Remote Sensing

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1792 woorden
  • 4 augustus 2005
  • 111 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
111 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Combinatiebeeld: door beelden met echte kleuren samen te voegen

Remote-sensing beelden zijn absoluut geen foto’s. Remote-sensing beelden hebben vreemde kleuren die niets met de werkelijkheid te maken hebben. Remote-sensing beelden hebben veel minder detail dan foto’s.

Een remote-sensing beeld is opgebouwd uit pixels. De scherpte van het remote-sensingbeeld wordt bepaal door de grootte van de pixel. Binnen elke pixel wordt de gemiddelde weerkaatste straling gemeten. Met remote-sensing kun je ook straling zichtbaar maken die onze ogen niet kunnen zien. Je kunt de gemeten stralingswaarden zelf een volstrekt willekeurige kleur toekennen. Alles wat op een remote-sensingbeeld precies hetzelfde lijkt, hoeft lang niet altijd hetzelfde te zijn.

Remote-sensingtechnieken zijn heel geschikt om verandering in een verschijnsel waar te nemen. Weersatellieten zijn in staat permanent waarnemingen te verrichten voor hele grote aaneengesloten gebieden.

Door het samenvoegen van verschillende banden kun je combinatiebeelden maken. Deze combinatiebeelden, wanneer je dat wilt, kunnen ECHTE KLEUREN laten zien. Remote-sensingbeelden hebben geen echte legenda’s. Beelden met nep-kleuren zijn soms veel duidelijker dan ECHTE-KLEUREN-beelden.

Nep-kleurenbeelden zien er weliswaar erg onnatuurlijk uit, maar laten vaak veel beter (scherper) verschillen zien. Je kunt met nep-kleurenbeelden ook straling laten zien die je met je ogen niet kunt waarnemen (infrarood licht en ultraviolet licht). Je kunt deze onzichtbare straling heel goed gebruiken om verschillen op te sporen tussen objecten die in het zichtbare licht precies dezelfde kleur hebben. Nep-kleurenbeelden zijn heel goed bruikbaar voor het maken van kaarten van het bodemgebruik.

Combinatiebeelden met nep-kleuren (false-color) zijn heel goed bruikbaar voor het waarnemen van verschillen in bodembedekking. Het clusteren van de oorspronkelijke meetwaarden levert een sterk vereenvoudigd clusterbeeld op. Alle pixels die in 1 klasse (cluster) zijn samengevoegd, hebben ongeveer dezelfde meetwaarde. Alle pixel binnen 1 klasse hebben weliswaar vrijwel dezelfde meetwaarde, maar dat betekent niet dat alle pixels binnen een klasse ook dezelfde bodembedekking hebben. Je hebt aanvullende bronnen (veldwerk of kaarten) nodig om van een clusterbeeld een echte kaart met een betrouwbare legenda te maken.

Clusterbeelden leveren niet altijd goede kaarten op omdat je nooit meer dan 8 verschillende klassen kunt onderscheiden. Je kunt, door het bemonsteren van een remote-sensingbeeld, zelf bepalen welke klassen (legenda-eenheden) en hoeveel klassen je in kaart wilt brengen. Je moet, om een goed kaartbeeld te krijgen, zeker weten dat de monsters die je neemt ook precies zijn wat je denkt dat ze zijn en dat je daar vaak aanvullende bronnen (kaarten) of veldwerk voor nodig hebt. Het nemen van monsters is een zeer nauwkeurig werk omdat alles wat je ten onrechte aanwijst (bemonsterd), door de computer automatisch ook aan de klasse wordt toegekend. Er ontstaan dan een onjuist en onbetrouwbaar kaartbeeld. Voor sommige typen bodemgebruik is het lastig om ze van elkaar te onderscheiden (wegen en bebouwing).

Remote-sensingbeelden kunnen ook heel goed gebruikt worden om veranderingen in een landschap over een lange periode (tientallen jaren) te registreren. Daarvoor zijn remote-sensingbeelden van het gebied nodig uit zowel de beginperiode als de eindperiode. De meettechniek aan het begin van de periode moet exact gelijk zijn aan de meettechniek aan het eind van de periode. De mate van verandering wordt bepaald door het per pixel berekenen van het verschil tussen de meetwaarde aan het eind van de periode en de meetwaarde aan het begin van de periode. Een verschilbeeld laat uitsluitend de mate van verandering in de gevonden meetwaarden zien en geeft dus geen enkele verklaring voor de aard en oorzaak van de waargenomen verandering.

Een remote-sensingbeeld bevat wel heel veel informatie, maar je kunt vaak absoluut niet zien waar het over gaat. Een kaart is veel duidelijker omdat je bij een goede kaart weet waar je bent, welk verschijnsel er wordt weergegeven en ook wat elke kleur betekent. Je kunt, m.b.v. het tekengereedschap uit dit programma, na enig oefenen zelf een goede kaart maken van een remote-sensingbeeld.

