Sporen uit de ijstijd

Beoordeling 8.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 427 woorden
  • 6 juni 2018
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 8.2
28 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Sporen uit de ijstijd

Natuurkrachten hebben Nederland gevormd. Heel belangrijk was de kracht van het landijs maar waarom?

Het Pleistoceen

☾ Pleistoceen : een geologische periode vanaf 2,6 miljoen jaar geleden.

☾ Er was een afwisseling van koude periode (ijstijden  en of glacialen) en             periodes met warmere klimaat. Zo’n tussentijd heet een interglaciaal : warmere periode tussen twee ijstijden.

☾In de ijstijd was het erg koud, als neerslag kwam er alleen maar dus   sneeuw. Het gevolg ervan was dat het sneeuw zich ophoopte en werd samengedrukt tot ijs. Doordat er veel landijs zich vestigde, kwam er dus minder water in de zee. De zeespiegel daalde waardoor het grootste deel   van de Noordzee droogviel.

Riviereiland

 ☾  In een koude periode speelde de rivieren een hele grote rol.

☾ De voorlopers van de Rijn en de Maas stroomden naar het noordwesten, richting het Waddengebied. In de zomer waren de rivieren breed. Dat kwam omdat het smeltwater zich afvoerde uit de Europese middelgebergte.

☾ In vlakke land waren ze verstopt en het water probeerde steeds een nieuwe uitweg te vinden. Het gevolg daarvan krijg je een vlechtende rivier.

Een vlechtende rivier laat overal water, zand grind achter waardoor een puinwaaier ontstond. Ook nam een vlechtende rivier veel beslag in.

☾ In de winter was het juist andersom: de rivieren waren drooggevallen omdat ze bevroren waren.

☾ Conclusie: er waren dus grote schommelingen in de waterafvoer, en dat noem je dus regiem.

Opdrukkend ijs

☾ Het oprukken van het ijs ging in twee fases in Nederland.

☾ In de 1e fase kwam het ijs tot de lijn van Texel. Hij nam vooral veel zand, klei en stenen mee. Onder het gewicht van bewegende ijs warden stenen fijngemalen en gemengd met grind, zand en leem. Die mengsel, maakt uiteindelijk het keileem. Op een paar plekken is het keileem opgehoopt. Die worden keileemkoppen genoemd.

☾ In de 2e fase is het ijs tot het halverwege in ons land. De rand van het ijs was geen rechte lijn maar bestond uit ‘tongen’ die de aanwezige rivierdalen volgden en ze breder en dieper maakten = de tongbekkens.

Daarna drukte het ijs het rivierzand omhoog en opzij tot stuwwallen.

Poolwoestijn

☾ Er was nauwelijks begroeiing waardoor westewinden vat kregen op de kale zandbodem. De wind blies als volgt het zand ook weer weg, waar het weer neerkwam. Dat noem je dekzand. löss zijn fijnere stofdeeltjes van het dekzand. Ze kwamen verder landingswaarts terecht bijvoorbeeld in Belgie, Limburg en Dutisland.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.