H3 Zuidoost-Azië
S2 Natuurrampen
Plaatgrenzen zorgen voor tektonische onrust zoals aardverschuivingen, vulkaanuitbarstingen en tsunami’s. Lahars (=modderstromen) samen met vulkaanuitbarstingen zorgen voor problemen. Een enorme regenval i.c.m. een eruptie zorgt voor een dodelijke vulkanische modderstroom van water, vulkanisch as en modder, dat alles vernietigd.
Een lahar kan ook ontstaan door het smelten van een ijskap door vulkanische hitte of als een kratermeer ontploft. Voorkomen kan dus om zo’n meer droog te leggen.
Relatieve zeespiegelstijging
De relatieve zeespiegel zal gaan stijgen. Dit is een probleem voor laaggelegen gebieden als Zuidoost-Azië met veel inwoners. Er zullen vaker extreme weertypes voorkomen. Bij stijging van één meter zal 25000km2 aan landbouwgrond verloren gaan. Een ander probleem is de verzilting van drinkwater. Het zoute zeewater drinkt door via de delta en het water komt dichter aan het oppervlak. Dit komt door afname debiet Mekong.
Tropische orkanen
Natte moesson is meestal goed wat bij een langzame overstroming zet het een klein laagje slib af. Maar als er een tropische cycloon of taifoen is dan wordt het kustwater opgezweept en de rivieren kunnen dat niet aan. I.c.m. veel smeltwater en veel regenval kunnen dan door het wassende water de dijken bezwijken.
Een taifoen kan zorgen voor veel doden en daklozen maar ook mislukte oogsten. Als er ontbossing is kunnen orkanen ook nog voor overstromingen en modderstromen zorgen.
Wetenschappen denken dat een El Niño het weer grilliger maakt. Zo kan noord-Vietnam enorme overlast hebben terwijl het zuiden droog ligt.
S3 Natuurrampen en beleid
De botsing van aardplaten veroorzaken dus aardbevingen en vulkanisme. Moessonregens en neerslag kunnen voor overstromingen zorgen. Toch willen mensen vaak niet uit hun risicogebied. De armoede is er geen alternatief, ze vertrouwen op God. De inwoners hebben een hele andere risicoperceptie (=inschatting van gevaar).
Hazardmanagement
Hazardmanagement is een planmatige vorm van gevarenbeheersing. Het zijn voorzorgsmaatregelen als schokdempers in gebouwen of schuilplaatsen. Een goed harzardmanagement heeft:
- Risicoanalyse
- Structurele voorzorgsmaatregelen
- Rampenplan instellen en uitoefenen
Veel landen hebben geen geld voor deze waarschuwende systemen. (Detectoren registreren verschillen in waterdruk en stroming, sturen dit akoestisch door, radiosignalen naar satelliet, signaal naar waarschuwingsstations). Arme gebieden hebben bij natuurrampen meer slachtoffers maar minder materiële schade.
Kwaliteit bestuur
Bij een soft state (= land met slecht/corrupt bestuur) hebben vaak een slecht hazardmanagement en de gevolgen bij een natuurramp zijn dus groter. Als er hazardmanagement is, is dit vaak schijn. Het wordt niet onderhouden (ontwateringssloten zijn bijv. dichtgeslibd) en beschermt dus niet. Het kan nog erger, leiders weigerden buitenlandse hulp omdat ze geen pottenkijkers wilden, de bevolking leed. Er wordt zelfs beweerd dat corrupte leiders een natuurramp niet zo erg vinden. Van de buitenlandse hulp blijft er namelijk vast wel iets voor hun zelf over.
S4 Milieuproblemen: ontbossing
Oorzaken
Door de integratie van ZOA in de wereldeconomie worden de hulpbronnen op grotere schaal geëxploiteerd. De welvaart voor een enkeling wordt rijker. Het nadeel is dat de het milieu ernstig en soms onherstelbaar wordt aangetast, bijvoorbeeld bij het kappen van tropisch regenwoud.
Bij ontbossing zijn binnen- en buitenlandse partijen betrokken:
• Groeiend aantal sedentaire boeren. Bevolkingsgroei vraagt om meer voedsel. Boeren willen permanente akkers aanleggen en gebruiken hout als brandstof.
• Commerciële houtkap. Neemt 10% van de totale ontbossing in ZOA voor zijn rekening.