Je wilt hetzelfde stuk aarde continu kunnen waarnemen, maar je bent niet zo geïnteresseerd in de details. Je keuze valt dan op een geostationaire satelliet. Je wilt veel details zien en toch de hele aarde kunnen waarnemen (niet tegelijk natuurlijk). De beste keuze is een polaire satelliet.

Eigen samenvatting:

Oefening 1
Opname aardoppervlak herkennen aan:
• Beelden van aardoppervlak hebben vaak felle, niet-natuurlijke kleuren
• De beelden zijn niet erg duidelijk (niet erg scherp)

Satellietbeeld: een door de computer ‘bedacht’ plaatje van een stukje aardoppervlak
Ontstaat doordat licht + straling die door de aarde worden weerkaatst door een computer in een plaatje worden vertaald, kleuren zijn tamelijk willekeurig (bijv. zee: zwart, strand: blauw)

Foto: wat je ogen zien
Satelliet: heeft ‘scanner’ die het door de aarde weerkaatste licht (of weerkaatste warmte) meet. Computerprogramma’s maken van deze ‘metingen’ plaatjes (beelden)

‘remote-sensingbeelden’
Ver weg/op grote afstand voelen/aftasten

Met remote-sensing kun je dingen zichtbaar maken die onze ogen niet kunnen zien

Oefening 2
Pixel: 1 vierkantje op scherm (1 kleur)
Engels voor picture element
‘element (of onderdeel) van een plaatje’ ofwel ‘beeldelement’
1 vierkantje is kleinste oppervlak op aarde dat apparatuur in satelliet nog net kan ‘zien’. Grote vierkantje hangt af van satelliet
Grootte van pixels is bepalend voor ‘resolutie’ van remote-sensingbeeld (resolutie van 30: bijv. 1 pixel 30 x 30 meter groot is). Hoe kleiner resolutie, hoe meer scherpte van remote-sensingbeeld op foto gaat lijken

Met welke resolutie satelliet meet, hangt af van doel van meting
Scanner zit in satelliet en die meet lichtsterkte van ‘straling’ die we met blote oog kunne zien maar ook die we niet kunnen zien (ultraviolette straling, infrarode (warmte) straling) scanner meet altijd straling. Scanner meet lange reeksen pixelwaarden (scanner meet hoeveelheid straling binnen pixel en zet die om in getallen)

BAND: computerbestand met lichtmetingen (worden door zender in satelliet naar arde gezonden waar ze in computer worden opgeslagen)
Meteosat: weersatelliet
Ontdekking wat je met remote-sensingbeelden kunt doen. Witte plekjes op Meteosat-beelden zijn delen van het oppervlak die licht weerkaatsen.

Oefening 3
• Remote-sensingtechnieken zijn heel geschikt om veranderingen in een verschijnsel waar te nemen
• Weersatellieten zijn in staat permanent waarnemingen te verrichten voor hele grote aaneengesloten gebieden

Oefening 4
• Door het samenvoegen van verschillende banden kun je ‘combinatiebeelden’ maken
• Deze combinatiebeelden, wanneer je dat wilt, kunnen ‘ECHTE KLEUREN’ laten zien
• Remote-sensingbeelden hebben geen echte legenda’s zoals (atlas) kaarten die we hebben
• Beelden met ‘nep-kleuren’ zijn soms veel duidelijker dan ‘ECHTE KLEUREN-beelden’

Oefening 5
• Regenboogpalet: beelden van gegevens die op 1 band liggen opgeslagen. Die regenboogkleuren worden soms ook wel eens ‘pseudo-kleuren’ genoemd. Vb: ozonbeelden
• Echte-kleuren-beelden: combinatiebeelden die nogal op kleurenfoto’s lijken. In deze beelden is het rode licht gewoon rood, het blauwe licht is blauw en het groene licht is groen
• Nep-kleuren-beelden: combinatiebeelden waarin alle kleuren ‘verschoven’ zijn. Omdat we het onzichtbare infrarode licht ook willen laten zien. Het rode licht maakt men meestal groen in dat soort beelden. Het groene licht maakt men meestal blauw. Bijv: raketten opsporen of verschil tussen aardoppervlak en bieten in het veld vaststellen

• Nepkleurenbeelden zien er weliswaar eg onnatuurlijk uit, maar laten vaak veel beter (scherper) verschillen zien
• Met nep-kleurenbeelden kun je ook straling laten zien die je met je ogen niet kunt waarnemen (infrarood licht en ultraviolet licht)
• Deze ‘onzichtbare’ straling kun je heel goed gebruiken om verschillen op te sporen tussen objecten die in het zichtbare licht precies dezelfde kleur hebben
• Nep-kleurenbeelden zijn heel goed bruikbaar voor het maken van kaarten van het bodemgebruik

