- Natuurlijke hulpbronnen: zaken die we aan het natuurlijk milieu onttrekken om te leven, zoals schone lucht, water, ruimte, energie en grondstoffen.
- Niet vernieuwbare milieuvoorraden: natuurlijke hulpbronnen die niet of nauwelijks opnieuw worden aangemaakt, zoals metalen, aardolie/gas en biodiversiteit in tropisch regenwoud.
- Vernieuwbare milieuvoorraden: denk aan rubber, hout, huiden, ook levenloze grondstoffen als zan, klei, zoet water en stikstof.
Drie soorten milieuproblemen:
1. Milieuverontreiniging: als de verhoogde concentraties schadelijk zijn voor mens, plant en dier. Ook geluidshinder en straling.
2. Milieuaantasting: vermindering van de kwaliteit van natuur en landschap, Bijv. minder diversiteit, verdroging, versnippering.
3. Milieu-uitputting: energie, grondstoffen of levende biomassa wordt te snel gebruikt.
Drie trends milieuproblemen: 1. steeds omvangrijker/complexer
2. hoger schaalniveau
3. groter beslag op natuurlijke hulpbronnen
- Duurzame ontwikkeling: ontwikkeling die voorziet in de behoeften huidige generatie, zonder toekomstige generaties in gevaar te brengen.
- Milieugebruiks ruimte bestaat uit de benuttingsmogelijkheden van de natuurlijke hulpbronnen zonder de milieuvoorraden aan te tasten of uit te putten.
-> omvang:
1. De aanwezig winbare natuurlijke hulpbronnen. (aardolie, ijzererts, zoet water, zand)
2. Het tempo van aanwas van natuurlijke hulpbronnen.
3. De mate van onttrekking van natuurlijke hulpbronnen (welvaarts/bevolkingsgroei)
4. Uitbreiding van kennis en techniek
5. Kwaliteit van natuurlijk milieu
1. Vernieuwbare bronnen zoet water: intern/extern
2. Niet-vernieuwbaar zoet water: diep grondwater beneden 10 m.
Activiteiten water: 1. Huishouding 2. Landbouw 3. Industrie
- Planten staan aan basis van vernieuwbare bron ‘organisch materiaal’. Fotosynthese: N, P, Ca, K, Mg Omvang productie hangt af van: 1. Voorraad voedingsstoffen
2. Voorraad water
3. Goed bodemleven (bacterien/dieren)
vergroting milieugebruiksruimte door:
1. Toevoer van meststoffen
2. Toevoer van fossiele energie
3. Toevoer van water
-Handhaven milieugebruiksruimte in ontwikkelingslanden is lastig door de bevolkingsgroei en de exprotlandbouw.
- Chronisch watertekort: per persoon per jaar minder dan 1000 m^3 zoet water beschikbaar -> Komt door: bevolkingsgroei en productieverhoging in landbouw.
- Zwavel (SO2) komt in de lucht door verbranding van fossiele brandstoffen. (filters)
- Stikstof (Nox) vooral door verkeer. (katalysator)
- Ammoniak (NH3) sproeien van mest. (mestinjectie)
- Zonering: voor elk homogeen gebied wordt een keuze gemaakt welke functie(s) zich optimaal moet(en) kunnen ontwikkelen.
Vier ontwikkelingskoersen:
1. Gele koers: landbouw in zeer intensieve en geconcentreerde vorm (bollenteelt, (glas)tuinbouw, bio-industrie.
2. Bruine koers: grondgebonden landbouw als akkerbouw of rundveehouderijen. Landbouw in ruimte afgewisseld met netwerk groenelementen.
3. Blauwe koers: combinatie van functies en afwezigheid van intensieve landbouw. Economisch aantrekkelijke combinaties van landbouw met recreatie. Bosjes, houtwallen, natte gronen, beekdalen (stapstenen)
4. Groene koers: behoud, herstel en ontwikkeling van natuur. (nationale parken)
-Milieubeleid gaat over de toekomst van het milieu van mensen, planten en dieren.
Drie kernpunten moeten duurzame ontwikkeling bevorderen:
1. Integraal ketenbeheer:
Levensloop product= productie-consumptie keten.
1. Winnen van gronstoffen -> omvorming landschap
2. Bewerken van grondstoffen tot basismaterialen of halffabrikaten.
3. Het maken van eindprodukten.
4. Het gebruiken of consumeren van eindprodukten.
5. Het afdanken van producten en verwerken/hergebruiken van afval.
Door een analyse van deze keten kunnen produkten bekeken en vergeleken worden op hun negatieve effecten voor het milieu.
2. Hogere kwaliteit producten:
-Langer gebruik dus minder snel afdanken -> bespaart grondstoffen en energie en verminderd afval.
3. Minder gebruik fossiele energie:
-Meer zon, wind en waterkracht
-Vermindering autoverkeer, isolatie woningen, energiezuinige apparatuur.
- 3e wereld vicieuze cirkel: armoede -> milieuverslechtering -> meer armoede -> meer milieuverslechtering
- Energieheffing: speciale belasting op de koolstofinhoud van brandstoffen.
REACTIES
1 seconde geleden