Dit is een samenvatting van hoofdstuk 6 "het Middellandse Zeeklimaat" van het vak aardrijkskunde. Dit hoofdstuk staat in het boek "Aarde 2". Sorry voor eventuele spel- en of typfouten!
2. Klimaat en water in het Middellandse Zeegebied
2.1 De kenmerken van het mediterrane klimaat
- Subtropisch landschapszone
- Mediterraan klimaat (Cs)
Kenmerken van het Mediterraan klimaat:
1.Temperatuur
- In de zomer – veel zon, afwezigheid neerslag en wolken
- Hoge temperaturen door de hoge zonnestand
- Verdamping in de zomer
- In de winter – gematigde temperaturen (zelden onder 0*)
- Geen vorst, behalve in gebergtes
2.Neerslag
- Neerslag is ongelijk verdeeld – relatief droog (zomer), relatief nat (winter)
- Subtropische hoge druk heerst in het Middellandse Zeegebied
- In de winter zorgen westenwinden voor lage druk die voor neerslag zorgen
- Variabiliteit van neerslag is hoog (valt onregelmatig in jaren of dagen)
- Droge/ natte jaren wisselen elkaar af
- Droge/natte dagen wisselen elkaar af (op de ene plek regent het wel op de andere niet)
- Intensiteit van neerslag is hoog (per tijdseenheid valt er per oppervlakte-eenheid veel neerslag)
- Neerslag valt vaak in korte felle buien
- Neerslagintensiteit meten – radiogolven die weerkaatsen op regendruppels
Meer richting het zuiden verandert het mediterraan klimaat van karakter. Er komt dan een semi-aride en aride landschapszone met steppe en woestijn. Ook de temperatuur en verdamping neemt zuidwaarts steeds meer toe. Neerslag wordt daarentegen minder, maar krijgt een hogere variabiliteit en een hogere intensiteit (dus onregelmatiger en heviger).
2.2Beschikbaarheid en verbruik van water
De waterbalans – de verhouding tussen de toevoer en de afvoer van zoet water, deze bepaalt ook de mogelijkheden van watergebruik.
De waterbalans van een gebied heeft 3 onderdelen:
1.Toevoer van water
Vernieuwbaar water: de neerslag die valt en instroom van rivierwater
Niet-vernieuwbaar water: oppompen van grondwater uit diepe gesteentelagen
2.Opslag van water
Oppervlakte water in de vorm van rivieren en meren
Bovengrond: bodemwater en ondiep grondwater
Ondergrond: diep grondwater uit diepe gesteentelagen
3.Afvoer van water
Verdamping in een gebied
Uitstroom van rivierwater naar zee of ander gebied
Watergebruik voor landbouw, industrie, huishoudens
De voorraad vernieuwbaar water
De toevoer van vernieuwbaar water verschilt in het Middellandse Zeegebied per land. Sommige landen zitten ruim in hun voorraad (Turkije), andere landen moeten gebruik maken van niet-vernieuwbaar water (Egypte).
(Grond)waterproblematiek – er is niet genoeg water voor de landbouw, de huishoudens en het toerisme.
Droge tijden overbruggen en watertekort voorkomen – opslag van water in stuwmeren en het oppompen van grondwater
Duurzaam verbruik – evenwicht tussen de beschikbaarheid van vernieuwbaar water en het gebruik voor menselijke activiteiten
2.3Stuwmeren als waterregelaars
Stuwmeren die in natte perioden water opslaan en het in droge tijden weer afgeven, kunnen ervoor zorgen dat mensen/landen minder last hebben van een watertekort tijdens droge zomers.
Problemen bij stuwmeren:
- Slib hoopt zich steeds meer op – verkleint de opslagcapaciteit van een stuwmeer
- De beste plekken zijn op dit moment al benut
- Nieuwe stuwmeren zullen steeds meer inspanningen vergen terwijl het watergebruik alleen maar toe blijft nemen
3.Plantengroei en landbouw in het Middellandse Zeegebied
3.1Mediterrane plantengroei
Natuurlijke mediterrane vegetatie:
- Planten die in de droge zomer zonder al te veel water kunnen
- Altijd groene planten
- Planten met een uitgebreid wortelstelsel (water ontrekken uit een groot gebied)
- Planten met leerachtige bladeren om verdamping te beperken (cipressen, naaldbomen)
Noordelijke deel van het Middellandse Zeegebied – bevat veel bos. Veel bos is in de Romeinse tijd gekapt waarom er nu op veel plekken maquis zijn (stekelige, mediterrane struiken met kleine blaadjes).
