Hoofdstuk 6

6.1 volle Spaanse stranden

a. hoe veranderen gebieden door massatoerisme?

Massatoerisme/grootschalig toerisme à als veel mensen gelijktijdig naar een gebied op vakantie gaan.

Veranderingen door massatoerisme:

1. Ruimtelijke veranderingen
   cultuurlandschap à door de mens ingericht landschap.
   er komen toeristische inrichtingselementen – voorzieningen die voor toeristen gemaakt zijn, zoals een hotel, pretpark, parkeerplaats en jachthaven.
2. an toeristische inrichtingselementen tast het landschap aan.
3. Economische veranderingen
   toerisme levert inkomen en werk.
4. Culturele veranderingen
   massatoerisme heeft invloed op gewoontes en tradities in een gebied.

b. welke gevolgen heeft massatoerisme voor Spanje?

Recreatiedruk à invloed van toerisme op cultuurlandschap, milieu, economie en cultuur van een gebied.

Massatoerisme heeft negatieve milieueffecten:

• Verstoring openlandschap – horizonvervuiling.
• Betonkust (hotels en appartementencomplexen van beton).
• Extra verkeer vergroot overlast en luchtvervuiling.
• Zonder waterzuiveringsinstallaties mag er niet gezwommen worden, zee water is er vies.

Voor de economie is toerisme een stuwende bedrijfstak (groei van werkgelegenheid en de welvaart).
in het binnenland neemt de welvaart af, en in de toeristische gebieden neemt het toe.
à regionale ongelijkheid wordt groter.

6.2 Massatoerisme in de Alpen
a. waarom gaan toeristen naar de Alpen?

• Landschap
• Klimaat
• Bereikbaarheid

In de Alpen vind je natuurlandschappen, landschap wat mensen nog niet aan hebben getast.
“Hoe hoger, hoe kouder” geldt hierop het klimaat en de begroeiing.

Op de lagere hellingen groeien loofbomen, iets hoger groeien naaldbomen. Boven de boomgrens liggen alpenweiden (in de zomer graast hier vee, in de winter wordt hier geskied in het skigebied).

Gletsjers à zijn grote massa’s ijs die langzaam naar beneden glijden.
Bergpas à is een laaggelegen deel tussen de bergen waarover een weg loopt.
Er is een dubbelseizoen (wat werkt heeft in de winter en de zomer)
bij seizoenwerkeloosheid is er een deel van het jaar weinig werk.

b. hoe veranderen natuur en milieu in de Alpen?

Het landschap in de Alpen verander door de aanleg van wegen, parkeerplaatsen, hotels en vakantiehuisjes.
Er zijn veel bomen gepakt voor de bouw van skiliften, zoveel dat er bodemerosie ontstond.
bodemerosie à het wegwaaien of wegspelen van de bodem.

Als de natte grond gaat schuiven, ontstaan modderstromen.
lawines à zijn grote hoeveelheden losse sneeuw die plotseling naar beneden komen.

6.3 vakantiegebieden veranderen
a. hoe ontwikkelen vakantiegebieden zich?

• Fase 1: geen toeristen
  er komen bijna geen toeristen, omdat het gebied moeilijk te bereiken is.
• Fase 2: toerisme begint
  door verhalen van bezoekers begint toerisme.
  het is klein van opzet: kleinschalig toerisme à kleine groepjes bezoekers en er zijn nog weinig voorzieningen.
• Fase 3: massatoerisme
  er ontstaat een sneeuwbaleffect: opgang gezette ontwikkeling breidt zich uit.
• Fase 4: de groei stopt
  door massatoerisme stijgen de prijzen, de vervuiling neemt toe en voorzieningen raken overbelast. Sommige toeristen kiezen een andere bestemming.
• Fase 5: nieuwe groei of verval
  door nieuwe attracties en verbeterde inrichting kan een gebied weer aantrekkelijk worden. Als dat niet rukt raakt het gebied in verval.

b. hoe is toerisme te beheersen?

Toerismebeleid à maatregelen om toerisme te beheersen.
Vakantiespreiding à het uiteen laten lopen van vakantieperioden in verschillende delen van het land.
hoogseizoen à periode waarin de meeste mensen met vakantie gaan.
laagseizoen à periode waarin de mensen minder op vakantie gaan.
zonering à vakantie gebied verdeeld in deelgebieden of zones met elk een eigen vorm van toerisme.
zones:

1. Toerisme in oude dorpen
   de bevolking leef vooral van toerisme en minder van de landbouw.
2. Nieuwe toeristensteden
   om voor meer banen (bedrijven en steden) te zorgen die gericht zijn op massatoerisme.
3. Bescherming kwetsbare gebieden
   bij ecotoerisme of duurzaam toerisme mag geen schade ontstaan aan natuur, milieu of aan leefwijze van de bevolking

6.4 cultuur of natuur?
a. zijn grote steden aantrekkelijk voor toeristen?

Citymarketing à is om reclame te maken voor een stad, om bezoekers en bedrijven naar de stad te trekken.

b. zijn natuurgebieden aantrekkelijk voor toeristen?

veel mensen gaan op vakantie in natuurgebieden.
natuurgebieden à hebben veel natuurschoon, de lucht is zuiver en het is stil.

Veel stranden willen ‘de blauwe vlag’ is een internationaal keurmerk voor veilige en schone stranden en havens.
kwelders à begroeide gebieden buiten de dijk.
wadden à onbegroeide zandplaten, die bij eb droogvallen.

Nationaal park à een gebied dat door de overheid is aangewezen, waar de flora (planten) en fauna (dierenleven) beschermd worden.