Regionale Beeldvorming

Aardrijkskunde

Regionale beeldvorming:

H1 Regionale beelden en ruimtelijk gedrag.

Een regionaal beeld is het beeld dat je hebt bij een bepaald gebied. Dit wordt gevormd door een geografisch beeld, een beeld bestaande uit objectieve informatie uit boeken en statistieken. Dit beeld wordt gevormd door de ligging van het gebied, klimaatzone en economie, de ruimtelijke kenmerken van het landschap, bevolking, en de samenhang tussen de kenmerken. Vaak hebben mensen een stereotype van een gebied, een algemeen beeld dat mensen hebben van een groep gebieden, dit beïnvloed het geografische beeld ook. Een ander deel van het regionale beeld is het mentale beeld, dit bestaat uit subjectieve informatie die van zenders afkomt die ernaar streven een gebied een bepaald imago te geven bij de ontvanger, het publiek. Dit imago wordt door de zenders gevormd door het kleuren van een gebied en het weglaten van informatie. Of het regionale beeld overeenkomt met de werkelijkheid ligt aan de ontvanger. Zijn culturele achtergrond, opleiding en inkomen kunnen dit beïnvloeden.

Het ruimtelijke gedrag omvat alle activiteiten waarvoor ruimte nodig is. Bij de inrichting van ruimte spelen drie factoren en rol, de wensen van mensen, moet het mooi of goedkoop zijn? Het regionale beeld van mensen, hoe kijken mensen tegen een gebied aan? Vaak wordt er veel aangedaan om het beeld positief te maken/ houden. Beperkingen die het ruimtelijk gedrag beïnvloeden. Die beperkingen kunnen de volgende zijn, regels en wetten, waarden en normen van een samenleving of een groep en discriminatie, wetten die bepaalde groepen mensen tegenhouden gebruik te maken van voorzieningen en gebieden.

In veel woongebieden zijn grote gevaren, vaak zijn dit natuurlijke gevaren. Mensen zijn in een bepaald gebied komen wonen omdat ze er een gunstig regionaal beeld van hadden en nemen dan de dreigende natuurrampen op de koop toe. Vaak wordt het gevaar ook genegeerd en wordt er bijna niets aan gedaan. Bij de inschatting van het gevaar spelen twee factoren een rol, frequentie van het voorkomen van een natuurramp, naarmate een ramp minder vaak voorkomt worden er minder maatregelen genomen. Het kennis- en ontwikkelingsniveau van de mensen, veel mensen vertrouwen op de al genomen maatregelen of denken dat ze er niets tegen kunnen doen. Andere richten zich op preventieve maatregelen.

H2 Manipuleren van regionale beelden

Wanneer een zender iets zendt doet hij dat met een bepaald doel, om dit doel te bereiken moet hij de ontvangers beïnvloeden. Een burgemeester wil het regionale beeld van zijn stad bijvoorbeeld een beetje mooier maken, dit is citymarketing, alle activiteiten die tot doel hebben het imago van een stad te verbeteren. Er zijn verschillende doelen, het beïnvloeden van nieuwsberichten, maak je die objectief of subjectief. Een verkoopboodschap op economisch en commercieel bereik, om toeristen en bedrijven aan te trekken. Politieke doelen, wanneer je een bepaald beeld van een gebied verspreid kan dit politieke beslissingen beïnvloeden. Het beeld dat je hebt van een gebied is overigens nooit volledig, de zender heeft, vaak met opzet, informatie weggelaten om zo het beeld dat je van het gebied krijgt te beïnvloeden, te manipuleren. Maar vaak laat je ook zelf, onbewust, informatie weg, dit komt vaak door vooroordelen die je van een bepaald gebied hebt. Reisgidsen laten ook vaak, storende, informatie weg en soms geven ze onvolledige of onjuiste informatie.

Kaarten en grafieken zijn handig om informatie uit te halen, maar kaarten en grafieken kunnen op verschillende manieren worden samengesteld. De kaartprojectie is hiervoor van invloed, de techniek die je gebruikt kan veel invloed hebben op de vorm, de oppervlakte, dat is de grootte van een gebied, en de afstanden op de kaart. Dit zijn de twee bekendste technieken. Mercatorprojectie de oppervlakte van een gebied wordt groter weergegeven bij de polen. Dit geeft een vertekening in de oppervlakte, deze kaart is dus alleen hoekgetrouw. De tweede techniek is de Peterskaart, deze geeft de vorm en de oppervlakte van een land goed weer maar de landen worden wel uitgerekt dus de kaart kan niet voor afstanden gebruikt worden. Een kaart is eigenlijk een weergave van de ronde aarde op een plat vlak, hierdoor heb je altijd een beetje vervorming. Je kunt kiezen uit drie soorten kaarten. De oppervlaktegetrouwe kaart, deze geeft de oppervlakte van een land goed weer maar dat gaat ten kosten van de vorm en de hoeken en richtingen. De hoekgetrouwe kaart, de hoeken en richtingen van deze kaart zijn goed maar de oppervlakte en afstand is slechter. En de afstandsgetrouwe kaart geeft alleen de afstanden onderling goed weer. Het is niet mogelijk om de kaart geheel kloppend te maken, maar hoe kleiner het in kaart te brengen gebied, hoe minder de fout. Deze techniek kun je ook gebruiken om een beeld te manipuleren, ook het overdreven weergeven van grenzen kan een manipulerend effect hebben, zo kan men laten zien hoe groot of klein een gebied is. Ook de grote van symbolen hebben invloed op het beeld, zo kun je door met grote stippen stede aan te geven laten zien dat Groningen erg stedelijk is. Bij grafieken kun je dit ook doen door de waarden van de X- en de Y-as brede staven te geven, wanneer je de klassen en klassengrenzen groter of kleiner krijg je ook een sterk manipulerend effect. Dit kun je ook met pijlen die stromingen aangeven op een kaart. Veelgebruikte kleuren zorgen ervoor dat de ontvanger eraan went en ze met bepaalde zaken gaat associëren. Kleuren kunnen ook gevaar benadrukken, door bijvoorbeeld alle landen om Nederland een rode kleur te geven, zullen de ontvangers denken dat Nederland omsingelt is door vijandige landen.