3.2Mediterrane landbouw
Groeiseizoen in het Middellandse Zeegebied van planten is lang. Drie factoren die de lengte van de groeiperiode beïnvloeden:
1.Temperatuur (gemid. temp. moet boven 5* zijn)
2.Aantal uren zonlicht per dag
3.Vochttoestand van de bodem
Over het algemeen is de temperatuur het hele jaar goed geschikt voor plantengroei. In de zomer is er het probleem dat er veel zonlicht is maar weinig beschikbaarheid van water.
Mediterrane landbouwtypen – planten worden gebruikt die goed tegen droogte kunnen en die veel zonlicht nodig hebben. De planten moeten een hete, droge zomer overleven op het water wat in de winter ervoor gevallen is.
Denk aan:
- Olijfbomen
- Amandelbomen
- Kurkeiken
- Wijndruiven
- Citrusvruchten
De verschillende soorten grond waarop wordt verbouwd:
- Plateaus en vlakten – wintergraan
- Steile, minder vruchtbare hellingen – druiven en olijven
- Bergachtige gebieden/ grassteppes – veeteelt met schapen en geitjes
3.4De irrigatielandbouw
Voor irrigatielandbouw is de beschikbaarheid van voldoende water noodzakelijk:
- Uitgebreide netwerken van waterlopen en irrigatiegoten
- Water getransporteerd uit rivieren en stuwmeren
- Grondwater naar intensieve teelten bijv. tuinbouw
- Pompen en pompstations worden hiervoor gebruikt
Oases:
- Zuidelijke deel van het Middellandse Zeegebied
- Hierbij vinden vaak irrigatielandbouw
- Plekken in een steppe of woestijn waar in vergelijking tot de omgeving veel water is
- Rivieroase vaak gevoed door water uit omringende gebergten
3.5Veel bosbranden
Er zijn meerdere factoren aanwezig bij het ontstaan van bosbranden:
- Brandbaarheid van planten
Planten in het mediterrane gebied bevatten vaak vel olie en hars
Schade aan natuurlijke vegetatie valt vaak mee omdat deze gewent zijn aan de branden
- Leeg platteland
Veel landelijke gebieden zijn leeggelopen
Gebrekkig beheer van lege grond en weinig sociale controle belemmeren brandpreventie
- Monocultures
Veel bossen beplant met brandbare, snelgroeiende boomsoorten (eucalyptus)
Door slecht beheer is er vaak dichte ondergroei
- Brandstichting
Projectontwikkelaars sturen aan op brandstichting zodat zij nieuwe huizen voor toeristen kunnen bouwen
In arme gebieden zorgt brand voor werk – overheid betaald herbebossing
- Toenemende droogte door klimaatverandering
Zomers worden heter en droger
4.Landdegradatie in het Middellandse Zeegebied
4.1 Landdegradatie door bodemerosie en aardverschuivingen
Natuurlijke factoren zijn verantwoordelijk voor bodemerosie en aardverschuivingen:
1.Geomorfologie (landvormen)
Door jong alpien gebergte erosiegevoelige hellingen
2.Stortregens
Neerslag valt vaak in flinke buien
Regenwater dringt niet altijd in de grond door – stroomt over oppervlakte
Neerwaartse afspoeling van gronddeeltjes – geulerosie is gevolg
Bodem kan ook verzadigd raken met water – aardverschuivingen
3.Harde stenige bodem
Regenwater kan niet goed in de grond dringen
Afstroming van water over de oppervlakte neemt toe
Wegstromen van gronddeeltjes neemt toe
4.Weinig beschermende plantengroei
Bodem is vooral in droge perioden weinig bedekt door planten
Menselijke factoren die bodemerosie en aardverschuivingen bevorderen:
1.Vergroting grondpercelen
Er wordt in grotere eenheden geproduceerd (schaalvergroting)
Percelen zijn vergroot om met machines te kunnen werken
Planten die afstromend water af konden remmen zijn weg
2.Monocultures
Vroeger wisselden gewassen elkaar op hellingen af
