Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5 paragraaf 2,3 en 4

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vmbo | 924 woorden
  • 29 november 2016
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Tegenwoordig worden er in Nederland minder kinderen geboren, vroeger was een gezin met 8 kinderen heel normaal. Nu is een gezin met 3 kinderen een groot gezin. Veel mensen kiezen voor een klein gezin of willen helemaal geen kinderen. Het aantal geboorten per 1000 inwoners in een jaar noemen we het geboortecijfer. In 2010 was dat cijfer 11 geboorten per 1000 mensen. Dat is 11 promille, dat lijkt op een procent teken. Het geboortecijfer daalt in Nederland. Doordat er veel oude mensen zijn, stijgt het sterftecijfer. Dat is het aantal mensen dat in een jaar overlijdt per 1000 inwoners. In 2010 was het sterftecijfer 8 promille. Het sterftecijfer word steeds hoger. Nederland is een lang met geboorteoverschot. Er worden meer mensen geboren dan dat er sterven. We hebben te maken met natuurlijke bevolkingsgroei. Er word verwacht dat we in de toekomst een sterfteoverschot hebbe. Er sterven meer mensen dan er geboren worden. Of je in een dorp of stad woont kan je vaak zien aan de gebouwen. Als je in een dorp woont heb je vaak een ruimere woning en een grotere tuin. Als je dicht op elkaar woont zoals in een flat, is er een hoge bevolkingsdichtheid. De bevolkingsdichtheid van een gebied bereken je door het aantal inwoners te delen door de oppervlakte, het aantal km2. Je kunt ook kijken naar de oppervlakte bebouwd gebied per km2. Dan hebben we het over de bebouwingsdichtheid.  In Amsterdam, waar de huizen dicht op elkaar staan is de bebouwingsdichtheid hoog. Zo’n grote stad heeft niet alleen woningen nodig maar ook veel voorzieningen zoals scholen, winkels en ziekenhuizen. Dit zijn kenmerken van het stedelijk gebied. Het landelijk gebied is het platteland, met dorpen en rijstvelden. Als je van de stad naar het platteland reist, kan je de overgang zien tussen flatgebouwen en laagbouw. Dit heet het overgangsgebied. De manier waarop de bevolking over een land is verdeeld noemen we de bevolkingsspreiding. In veel landen is die ongelijk. Als je de stad vergelijkt met het platteland zie je dat er een groot verschil is in ruimtegebruik. In de stad word de ruimte vooral gebruikt voor wonen, fabrieken, wegen en voor voorzieningen. Op het platteland word de ruimte vooral gebruikt voor landbouw en natuur.
Voor mensen die willen studeren en voor mensen die werk zoeken zijn steden erg aantrekkelijk. In de meeste steden vind je daarom ook veel jonge mensen in de leeftijdsgroep van 18 tot 30 jaar. Het aantal jongeren in de dorpen neemt daardoor af, er is sprake van ontgroening. Als er meer mensen uit een plaats vertrekken dan er komen wonen, noemen we dat een vertrekoverschot. Als er in die dorpen weinig kinderen worden geboren, kan het aantal inwoners dalen. Dan is er sprake van krimpregio’s. De vrij grote steden strekken mensen aan, daar is een vestigingsoverschot. Gebieden waar het aantal inwoners toeneemt, zijn de groeiregio’s van Nederland. Het zijn vaak oudere mensen die naar de dorpen toe trekken, door de komst van deze mensen stijgt de gemiddelde leeftijd in die dorpen en neemt de vergrijzing toe. Doordat mensen naar deze dorpen toekomen, komen er ook meer voorzieningen. De belangrijkste aantrekkingsfactor waarom mensen van het platteland naar de stad trekken is werk. In de werelddelen waar dit later begon neemt de verstedelijking of urbanisatie snel toe. Hiermee word bedoeld dat er steeds meer mensen van het platteland naar de stad komen. De werkgelegenheid is niet de enige reden om te verhuizen, een ander verhuismotief is de armoede op het platteland. Deze armoede vormt een afstotingsfactor. Als steden meer inwoners  krijgen doordat mensen daar naartoe gaan, praten we over sociale bevolkingsgroei. Deze steden hebben vaak een jonge bevolking. Nog een reden waarom mensen naar de stad willen verhuizen is omdat daar meer voorzieningen zijn. Wonen in de stad heeft ook nadelen, er is veel verkeer, de woningen zijn vaak klein en duur en er is bijna geen parkeerruimte voor de auto. Jonge gezinnen verhuizen daarom vaak naar kleinere plaatsen in de buurt van de stad. De groei van deze plaatsen heet suburbanisatie. De mensen zijn van de stad naar een dorp verhuisd. Ze wonen nog steeds binnen het verzorgingsgebied van de stad en reizen naar de stad met de auto of het openbaar vervoer.

Als een woonwijk aantrekkelijk is willen mensen er graag wonen. De ruimtelijke kwaliteit is daar goed. Andere wijken zijn minder aantrekkelijk, dat kan door verschillende dingen komen. Wijken waar mensen graag wonen zijn veilig, er word niet vaak ingebroken en mensen worden niet lastig gevallen. In deze wijken zijn vaak goede sociale contacten, de bewoners kennen elkaar en helpen elkaar als dat nodig is. Daardoor is er ook sociale controle, mensen gedragen zich goed als ze weten dat ze in de gaten worden gehouden. Ook de participatie in deze wijken is groot. De bewoners organiseren bijvoorbeeld samen een barbecue. Een wijk kan onaantrekkelijk zijn als er slecht onderhoud is. De leefbaarheid is de geschiktheid om ergens te leven. Er word regelmatig gecontroleerd of dit beter of slechter word. In een prettige woonwijk zijn ook goede sociale verhoudingen. Dat zegt iets over de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Als je in bepaalde wijken kijkt naar de inkomens van de inwoners is er weinig sociale ongelijkheid. Als mensen niet goed met elkaar omgaan is er weinig integratie. Buitenlanders passen zich niet aan aan de Nederlandse cultuur. Wijken kunnen ook van elkaar verschillen door de verkeerssituatie. Aan de buitenkant van de stad is alles moeilijk te bereiken. In Rotterdam kan je alles wel goed bereiken. Er is een goede infrastructuur. Er zijn voldoende wegen, spoorlijnen en andere verbindingen.
 

REACTIES

S.

S.

ik ben ben ben ben jou ben is de ben

6 jaar geleden

N.

N.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.