Oefening 6
• Combinatiebeelden met nep-kleuren (false-color) zijn heel goed bruikbaar voor het waarnemen van verschillen in bodemdekking
• Het clusteren (samenvoegen) van de oorspronkelijke meetwaarden levert een sterk vereenvoudigd clusterbeeld op
• Alle pixels die in 1 klasse (cluster) zijn samengevoegd, hebben ongeveer dezelfde meetwaarde
• Alle pixels binnen 1 klasse hebben weliswaar vrijwel dezelfde meetwaarde, maar dat betekent niet dat alle pixels binnen 1 klasse ook dezelfde bodemdekking hebben
• Je hebt aanvullende bronnen (veldwerk of kaarten) nodig om van een clusterbeeld een echte kaart met een betrouwbare legenda te maken

Oefening 7
• Clusterbeelden leveren niet altijd goede kaarten op omdat je nooit meer dan 8 verschillende klassen kunt onderscheiden
• Door het ‘bemonsteren’ van een remote-sensingbeeld kun je zelf bepalen welke klassen (legenda-eenheden) en hoeveel klassen je in kaart wilt brengen
• Om een goed kaartbeeld te krijgen, moet je zeker weten dat de monsters die je neemt ook precies zijn wat je denkt dat ze zijn en dat je daar vaak aanvullende bronnen (kaarten) of veldwerk voor nodig hebt
• Het nemen van monsters is een zeer nauwkeurig werkje omdat alles wat je ten onrechte aanwijst (bemonsterd), door de computer automatisch ook aan de klasse wordt toegekend. Er ontstaat dan een onjuist en onbetrouwbaar kaartbeeld
• Het is voor sommige typen bodemgebruik lastig om ze van elkaar te onderscheiden (wegen en bebouwing)

Oefening 8

• Remote-sensingbeelden kunnen ook heel goed gebruikt worden om veranderingen in een landschap over een lange periode (tientallen jaren) te registreren
• Voor remote-sensingbeelden van het gebied zijn zowel beelden uit de beginperiode als de eindperiode nodig
• De mate van verandering wordt bepaald door het per pixel bereken van het verschil tussen de meetwaarde aan het eind van de periode en de meetwaarde aan het begin van de periode
• Een verschilbeeld laat uitsluitend de mate van verandering in de gevonden meetwaarden zien en dus geen enkele verklaring geeft voor de aard en oorzaak van de waargenomen verandering

Oefening 9
• Een remote-sensingbeeld bevat wel heel veel informatie, maar dat je vaak absoluut niet kunt zien waar het over gaat
• Een kaart is veel duidelijker omdat je bij een goede kaart weet waar je ben,t welk verschijnsel er wordt weergegeven en ook wat elke kleur betekent
• M.b.v. het tekengereedschap uit dit programma kun je na enig oefenen zelf een goede kaart maken van een remote-sensingbeeld

Oefening 10
• Je wilt hetzelfde stuk aarde continu kunnen waarnemen, maar je bent niet zo geïnteresseerd in de details. Je keuze valt dan op een geostationaire satelliet
• Je wilt veel details zien en toch de hele aarde kunnen waarnemen (niet tegelijk natuurlijk) de beste keuze is een politaire satelliet
• De zwaartekracht is de enige ‘motor’ van een satelliet
• Satellieten blijven door hun hoge snelheid voortdurend langs de aarde vallen
• De tijd die een satelliet nodig heeft om één keer rond de aarde te vliegen, hangt af van de hoogte waarop de satelliet vliegt
• Geostationaire satelliet:
- vliegt op een hoogte van 36.000 km
- vliegt in precies 24 uur 1 keer rond de aarde
- de omwentelingssnelheid van de aarde is precies gelijk aan satelliet
- de satelliet staat daardoor ogenschijnlijk stil boven een vaste plek op aarde
- een geostationaire satelliet kan nooit de hele aarde zien
• Politaire satelliet:
- beschrijft een baan over de polen
- vliegt op een afstand van ongeveer 400 km boven de aarde
- vliegt in ongeveer 90 minuten 1 keer rond de aarde
- kan niet geostationair zijn omdat de omwentelingsrichting van de satelliet en de aarde niet gelijk is
- de satelliet verkent bij elke omwenteling een smalle strook van de aarde, waarbij de volgende strook steeds precies aansluit bij de eerdere strook
- duurt het ongeveer 30 dagen voordat de hele aarde op deze manier is verkend

Wat is Remote Sensing?
Ver weg/op grote afstand iets voelen/aftasten. Waarnemen op afstand.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.