Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Samenvatting Energie

Beoordeling 7.3
Foto van Louise
  • Samenvatting door Louise
  • 2e klas havo/vwo | 964 woorden
  • 5 februari 2019
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

§1.

  • Om iets te doen heb je energie nodig, de kracht om iets te laten werken
  • In nl is aardgas een belangrijke energiebron.
  • 1959 > gasbel van Slochteren gevonden, 3 km diep. Meer dan 50 jaar gas uit gewonnen.
  • Onder wadden –en Noordzee liggen ook gasvelden.

Fossiele brandstoffen:  à miljoenen jaren geleden gevormd uit resten van afgestorven planten, bomen & dieren.

  • Aardolie
  • Aardgas
  • Steenkool

Duurzame energiebronnen à bronnen die nooit opgaan

  • Water, wind & Zonne energie
  • Heeft klimaatverandering tot gevolg.
  • Zonder fossiele brandstoffen was het ontwikkelingspeil in wereld nooit mogelijk geweest = moter van onze welvaart
  • Nadeel fossiele brandstoffen > verspreiding van extra koolzuurgassen (Co2) in de atmosfeer, dat is het versterkt broeikaseffect.

Wereldwijd warmt aarde op, alles komt boven 0.

Zeespiegelstijging

  1. Door temperatuurstijging > zeewater warmt op > zet uit > en zeespiegel stijgt
  2. Door temperatuurstijging > landijs en gletsjers smelten > komt in zee > zeespiegel stijgt.

§2

Oplossingen voor het dreigende tekort van fossiele brandstoffen op te lossen:

  1. Fossiele brandstoffen (aardgas, aardolie & steenkool) > op = op
  • Energiebesparing – minder fossiele energie verbruiken
  1. Opwekken van Zonne –en windenergie, dat raakt nooit op, (duurzame energiebronnen)
  • Duurzaamheid = niet meer natuurlijke hulpbronnen gebruiken zodat in de toekomst er ook gebruik van gemaakt kan worden.
  • Energietransitie = omschakelen fossiele energie à duurzame energie.

Windenergie

  • Windmolens aan kust, draaien bijna altijd. Er is veel wind op zee. Daarom staan er ook veel windmolenparken midden in zee.

Nadelen windmolens

  • Lelijk
  • Slagschaduw
  • Geluidsoverlast
  • Betrouwbaarheid, wind waait niet altijd op zee
  • Windenergie kan niet opgelsagen worden, direct gebruiken.
  • Windenergie (zee) 3x zo duur als Windenergie (land), duur om te laten bouwen/ onderhouden

Zonne-energie

  • Heeft klein aandeel in duurzame energieopwekking
  • Geen zonneparken
  • Hoge kosten
  • Weinig betrouwbaarheid, i.v.m. te weinig zonnestralen.

Bio massa

  • Word opgewekt word opgewekt in elektriciteits-centrales & in afvalverbrandings-centrales
  • Ook uit landbouwgewassen (oliepalmen, suikerriet, maïs & soja)
  • Nadeel gewassen à veel ruimte en grond nodig.
  • Daarom worden er in warme landen zoals Zuid-Amerika, Afrika & Indonesië veel ontbossing gepleegd.

    §3

Onder de zeespiegel

  • 55% onder de zeespiegel.
  • Gevaren van zee en rivierdijken.
  • Dijken en duinen zijn nodig om laagland te beschermen (afsluitdijk, en deltawerken in zeeland).
  • Achter dijken liggen polders (laag nl) à gebieden waar waterstand kunstmatig wordt beheerd.
  • Samenwerking waterschappen à organisaties – water –veiligheid, zuivering & zoetwater.

Zeespiegel stijgt

  • Klimaatverandering en bodemdaling à stijgende zeespiegel
  • Bodem in Noord-nl daalt 2 cm per eeuw.
  • Laag nl grondwater wegpompen. Nadeel = bodem zakt in, het sterkst waar veen ligt.

(veen = dode plantenresten die onderwater bewaard blijven, verteerd in aanraking met zuurstof)

  • Bodemdaling door winning van delfstoffen.
  • Bodemdaling en zeespiegelstijging = relatieve zeespiegelstijging

Zand beschermt:

  • Voordeel à golven breken erop, waardoor de golven kracht verliezen.
  • Zeestroming is van zuid-west naar noord-oost
  • Zandsuppletie = toevoegen van zand aan de kust.
  • Kust kan meegroeien met zeespiegelstijging.