De bodem was dus beter bedekt en hield water tegen
3.Minder ondergroei bij boomgaarden
Vroeger zorgde ondergroei bij olijf- of amandelboomgaarden voor een beschermende bodembedekking
4.Overbegrazing
De draagkracht van weidegrond wordt overschreden door de groei van kuddes
Grond wordt vertrapt en gras heeft niet genoeg tijd om zich te herstellen
5.Braakleggen van grond
De grond is niet bedekt met planten – speelbal van erosieprocessen
4.2Landdegradatie door verdroging en verwoestijning
Natuurlijke klimaatfactoren die het optreden van verdroging en verwoestijning bevorderen:
- Minder dan 300-400 mm neerslag
De watervoorziening is dan kwetsbaar
In de natte winterperiode kan weinig worden opgeslagen
- Hoge verdampingscapaciteit
Hete zon bakt de hele dag door op de grond
Verdamping kan neerslag vele malen overtreffen
Menselijke factoren die verdroging en verwoestijning bevorderen:
- Meer irrigatie
Landbouw wordt steeds productiever door het Europese landbouwbeleid
Irrigatie speelt een belangrijke rol – bevordert daling grondwater
Irrigatielandbouw zorgt ook voor verzilting door verdamping
- Meer watergebruik door toerisme
Stijging van de welvaart zorgt voor enorme groei toerisme
Watergebruik voor: hotels, appartementen, golfterreinen
Lokale bevolking gebruikt ook steeds meer water
5.De actieve ondergrond van het Middellandse Zeegebied
5.1De complexe botsingszone van Afrika en Europa
Het Middellandse Zeegebied ligt in een botsingszone waar continentkorsten van Afrika (Afrikaanse plaat) en Europa (Euraziatische plaat) tegen elkaar drukken.
Doordat de oceanische plaat van Afrika door subductie onder de Euraziatische plaat gaat, ontstaat er door druk het Alpien Plooiingsgebergte.
Het botsingsproces tussen Afrika en Europa zorgt nu voor opschuivingsbreuken – door opduwende kracht (vanuit Afrika), worden stukken aardkorst naar boven geschoven.
5.2Een verzameling van microplaten
Middellandse Zeegebied opgedeeld in microplaten – door de spanningen in de botsingszone
- Microplaten bewegen verschillend ten opzichte van elkaar
- In grote lijnen bewegen ze naar het noorden en noordoosten
- Bepaalde platen zitten in de knel en schuiven andere kanten op
Turkije:
- Microcontinent
- Ligt vast door de Arabische plaat en de Euraziatische plaat
- Moet naar het westen bewegen
- Beweging vindt horizontaal plaats
- Door horizontale beweging – langste transforme breuk ter wereld – Noord-Anatolische breuk
Griekenland beweegt op een aparte microplaat naar het zuidwesten toe.
Door het veel langs elkaar schuiven van al die platen wordt er grote spanning opgebouwd. Bij ontlading ontstaan er aardbeving. Aardbevingen horen dus bij het Middellandse Zeegebied.
5.3Veel zware aardbevingen
Op 3 soorten plaatsen in het Middellandse Zeegebied kunnen we aardbevingen verwachten:
1.Subductiezones
Afrikaanse plaat duikt onder de Euraziatische plaat
Italië, Griekenland, west- en zuid Turkije hebben veel last van aardbevingen
2.Opschuivingsbreuken
Stukken continentale korst drukken continu tegen elkaar
Spanningen leiden zo nu en dan tot aardbevingen
Noord-Afrika en Zuid-Spanje hebben de meeste last
3.Transforme breuken
Stukken aardkorst bewegen in tegengestelde richting langs elkaar horizontaal
Opschuivingen gaan schoksgewijs
5.4Verdwijnt de Middellandse Zee
De Middellandse Zee ligt in een vrij droge zone. Er verdwijnt daar meer water door verdamping dan dat er neerslag valt.
