Landbouwlandschappen

Beoordeling 4.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 651 woorden
  • 20 juni 2005
  • 79 keer beoordeeld
Cijfer 4.5
79 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Hoofdstuk 3: landbouwlandschappen

Intensief: er wordt alles voor gedaan om het beste te bereiken
Extensief: er wordt niet alles voor gedaan zodat niet het beste resultaat bereikt wordt
Gemengde landbouw:
-Polders
-zandleemstreek
-Henegouwse leemstreek
-Brabantse leemstreek
-Condroz
niet grondgebonden veeteelt:
-Vlaamse zandstreek
-Kempense zandstreek
grondgebonden veeteelt:
-Luikse weidestreek of Land van Herve
-Fagne-Famenne depressie
-Ardennen
-Mergelstreek
tuinbouw:
-Mechelse groentestreek
akkerbouw:
-Haspengouwse leemstreek

leemstreek:
Kwaliteiten van leemgrond. Vruchtbaar door:
-veel voedende bestanddelen in de bodem
-houden kunstmeststoffen goed vast
-matig waterdoorlaten: doorlatende ondergrond: zand/krijt
Ondoorlatende ondergrond: klei
Hoeve type: gesloten vierkant hoeve
Bedrijfstype: gespecialiseerd akkerbouw bedrijf
Teelten: industrie: -suikerbieten & graangewassen
Veeteelt: -voedergewassen & grasland

Onbegroeide velden in de winter + bemesting met kunstmest en drijfmest->grond word niet vastgehouden->er ontstaan watergeulen->vruchtbare grond spoelt weg = erosie van de bodem

Landbouw in europa

Beste landbouwgrond= leem
->Van N-Frankrijk tot in Oost-Europa. Leem= zwarte aarde want er zit veel humus in de bodem.

Noord europa:
Klimmaattype: koud gematigd/ koud klimaat
Planten kennen een korte bloeiperiode want vele maanden zijn koud (-6°c)
Enige mogelijke vorm van landouw: taiga
oost europa:
Klimaattupe:gematigd en droog klimmat
Landbouwvorm: extensieve veeteelt op steppe
Zuid europa
Klimaattupe: warm gematigd klimaat met natte winter
Landbouwvorm in de kust gebieden: tuinbouw -> groenten en fruit
‘’ In het binnenland: extensieve veeteelt
midden europa:
Klimaattupe: kogelgematigde klimaten
Landbouwvormen: intensieve landbouw

Landbouwvorm hoogland: extensieve veeteelt op de Alpen weiden
Boven de 2000 m is er geen landbouw mogelijk
Dichtbevolkte gebieden: -weinig ruimte voor landbouw
-goedkopere productie dan in west europa->
-lagere lonen
-minder energie kosten

landbouw aan de Middellandse Zee:
Klimaattupe: warm gematigd klimaat met natte winter
-voordeel voor de landbouw: warme zomer & zachte winter
-nadeel voor de landbouw: droge zomer
de landbouw word beïnvloed door het klimaat, reliëf en de bodem

Meest voorkomende landbouwvorm: tuinbouw van typische teelten
Positieve elementen: - vruchtbare bodem door het slib afgezet door
zee/rivier
-effen landschap, vlakte, gemakkelijke bewerking met
machines

Negatief element: klimaat in de zomer
-hoge temp. ->Typische teelten voor warmere gebieden: citrusvruchten, abrikozen, perziken, …
-gebrek aan neerslag ->bevloeiing of irrigatie: kunstmatig bevloeien met opgespaard water uit stuwmeren, bronnen en putten door windmolens opgepompt. Rechtstreekse rivierirrigatie (daar kan rijst geteeld worden)
irrigatielandbouw is schadelijk voor het milieu:
verdamping van irrigatiewater -> opgeloste minerale zouten blijven op het veld achter -> verzilting van de bodem

Voet van hellingen en hogen gelegen vlakten
negatieve element:
-irrigatie niet meer mogelijk
-> Men doet aan droogtelandbouw = landbouw zonder irrigatie, gewassen die aangepast worden aan de zomerdroogte.
1. granen & zonnebloemen -> ze hebben weinig water nodig
2. olijfbomen & wijnranken ->ze hebben een zeer diep wortelstelsel op zoek naar water
-hellingen moeilijker te bewerken -> terraslandbouw: de hellingen worden in trappen verdeeld.

De hoger gelegen hellingen:
Om het landbouwgebied te vergroten werd aan ontbossing gedaan
De losse bovengrond word door de wind opgewaaid en door de regen weggespoeld = bodemerosie
Er blijven alleen kale rotsen over waar enkel extensieve veeteelt mogelijk is -> geiten en schapen
Om bodemerosie tegen te gaan doet men aan herbebossing

Bosbouw in noord europa
Landbouwmogelijkheden zijn beperkt door:
-klimaat: koud gematigd klimaat met strenge winter
koud klimaat met dooiseizoen
-reliëf: Scandinavisch hoogland.

Houtvoorraden
Natuurlijke vegetatie: taiga
Men probeert er voor te zorgen dat het bosareaal niet te snel mindert door:
-de bosoppervlakte te laten toenemen: draineren, bemesten & snelgroeiende soorten
-de houtreserve aan te vullen: in opp. Minder hakken dan aanplanten
-een verantwoorde manier van bosbouw levert kwaliteitshout.

Houtindustrie
De vestigingsplaats voor de houtsindustrie wordt bepaald door:
- de transportmogelijkheden -> autowegen, spoorwegen en waterwegen
- de beschikbare energie
- de nabijheid van het hout
de verschillende delen van de boom krijgen een toepassing:
Boomkruin met loof: compostering ter plaatse of brandhout
Wortelstelsel: compostering ter plaatse of tegen erosie
Takken: <7 cm: brandhout
8-18 cm: chemische houtindustrie: papier, karton, lijm & cellulose
>18 cm: mechanische houtindustrie: planken, fineerhout,
Spaanderplaat & houtvezelplaat.

Milieuprobleem:
De bossen in noord europa worden aangetast door zure regen, uitlaatgassen van auto’s en industrie in west europa waaien met ZW winden naar noord europa

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.