Hoofdstuk 5 §17+§18

Akn samenvatting §17+§18 h5
Bm = Bijlmermeer ssv = socialenstadsvernieuwing cs= centrale stad
§ 17 STEDEN VERNIEUWEN
Veel gesloopt in steden i.v.m. nieuwe banen,verkeersdrukte,huizen zijn nodig.
De Bijlmermeer
> Als je lang in het zelfde huis hebt gewoont, is dat aan vervanging toe. Ook moeten er nieuwe woonwijken en huizen worden gebouwd. Een nieuwe woonwijk is bijvoorbeeld de Bijmelmeer in Amsterdam. Ze bouwde daar tussen 1968 – 1975 een heleboel hoge flatgebouwen, van ong. 10 verdiepingen, allemaal naast elkaar en honderden meters lang. Heel modern en strak. Ook hadden ze moderne strakke parken aan gelegd.
0 Amsterdammers gingen er niet graag wonen, in die saaie flatrgebouwen. Ze kochten liever een huis met tuin. Ook was de bm nog niet af, haast geen voorzieningen, sportvelden winkels etc.
[] in 1975 werd Suriname onafhankelijk, veel mensen kwamen naar Nederland. Ze zochten onderdak in de Bijlmermeer. Veel buitenlanders gingen er ook wonen. Zo werd het een wijk met veel allochtonen.
0 Na een paar jaar mislukte het. De Bijlmermeer werd een wijk met veel problemen. Er woonden veel werkloze mensen. Ook junkies, en er was veel misdaad. De bm werd onleefbaar(=dat je er niet meer goed, gezond en veilig kunt leven). Het werd een achterstandswijk(=Woonwijk met veel problemen (armoede, werkloosheid, drugsverslaving, misdaad).
Een nieuwe Bijlmermeer
> Om de leefbaarheid te verbeteren werd de bm opnieuw ingericht. De helft van de flats werd gesloopt. De andere gerenoveerd. Er kwamen meer koopwoningen dan huurwoningen. (Koop woningen onderhouden mensen beter ; eigenbezit.)
0 Ook komen er meer voorzieningen en er wordt heel erg gewerkt aan de veiligheid.
0 Economische verbeteringen zijn er ook. Er komen opleidingsmogelijkheden en je kan subsidie krijgen.
Het Grotenstedenbeleid
> Na 1945 zijn er bijna in alle grote steen goedkope huurhuizen gebouwd. Vaak hebben dit soort wijken de zelfde problemen als de bm. De huizen werden later gesloopt of gerenoveert. Dit heet stadsvernieuwing(=verbetering van woonwijken met verouderde goedkope huurwoningen).
0 Maar alleen opknappen is niet genoeg. Buitenshuis moet er ook wat gebeuren.
[] Er moeten ook sociale verbeteringen komen(goed onderwijs/bestrijding criminaliteit/zorg voor de wijken etc. )
0 Al deze maatregelingen worden het grotenstedenbeleid(=stadsvernieuwing waarbij ook sociale en economische verbeteringen worden uitgevoerd) genoemd.
De verschillen tussen de woonwijken worden geprobeerd weg te werken. Anders ontstaat er een scheiding tussen rijke en arme mensen, autochtonen en allochtonen, witte en zwarte mensen (wijken). Dit heet segratie(=scheidingen ontstaan tussen rijke en arme mensen tussen allochtonen en autochtonen en tussen witte en zwarte mensen).
Wat moet je leren?
Lesboek
De kenmerken van een achterstandswijk zijn;
Er wonen veel verslaafden, mensen zonder werk en of geld, en er is veel misdaad. De huizen zijn vervallen en de wijk is vervuild.
De drie onderdelen van het Grotenstedenbeleid zijn;
- Stadsvernieuwing.(= verbetering van woonwijken met verouderde goedkope huurwoningen, en buitenshuizen voorzieningen worden gebouwd).
- Sociale verbeteringen (=bestrijding tegen criminaliteit, goed onderwijs, de zorg voor de wijk moet beter worden.)
- Economische maatregelen (= veel aandacht voor de werkgelegenheid).
Je moet je mening kunnen geven over segratie.
Segratie = scheidingen ontstaan tussen rijke en arme mensen tussen allochtonen en autochtonen en tussen witte en zwarte mensen.
B148 Stadsvernieuwing
> In veel steden zijn woonwijken met huurwoningen slecht. Omdat de huizen oud zijn en niet van de mensen zelf zijn. De mensen vinden het dan minder belangrijk dat het huis in goede staat is. Sinds 1975 begint de overheid steden te vernieuwen. Dat heet socialenstadsvernieuwing (=de verbetering van verouderde, goedkope huurwoningen).
0 ssv; 2 vormen. Slopen en nieuwbouw= alleen als de huizen echt onleefbaar zijn. Bij renovatie (= het opknappen van oude huizen, zodat ze voeldoen aan de moderne woonwensen).
[] Een speciale vorm van renovatie is restauratie(=het herstellen van oude, waardevolle bouwwerken, zoals woonhuizen en pakhuizen).