Tekort wordt aangevuld door:
- De Nijl
- De Rhône
- De straat van Gibraltar
Toch voeren de rivieren nog te weinig aan. De belangrijkste toevoer komt via de straat van Gibraltar. Door de opduwende krachten in de botsingszone tussen Afrika en Europa zal de straat van Gibraltar verdwijnen. Het water in de Middellandse Zee (dan een meer), zal geleidelijk totaal verdampen en er ontstaat een woestijngebied onder het zeeniveau.
6.Vulkanisme in het Middellandse Zeegebied
6.1Vulkanen door subductie
Subductiezones in het Middellandse Zeegebied
- Calabrische trog
- Helleense trog
Hoe dieper de magmahaard ligt, hoe dikker het bedekkende gesteente is dat tegendruk geeft. Over het algemeen kun je zeggen dat het vulkanisme bij toenemende afstand tot een subductiezone explosiever wordt.
6.2Vulkanen in Italië
De belangrijkste vulkanen in Italië:
- Vesuvius
- Stratovulkaan
- Ligt bij Napels – op grote afstand subductiezone
- Ooit werd de stad Pompei bedekt onder het as door een uitbarsting
- Slapende of dode vulkaan – wanneer een vulkaan 2 eeuwen niet meer actief is geweest
- Deze vulkaan is een van de gevaarlijkste ter wereld
- Etna, Stromboli en Vulcano
- Minder explosief vulkanisme (dichterbij subductiezone)
- Etna
- Meest actieve vulkaan van Europa
- Schildvulkaan
- Werd steeds explosiever – vulkanische as wordt uitgestoten
- Etna wordt een kegelvormige stratovulkaan
- Stromboli en Vulcano
- Kennen nog vulkanische activiteit
- Regelmatig komen gassen en proppen lava omhoog
6.3Vulkanen in Griekenland
Griekenland beweegt zich op een eigen microplaat voort. In het zuiden ligt daarom een subductiezone – de Middellandse Zeebodem probeert onder Griekenland te schuiven.
De belangrijkste vulkanen in Griekenland zijn Thira en Nisyros.
- Thira
- Restant van de vulkaan Santorini
- De eilandjes rond Thira zijn eigenlijk de gigantische vulkaankrater van Santorini (caldera)
7.De effecten van aardbevingen en vulkanisme
7.1De kans op schade
De omvang van schade door bijv. een aardbeving hangt af van een aantal factoren:
- Bouwwijze en bouwmaterialen
Constructie en bouwmaterialen moeten een beetje meegeven. Hout is bijv. een materaal dat een beetje meebeweegt, beton daarentegen niet, deze zijn echter wel weer meer flexibel. Wat een land dus bijv. te besteden heeft, heeft wel invloed op de bouwveiligheid – investeren in goede materialen kost veel geld. Ook de ouderdom van een gebouw kan een rol spelen, vroeger waren er minder strenge eisen dan nu.
- Dichtheid van bebouwing
Als een gebied dicht bevolk of bebouwd is, is de kans op schade en slachtoffers veel groter dan wanneer er bijv. een aardbeving op het platteland is.
- Samenstelling ondergrond
Stabiel hard gesteente – schade is meestal het kleinst
Losse ondergrond met hoog watergehalte – kans op schade neemt toe
- Aanwezigheid hellingen
Aardbeving kan een aardverschuiving op gang brengen
7.2Tsunami
Een vulkaan die uitbarst aan de rand van de Middellandse Zee kan een tsunami veroorzaken door:
- Stuk vulkaan helling glijdt in de zee en zorgt voor verticale verplaatsing van water
- Krachtige aardbeving op de zeebodem
8.Vervuiling van de zee en het kustgebied
8.1De kwaliteit van het waterecosysteem
In de Middellandse Zee is een grote biodiversiteit (veel verschillende diertjes), dit komt door:
- Hoge zoutgehalte
- Voedselarmoede in de kerngebieden
8.2Vervuiling bedreigt de kwaliteit
Belangrijke bronnen die de voedselwaarde in het water hoger maken:
1.Stedelijk afvalwater – bevat bijv. wasmiddelen (zuidelijke zone)
2.Landbouw – door bodemerosie komen er kunstmest en kleideeltjes in het water
3.Industriecomplexen en zeehavens – vooraal de kustgebieden in het noordwesten
4.Toeristische sector – vooral in de zomer grote piek huishoudelijk afvalwater
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
mooie presentatie
7 jaar geleden
Antwoorden