Bescherming Nederlandse kust

  • Deltawerken, dijken & polders
  • Zandsupletie = opspuiten van zand aan de kustlijnen.
  • Water tegenhouden

Duinen waaien niet weg omdat het helmgras de zandhoop bij elkaar houdt, nooit eraf trekken dan verpest je de duin en dat kost geld.

§4

Meer wateroverlast

  • Klimaatverandering = lucht wordt warmer, en kan boven zee meer waterdamp opnemen, daardoor mee vochtige lucht aan land. Dus meer regen. Dus meer water door de rivieren afvoeren.
  • Rijn & maas wordt via delta van Nederland afgevoerd, ook voor een groot deel van europa.

Kenmerken neerslag veranderen
Minder neerslag in de vorm van sneeuw (bergen) meer neerslag in de vorm van regen

  • Sneeuw > geleidelijk, Regen > meteen afgevoerd
  • Als er te veel van sneeuw en water wordt afgevoerd > ontstaat een piek/ debiet.
  1. Verandert de manier waarop neerslag valt, vooral in zomer regent het vaker + zwaardere stortbuien

Rivieren en delta

Ruimte voor de rivier

  • Plan om te beschermen hoogwater.
  • Het water afvoer verbeteren, in de rivierbedding en uiterwaard.
  • Waterafvoer was slecht door obstakels (steenfabrieken en bruggen, zomerdijkjes)
  • Obstakels opgeruimd, veel uiterwaarden afgegraven.

Nevengeul > gebruikt als uiterwaarden te klein waren, als extra afvoerkanaal.

Storm kan zeewater rivier in duwen, dan heb je veel ruimte nodig om het water op te slaan. Tot zeespiegel is gezakt

§1, basisstoffen

B125 – koolstofkringloop:

Koolzuurgas = (co2) kleur –en reukloos, zit in drankjes

Leven op aarde, planten, bomen & zee-algen voor Groeien.

Groeiproces: suikers aanmaken, en brengen afvalproduct zuurstof (o2) in de lucht.

  • Fotosynthese = o.i.v. zonlicht, omzetten van water en koolzuurgas in suikers & zuurstof door planten en bomen
  • Uitwisseling van co2 = koolstof kringloop
  • Transpiratie = bomen klein deel inademen, verdampt via bladeren.

Mensen verbruiken de fossiele brandstoffen.

B126 – versterkt broeikaseffect

  • Broeikaseffect = vasthouden van zonnewarmte in de dampkring. (Broeikas, glas, dampkring)
  • Zonder broeikaseffect > aarde onbewoonbaar en is overal op aarde temp. -18 i.p.v. +15
  • Versterkt broeikaseffect > sterke toename van hoeveelheid co2 in de lucht.
  • Mondiaal temp. O.8 gestegen.
  • Te veel Uitstoot van co2 komt door fossiele brandstoffen/ energiebronnen.
  • Fossiele brandstoffen zijn nodig voor verkeer, energie, verwarming.
  • Belangrijkste oorzaak voor klimaatverandering = versterkte broeikaseffect

B127 – klimaatverandering

  • 1400 & 1850 = kleine ijstijd, kouder en meer sneeuw. Gletsjers groeiden aan.
  • Nu 1 á 2ºc warmer.
  • Koude perioden = ijstijden /glacialen, warme perioden = interglacialen.

    §2 basisstoffen

B132 – duurzaam gebruik

  • Verbetering duurzaamheid is overstappen naar duurzamere energiebronnen.
  • Plastic maken à plantenresten i.p.v. aardolie. Plastic vervangen door andere materialen (papier, karton).
  • Energiebesparing = minder aardgas of steenkool verbruiken bij productie voor Electra.

(Isoleren. Huizen en gebouwen. Of energiezuinigere motoren in auto’s en apparaten)

  • Opnieuw gebruiken van grondstoffen = recyclen/kringloop. 85%

B134 – duurzame energie

  • Hernieuwbare/ duurzame energie Bronnen à hulpbronnen die bij gebruik nooit opraken.
  • Dragen niet bij aan versterkt broeikaseffect.
  • Zonne-energie opwekken > Electra & verwarmen water.
  • Windenergie opwekken > Electra, wieken draaien. Drijven generator aan.
  • Hydro-elektriciteit opwekken met vallend water, vaak in bergen. Variatie.
  • Biomassa/ organische materialen, bijv. koeienstront verbranden en gebruiken als energie.

Opwekken Electra & biobrandstof voor benzine in auto.

  • Natuurlijke hitte in binnenste van aarde voor opwarming huizen & gebouwen = geothermische energie

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Louise