Migratie en mobiliteit

Samenvatting uit domein migratie en mobiliteit

Hoe vinden migratiestromen op wereldschaal plaats?
Migranten richting het Noorden trekken na 1945 vooral naar Noord-Amerika. Immigranten in de V.S komen steeds minder uit andere rijke landen en steeds meer uit landen van het Zuiden.
Migranten uit het Zuiden richting Europa komen vooral uit Noord-Afrika en Azië.
Migratie binnen het Zuiden is groter dan de migratie van het Zuiden naar het Noorden. Dit geldt vooral voor Afrika en Azië. Migranten in Afrika zijn voornamelijk vluchtelingen. In Azië komen zowel arbeidsmigranten als vluchtelingen voor.
Migratiestromen zijn te verklaren door:
Push- en Pullfactoren
Intermediaire factoren
Persoonlijke kenmerken van de migrant
Groepskenmerken van de migrant

Welke migranten zijn er in Europa?
Bevolking uit voormalige Europese koloniën en migrantenbevolkingen uit het Zuiden van Europa. Voormalige wervingsgebieden van gastarbeiders en de voormalige Europese koloniën zijn nog steeds bepalend voor de nationaliteit van veel buitenlanders in een land. Daarnaast vormen ook mensen met de nationaliteit van de buurlanden een belangrijke categorie onder de buitenlanders.
De politieke situatie in Oost-Europa leidt tot politieke decompartimentering: staten vallen uiteen in afzonderlijke eenheden. Dit leidt tot grote migratiestromen. Mogelijk dat politieke compartimentering binnen de EU en de NAVO dit kan verbeteren.

Hoe verloopt migratie van en naar Nederland?
De emigratie van Nederlanders is direct na de Tweede Wereldoorlog hoog geweest. De belangrijkste pushfactor hierbij was de slechte arbeidsmarkt. De belangrijkste emigratielanden waren Canada, Australië en de V.S.
De huidige emigratie is vooral op onze buurlanden gericht.
De belangrijkste immigranten in Nederland zijn: Nederlanders, Indonesiers, Marokkanen en Turken, Surinamer’s en Antillianen, Iranezen, Irakezen, Somaliër’s, maar ook arbeids-,pensioen- en huwelijksmigranten uit de EU.
Rotterdanm, Amsterdan, Den Haag, dat zijn de belangrijkste woonregio’s van immigranten. Hier speelt het probleem van segregatie: vooral rond de stadscentra wonen veel immigranten. Ook in de industriegebieden in het oosten en zuiden wonen Turkse en Marokkaanse immigranten.

Welke gevolgen heeft migratie binnen het Zuiden?
De stedelijke bevolking groeit in de arme landen veel sneller dan in geïndustrialiseerde landen. Binnen arme landen is gemiddeld 60% van de verstedelijking het gevolg van migratie. Hoe geringer de urbanisatiegraad, hoe groter de bijdrage van de migratie aan de stedelijke groei.
Positieve gevolgen van emigratie voor het vertrekgebied zijn:
Afname van armoede
Stimulans voor huizenbouw
Beter onderwijs
Negatief effect: vertrek van de meest ondernemende mensen. Overheidsmiddelen om wegtrekken van mensen te voorkomen zijn beperkt.
In veel steden in arme landen heersen slechte leefomstandigheden. Toch zijn de steden ook vaak de motor van de economische groei. Om de problemen aan te kunnen pakken moet het stadsbestuur de situatie eerst legaliseren. Dit leidt echter weer tot nieuwe immigratie.

Welke invloed heeft de Zuid-Noordtrek op de bevolkingssamenstelling?
Migratie is selectief. Een leeftijd van 15-45 jaar en goede scholing zijn algemene kenmerken van emigranten. Behalve tot een direct bevolkingsverlies leidt dit tot een afname van het geboortecijfer. Het vertrek van hoogopgeleiden behoeft lang niet in alle gevallen negatieve gevolgen te hebben.
Migratie beïnvloedt onder meer de etnische samenstelling, de groei van de bevolking, de sekseverdeling, de leeftijdsverdeling en het inkomensniveau in de ontvangende samenleving. Omdat migranten vooral naar stedelijke gebieden trekken, zijn de effecten daar dan ook het grootst.

Hoe gaan overheden om met het migratievraagstuk?
Het Nederlandse toelatingsbeleid kent 3 criteria:
Internationale verplichtingen
Economische belangen
Humanitaire redenen
Voor immigranten van buiten de EU vormt het laatste criterium de enige mogelijkheid. Voor traditionele migrantengroepen zijn gezinshereniging en gezinsvorming hierbij belangrijk.
Voor de asielzoekers is dat een beroep op het vluchtelingenverdrag.
Het Akkoord van Schengen, van oorsprong van economische aard, is in de praktijk uitgepakt als een instrument van een restrictief asiel en immigratiebeleid. Vooral de buitengrens van Europa zal een belangrijke barrièrefunctie moeten hebben, die echter door mensensmokkelaars nogal eens genomen wordt.

Hoe verlopen internationale toeristenstromen?
Het internationale toerisme is vanaf WO II sterk toegenomen. Toeristen gaan steeds vaker en verder weg, er is sprake van schaalvergroting in het toerisme. In de vakantielanden wordt veel geld uitgegeven.
Internationaal toerisme ontstaat door complementariteit tussen gebieden. Push- en Pullfactoren spelen daarbij een belangrijke rol. Naast positieve gevolgen kan toerisme ook negatieve gevolgen hebben, economische afhankelijkheid, botsingen van cultuur en milieuproblematiek bijv.

Waardoor neemt het woon-werkverkeer in Nederland toe?
De laatste decennia zijn mensen in NL steeds meer gaan reizen ten behoeve van het woon-werkverkeer. Dat gebeurde vooral met de auto. Het meeste woon-werkverkeer vind je in en rond de grote steden, waar woon-en werkgebieden onvoldoende op elkaar aansluiten.
De sterke groei van de mobiliteit heeft een aantal oorzaken, zoals de toegenomen welvaart, groei van het aantal huishoudens, emancipatie, betere vervoerstechnieken en de daling van demografische druk. Regionaal is deze groei vooral merkbaar in en rond de stadsgewesten door een verdergaande scheiding van woning en werken.

Hoe wil de Nederlandse overheid de ruimtelijke kwaliteit behouden?
De toenemende mobiliteit heeft een aantal negatieve gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit van het leefmilieu. Het toenemende aantal files, het toenemende ruimtebeslag, de geluidsoverlast en de negatieve gevolgen voor het milieu spelen daarbij een rol.
Overheid streeft naar duurzame mobiliteit: Verkleinen van gemotoriseerde mobiliteit en verkleinen van file’s tijdens de spits zijn de 2 manieren waarop dit wordt gerealiseerd.