niet alleen meer Schiphol en Rotterdam spelen hierbij een rol; er is sprake van maritieme deconcentratie door ruimtegebrek en afnemende bereikbaarheid en logistieke redenen (Logicon Valley).

Vervoersstromen versus mileu: wie wint?

Omdat het transport groeit, wordt intermodaal transport noodzakelijk, want er is sprake van congestie en grote milieuvervuiling. Dit moet bevorderd worden dmv uitbreiding van infrastructuur en inrichting van knooppunten. Ook dit heeft gevolgen: er is ruimte nodig en milieu en landschap gaat achteruit.

Hoofdstuk 3

Hoe verloopt de ontwikkeling naar een wereldtransportnetwerk?

Internationalisering en mondialisering zijn het gevolg van schaalvergroting. Ze worden ook mogelijk gemaakt door technologische ontwikkelingen (transport, communicatie). Er is sprake van een global shift, die leidde tot een triadisch netwerk (Noord-Amerika – West-Europa – Azië). In de containertransport is er een systeem ontstaan van wereldlijnverbindingen.

Wat zijn de kenmerken van het Europese deel van dit transportsysteem?

Het bestaat uit mainportregio’s en transportcorridors (zuidwest, noordzuid, zuidoost, oostwest).

Welke positie zal Rotterdam in de toekomst innemen?

Rotterdam heeft op dit moment een havennetwerk. Misschien wordt Rotterdam wel een havenregio samen met Antwerpen, wat leidt tot een efficiëntere taakverdeling. De 2 havens groeien naar elkaar toe. Antwerpen bewerkt de goederen ook veel terwijl Rotterdam meer een doorvoerhaven is, dus ze zijn afzonderlijk niet in staat om alle havengebruikers tevreden te stellen.

Hoofdstuk 4

Hoe verloopt de ontwikkeling van vervoerssystemen in ontwikkelingslanden?

Het begint met kleine haventjes, dan dringt met door tot in het binnenland; transport wordt goedkoper door betere infrastructuur en havengebieden vergroten. Nu ontstaan er ook binnenlandse handelsposten waar de producten bijeen worden gebracht en doorgevoerd. Er komen dan aanvoerroutes en er ontstaan handelskernen land de hoofdtransportassen, elk met eigen achterland. Als de een transportnetwerk is ontstaan ontwikkelt zich een nationaal hoofdwegennet.

Wat zijn de kenmerken van vervoerssystemen in ontwikkelingslanden?

De Door het bestaan van kolonies en het moeder ontstond de centrumperiferie-structuur. De kolonies werden wingewesten en er ontstond een koloniale economisch-ruimtelijke structuur. Het transportsysteem werd vooral aangelegd tussen de productieplaatsen van grondstoffen en agrarische producten en de kust van waar de producten naar Europa werden vervoerd.

Draagt een vervoerssysteem bij aan de ontwikkeling van gebieden?

Het kan leiden tot cumulatieve causatie (- spreadeffects), het backwash effect geen effect. Dit kan gemeten worden met de connectiviteitsindex.

Antwoorden op de deelvragen, Actieve Aarde
H1

- Ja, tegenwoordig spelen zich dezelfde geologische processen af als vroeger, alleen merken we daar niets van omdat ze zo’n proces enorm lang duurt. Wel kijken we nu naar de gevolgen van processen uit het verleden, bv. als je naar het reliëf van een gebergte kijkt. Zulke aannames heten actualisme.

- Deze spreiding wordt verklaard door het proces van het bewegen van de aarde: de platentektoniek. Dit veroorzaakt (mid-oceanische) ruggen, troggen en hotspots; de plaatsen waarbij gebergten en vulkanisme ontstaan.

- Met de gesteentecyclus. Daarin gaan stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten in elkaar over. Elk soort gesteente heeft zijn eigen geschiedenis, die bepaald is door processen als vulkanisme, sedimentatie of het botsen van platen.

- Ertsen; concentraties van metalen in gesteenten (ijzer, koper, goud)
- Mineralen; concentraties van andere stoffen in gesteenten (steenkool, aardgas, zout)
Ertsen liggen in ertsaders, (eerst in de magmahaard), die steeds meer naar het oppervlakte zijn komen liggen. VB: Oeralgebergte
Mineralen bevinden zich op plaatsen die afgesloten zijn van lucht, bv. door afzettingsgesteenten. Door de druk ontstaan ze.
- veen, bruinkool, steenkool, aardgas; afgesloten van lucht, wordt niet afgebroken, conserveert, bv. In moerassen
- aardolie en zout; afgedekt door afzettingsgesteenten, in geocynslinale gebieden.
- aardolie en aardgas; vaak in plooitoppen van afzettingsgesteenten (anticlinalen).

H2
- op zonne-energie. Alles wat tussen de aarde en de zon verandert, brengt iets teweeg in het klimaat.

- Veranderingen in de stralingsdichtheid en stralingsbalans, het broeikaseffect, de loop van zeestromen, de richting van luchtbewegingen (reliëf + verdeling land/water)

- We veranderen de drukverdeling en daardoor de stromingspatronen van de lucht en zelfs de loop van de zeestromen. Zo zetten we de hele klimaatmachinerie in beweging. We tasten de ozonlaag aan. Ook wakkeren we het broeikaseffect aan door overmatige productie van afvalgassen.

- Je bestudeert de landschapsvormen en de vegetatie en fauna. Die geven je aanwijzingen.

H3

- Alles leeft samen in ecosystemen; dynamisch/stabiel. Evenwicht van ecosysteem kan verstoord worden. De structuur van het leven is eigenlijk overal hetzelfde. De niches blijven altijd vervuld.

- Hierdoor komen en gaan soorten, en veranderen ze. Door veranderingen in leefwijze werden organismen gedwongen zich aan te passen, en vond selectie plaats.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.