Basisboek onderwerpen
De industrie
Massaproductie → Van een product heel veel gemaakt
Zware industrie → Bedrijven die veel grondstoffen gebruiken. (koolstof, ijzererts)
↪kun je herkennen door Schoorstenen, olieraffinaderijen of hoogovens
↪Zware industrie vind je op drie plekken
↳Oude mijngebieden
- vroeger was het vervoer van grondstoffen moeilijk dus bouwde ze de fabriek bij de Mijnen
↳Aan de kust
- Door de fabriek aan de kust te bouwen kun je bijvoorbeeld goedkoop olie
laten aanvoeren
↳Eind van een Pijpleiding
- tegenwoordig kun je olie ook via pijpleidingen aanvoeren. dus kan de
industrie ook in het binnenland gebouwd worden
De meeste industrie is Lichte industrie Dit zijn Bedrijven die werken met Halffabricaten
Halffabricaten → Tussenvorm van een product.
Bewerkt hout → Wordt in lichte industrie BV: een Stoel, een Tafel of een Bank
Productiemiddelen
Om iets te kunnen produceren heb je drie productiemiddelen nodig
- Arbeid
↳ Arbeiders die zorgen dat de productie goed verloopt - Kapitaal
↳Omvat alle gebouwen , tot de machines tot hulpmiddelen tot de bestelwagen - Natuur
↳Gaat over onderdelen van de natuurlijke omgeving; delfstoffen, water en grond
Mensen die betaald werk doen behoren tot de beroepsbevolking.
Grandstoffen
Grondstoffen zijn stoffen waarmee een fabriek de productie begint er zijn twee soorten
↳Ruwe grondstoffen; deze zijn nog niet bewerkt
↳Halffabricaten; deze zijn al bewerkt ( Houten Planken )
Grondstof of afzetmarkt
Bedrijven die veel zware grondstoffen nodig hebben kiezen een plek waar deze makkelijk kunnen worden aangevoerd. Deze bedrijven noemen we grondstof gebonden, → Zware industrie. De Meeste bedrijven zijn Mark gebonden → Lichte industrie → afzetmarkt. Zoeken plek bij mensen die hun producten willen kopen.
Infrastructuur
Infrastructuur betekent alle voorzieningen die nodig zijn om personen goederen of informatie te vervoeren. Voorbeelden; Autowegen, vliegvelden en Spoorwegen. Dus de Infrastructuur van spoorwegen zijn; De rails, de elektriciteit, alles wat nodig is om de trein te laten rijden.
Agglomeratievoordelen
Soms is het handig als bedrijven zich bij elkaar vestigen zoals
Bankieropleiding → Banken
Boerderij → Groenteboer, Melkboer, Supermarkt
Kassen met bloemen → Bloemist
Zoiets noem je Agglomeratie voordelen, deze doen het meest voor in stedelijke gebieden.
Staten en Grenzen
Een staat heeft twee kenmerken
- Het is duidelijk begrenst
- Het is een soeverein, wat inhoudt dat Nederland zijn eigen baas is. er is geen land dat ons bestuurt.
Vroeger probeerden men de Grenzen zo dicht mogelijk langs rivieren, bergen of moerassen te trekken. Als er oorlog kwam was het land zo makkelijker te verdedigen tegen de vijand. Een grens door bijvoorbeeld een ravijn noem je een Natuurlijke Grens. Andere soort grenzen is de Kunstmatige Grens. Dit houdt in dat het niet duidelijk te zien is aan het landschap.
Volk of etnische groep
Volk is een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft, ander woord voor volk is ook wel Etnische groep. Een volk heeft een woongebied, dit valt niet altijd samen met grenzen.
Cultuur
Is alles wat je leert. Hoe je praat, manier van kleden. Als je geboren bent in een Arabische familie dan je leer je de taal en manier van kleden van de Arabische cultuur. Cultuur is ook het de manier van bouwen, kijk maar naar de straten van Turkije en Nederland. Er zijn wereldwijd
7 cultuurgebieden:
- Westerse wereld
- Islamitische wereld
- Afrika zuid van de Sahara
- Zuid Azië
- Oost Azië
- Zuidoost Azië
- Latijns Amerika
Politiek systeem: centrale staat
Politiek systeem is de manier waarop een staat bestuurd wordt
- In een centrale staat wordt in het hele land op dezelfde manier geregeerd, voor iedereen geldt dezelfde regels, alle provincies worden ook geregeld vanaf een centraal punt.
Politiek systeem: bondsstaat
- Bij een bondsstaat zijn er verschillende staten geleid door een regering of federale regering, maar elke staat heeft ook nog zijn eigen regering, dus eigen regels.
Arbeidsmarkt
Hier komen vraag en aanbod bij elkaar.
Bedrijven die makkelijke banen te bieden hebben zoeken naar laagloonlanden
Bedrijven bij wie kennis een belangrijke rol speelt, plaatsen zich meestal in de buurt van universiteiten, dus bij dichtbevolkte steden. Hooggeleerde en gespecialiseerde werknemers hebben vaak grotere kansen op banen, om het voor werknemers aantrekkelijk te maken plaatsen bedrijven zich ook vaak op plekken met veel culturen en gevarieerd landschap
Economische systemen
zo noem je de manier waarop in een staat de productie van goederen wordt.
- in een Kapitalistisch land Mag de ondernemer zelf bepalen hoeveel hij produceert, dit heet ook wel een vrijemarkteconomie.
- in een Communistisch land wordt de productie centraal geleidt door de staat, vrije ondernemers zijn er niet, het ministerie maakt een productieplan voor een bedrijf, deze economie heet ook wel planeconomie
Immigratie en emigratie
Emigratie is het verlaten van het land en Immigreren is het binnenkomen van het land.
- redenen om te vertrekken noem je Pushfactoren
- redenen die een ander gebied aantrekkelijk maakt zijn Pullfactoren.
Soorten push- en pullfactoren
- veel mensen verhuizen om Economische redenen, ze hopen ergens anders een betere baan te vinden. Mensen die verhuizen om economische redenen worden Arbeidsmigranten genoemd of Economische Migranten.
- Ook veel mensen verhuizen vanwege Politieke redenen. Vaak bang voor vervolging vanwege hun godsdienst, nationaliteit of seksualiteit. Deze mensen noem je Vluchtelingen of als ze op de vlucht zijn in hun eigen land; Ontheemden.
↪ Vluchtelingen worden ook wel Asielzoekers genoemd, omdat ze asiel moeten aanvragen in het land waar ze zijn. Economische vluchtelingen krijgen geen kans op asiel, alleen “echte” vluchtelingen hebben een kans op asiel.
- Als mensen verhuizen omdat het klimaat of de natuur ergens anders aantrekkelijker is dan noem je dat Fysische factoren, als bijvoorbeeld Nederlanders naar Aruba verhuizen vanwege de zon. Natuurrampen horen ook bij fysische factoren. Bv. een ramp waardoor duizenden mensen op de vlucht slaan.
REACTIES
1 seconde geleden