Begrippen
Achterstandswijken: Woonwijk met veel problemen (armoede, werkloosheid, drugsverslaving, misdaad)
stadsvernieuwing: Verbetering van woonwijken met verouderde goedkope huurwoningen
sloop&nieuwbouw: Bestaande huizen in een wijk worden vervangen door nieuwe huizen
renovatie: Het opknappen van oude woonwijken
restauratie: huizen of speciale monumenten of gebouw in de oude staat terugbrengen
grotestedenbeleid: Stadsvernieuwing waarbij ook sociale en economische verbeteringen worden uitgevoerd
stadsvernieuwing: Verbetering van woonwijken met verouderde goedkope huurwoningen
segregatie: scheidingen ontstaan tussen rijke en arme mensen tussen allochtonen en autochtonen en tussen witte en zwarte mensen
integratie: samengaan, het tegenovergestelde van segregatie
allochtonen: Inwoners van wie één of beide ouders in het buitenland geboren zijn

§18 DE STAD UIT, DE STAD IN
Nederland is een stedenland, maar de laatste 40 jaar zijn de dorpen sterk gegroeit.
De stad uit
> tot 1965 groeide de steden van Nederland sterk: urbanisatie (=de trek vanaf het platteland naar de stad)
0 Vooral jonge gezinnen trokken na 1965 juist de stad uit. Ze vonden de leefbaarheid in de stad minder worden. Ook wilde ze graag een huis met een tuin.
0 Suburbanisatie =het verhuizen vanuit de stad naar het omringende
platteland
[] Door die suburb (=afkorting suburbanisatie ook wel in het Engels) dreigde het platteland volgebouwd te worden. De regering voorkwam dat door groeikernen (=dorpen of steden die toestemming kregen om veel nieuwe woningen te bouwen speciaal voor de mensen die in de stad geen goed huis konden vinden).
Wat moet je leren?
Lesboek
Beschrijf en verklaar de verstedelijking en bevolkingsgroei van de stad Utrecht en plaatsen in de omgeving;
Mensen, vooral jonge gezinnen, vonden het onleefbaar worden in de stad, en wilde graag meer ruimte. Ze verhuisde naar dorpen in omgeving. Zo hadden ze een groter huis met een tuin. Ook met meer groen in de omgeving. (suburb)
Beschrijf de ontwikkeling van de verstedelijking in 1960;
Mensen wilde werk vinden, met het huis dichtbij. Als je in de stad woont, zit je dichter bij voorzieningen. Zo is het makkelijker als je iets nodig hebt, dat is eerder te vinden in de stad dan op het platteland. Ook zit je op een centrale plek. De stad is het middelpunt van allemaal andere kleine dorpen.
Beschrijf de demografische gevolgen van suburb;
Als de regering de suburb niet had verdeelt, dan waren alle dorpen geen dorpen meer maar waren het ook steden geworden. Door groeikernen aan te wijzen, heeft de regering dat voorkomen. Ook begon de stad leeg te lopen. De stad werd kleiner en kleiner.
Waarom word er nu weer bij de centrale stad gebouwd?
Er wordt nu weer bij de centrale stad gebouwd omdat de stad leegliep. De verwaarlozing van de stad moest stoppen. De groeikernen moesten worden afgeschaft. Er ontstonden files van mensen die vanaf het platteland naar de stad moesten voor hun werk. De dorpjes moesten dicht tegen de centrale stad aan worden gebouwd. Zodat het ook met het openbaar vervoer makkelijk te bereiken was.
Basisboek
B145 suburbanisatie
> Suburbanisatie is verstedelijking op het platteland. Centrale stad (=ook wel grote stad). Door suburb zijn plaatsen rond de cs  enorm gegroeid. Zelf ook kleine steden : voorsteden. (Engels suburbs). Voorsteden zijn vaak vastgegroeit aan cs = agglomeratie.
0 suburb : 2 oorzaken; Migratie en Natuurlijke bevolkingsgroei.
B158 De compacte stad
> Door suburb ontstonden er problemen. Mensen reisden dagelijks met de auto naar hun werk files. Een ander probleem was dat de leegloop en verwaarlozing van de centrale stad.
0 Daarom moest het worden verandert. In de stad moesten meer huizen worden gebouwd  vooral op industrie terreinen werd gebouwd. 2e maategel was dat de groeikernen werden afgeschaft. De voorsteden moesten dicht bij de centrale stad worden gebouwd. Zodat ook met openbaar vervoer de stad makkelijk te bereiken is.
[] de compacte stad = meer bouwen in de stad en dicht tegen de steden aan, om te leegloop + verwaarlozing van de stad te bestrijden.
Begrippen
urbanisatie: Als steeds meer mensen in de stad gaan wonen
suburbanisatie: Het verhuizen vanuit de stad naar het omringende
platteland
groeikernen: zijn dorpen of steden die toestemming kregen om veel nieuwe woningen te bouwen speciaal voor de mensen die in de stad geen goed huis konden vinden
compacte stad: Meer bouwen in de stad en dicht tegen de steden aan
verstedelijking: Als steeds meer mensen in de stad gaan wonen
agglomeratie: Stad met de daaraan vastgegroeide randgemeenten
migratie: Verhuizing over een grens met het doel zich permanent te vestigen in een andere woonplaats
natuurlijke bevolkingsgroei: Bevolkingsgroei door geboorte minus sterfte, de natuurlijke bevolkingsgroei kan positief of negatief zijn