Hoofdstuk 6

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas vwo | 555 woorden
  • 12 juni 2011
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
20 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

§1: Hoog en laag in Frankrijk en Europa.

Hoogteverschillen in Frankrijk

► Frankrijk kent over een korte afstand grote verschillen in reliëf.

● Voor het grootste deel bestaat Frankrijk uit laagland. In het westen van het land vindt je uitgestrekte bekkens. Je kunt je een bekken voorstellen als een grote kom. Vanaf de hoger gelegen randen stromen rivieren als de Seine, de Loire en de Garonne in de richting van de zee. Aan de kant van de kust zit er een opening in de kom, waar de rivieren de kust bereiken.

■ Behalve de bekkens zijn er de langgerekte rivierdalen van de Rijn, de Rhône en de Saône. Ook langs de Middellandse zeekust vindt je laagland.

● In het westen van Frankrijk ligt Bretagne, een heuvelland. Nergens wordt het hoger dan 500 m. Dit heuvelland is een rotsgebergte, maar daar is niet zoveel meer van te zien door de werking van water en wind. Alleen aan de kust komen de rotsen tevoorschijn. Daar beukt de zee op de rotsen.

● In het binnenland en in het noordoosten van Frankrijk liggen middelgebergten. Het meest uitgestrekte is het Massif Central. Daar zijn de toppen hoog en de hellingen steil. De hoogste berg is bijna 1900 m hoog.

● De hoogste bergen liggen in het zuiden en het zuidoosten van Frankrijk. In de hooggebergten van de Alpen en de Pyreneeën zijn de toppen in de winter én de zomer met sneeuw bedekt. In de Alpen komen ook gletsjers voor.

Reliëf en vorm van Europa

► Als je uitzoomt van Frankrijk naar Europa zie je dat het Franse laagland deel uitmaakt van de Europese laagvlakte. Ook zie je dat de Franse Alpen een deel uitmaken van een groter hooggebergte dat zich naar het oosten uitbreidt.

● Als je nog verder uitzoomt zie je dat Europa vastzit aan Azië. Europa is een schiereiland van dat enorme werelddeel. Europa zelf is ook weer opgebouwd uit verschillende schiereilanden en gewone eilanden. Geen ander werelddeel heeft zo'n onregelmatige vorm en nergens anders is er zo'n gelede kust. Ook zijn er over korte afstanden vele hoogteverschillen.

■ Langs die gelede kust stromen vele rivieren de zee in. De monding van een rivier heeft verschillende vormen. Het kan er bijvoorbeeld uitzien als een delta of als een estuarium. Bij een estuarium is er een groot verschil tussen eb en vloed. Dat betekent veel verschil van water, waardoor de riviermonding wordt uitgeschuurd.

● Door de ligging aan zee heeft Europa duidelijke natuurlijke grenzen. Alleen in het oosten loopt er een natuurlijke grens over het land. Daar vormt het Oeralgebergte de grens tussen Europa en Azië.

Begrippen:

Reliëf = hoogteverschillen in het landschap
Laagland = vlak gebied waar het nergens hoger is dan 200 m.
Bekkens =laagland dat aan de randen wordt begrensd door heuvels.
Heuvelland = gebied met toppen tussen 200 m en 500 m.
Middelgebergten = gebied met toppen tussen 500 m en 1500 m.
Hooggebergten = gebied met toppen hoger dan 1500 m.
Gletsjers = Ijsveld in het hooggebergte dat onmerkbaar langzaam van de berg afschuift.
Schiereiland = een gebied dat aan 3 kanten wordt omringd met water.
Gelede kust = een kust met inhammen waar de zee op veel plaatsen diep naar binnen dringt.
Delta = de vertakkingen van een rivier in een aantal rivierlopen, vlak voor de monding.
Estuarium = een brede riviermonding dat er vaak uitziet als een soort trechter.
Natuurlijke grenzen = een grens langs een natuurlijk obstakel als een gebergte of een rivier.

REACTIES

I.

I.

goedzo bedankt

10 jaar geleden

R.

R.



ja echt goed! ^-^

10 jaar geleden

N.

N.

dit is gewoon letterlijk uit het boek overgenomen

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.