In soft states verlenen corrupte bestuurders houtconcessies aan buitenlandse ondernemingen onder het mom van het aflossen van staatsschuld.
• Projectontwikkelaars. Bos moet wijken voor plantages, kwekerijen en resorts.
• Inheemse volkeren. Hun zwerflandbouw (ladangbouw) (= het steeds op andere plaats uitoefenen van akkerbouw door stukken oerwoud plat te branden) ontaardt door de bevolkingsgroei en het handelen van de eerste drie partijen soms in roofbouw (=zodanig gebruik van milieu dat kringlopen beschadigen).
Het handelen van die binnenlandse partijen in de periferie wordt aangestuurd door centrumlanden. Buitenlandse bedrijven willen graag producten hebben waar ze in ZOA bijv. een woud voor moeten afbranden.
Gevolgen
De oerwouden in ZOA hebben de hoogste biodiversiteit van alle ecosystemen ter wereld. Dit komt door het insulaire (eilanden) karakter van de regio, het reliëf en de rol als grensmilieu. Nu bestaat 50% van ZOA uit woud maar dat daalt snel. Er wordt enorm veel gekapt.
Ontbossing leidt tot:
• Verstoord waterbalans (balans tussen de opname en afgifte van water)
Zorgt voor overstromingen en aardverschuivingen in het gebergte omdat het watervasthoudend vermogen is verdwenen. Door de aanvoer van enorme hoeveelheden slib komt wordt het water in de benedenloop troebel en koraalriffen en viskwekerijen worden aangetast. De Mekong verschuift zijn delta per jaar 100 meter verder de zee in.
• Verlaging biodiversiteit
• Afname bodemkwaliteit (=landdegradatie).
• Bodemerosie (slijting van de bodem door water en wind)
• Extra uitstoot CO2
Kortom het evenwicht wordt verstoord en de duurzaamheid van de ecosystemen gaat verloren.
Lokale gemeenschappen hebben de meeste problemen omdat hun leefomgeving wordt verwoest. Ze verlaten hun traditionele leven en gaan naar de stad. De kappen van regenwoud levert op korte termijn hout en akkerland op maar op lange termijn is het erger.
De aanpak van ontbossing is moeilijk door:
- onverschilligheid boeren
- eigenbelang van grootgrondbezitters
- explosieve bevolkingsgroei
- soft state
- ruimtelijke afwenteling
S5 Milieuproblemen: luchtverontreiniging
Industrialisatie
De industrialisatie in ZOA heeft geleid tot snelle verstedelijking. De industrie en het verkeer zorgen er voor luchtvervuiling en geluidsoverlast. Veel mensen dragen mondkapjes tegen de smerige lucht. Jaarlijks 1 miljoen mensen met problemen aan de luchtwegen. De straat is niet alleen smerig ook de arbeidsomstandigheden. Geen afzuigsystemen, giftige chemicaliën dampen in open bakken, veel herrie en geen beschermende kleding. Omdat centrumlanden strenge regels hebben verplaatsen ze hun vuile bedrijven naar ZOA. De informele sector is nog erger dan fabrieken van de formele sector.
Bosbranden
Enorme stukken regenwoud worden platgebrand om nieuwe oliepalm- of koffieplantages aan te leggen. De stichters hopen dat een natte moesson het vuur wel zal doven. Gebeurt dit niet, dan hangt er een enorme nevelsluier boven ZOA. De stichters zijn opzoek naar palmolie. Het is relatief schoon en de westerse vraag ernaar neemt toe. De nadelen voor het milieu van het verbouwen van palmolie worden door het westen (centrum) ruimtelijk afgewenteld op de arme periferie in ZOA.
De bosbranden zorgen voor schade op verschillende schaalniveaus:
• Lokaal wordt de leefomgeving voor dier en volk onherstelbaar vernield. Stammen vertrekken naar de stad en de biodiversiteit neemt af. Zonder irrigatie is rijstbouw onmogelijk. Wetenschappers zijn bezig met het creëren van rijstsoorten die tegen hoge temperaturen kunnen. Anders zijn de armen de dupe van klimaatverandering.
• Op het schaalniveau van ZOA is er door luchtverontreiniging sprake van schade voor de volksgezondheid.
• Luchtverontreiniging heeft ook gevolgen voor mondiale kringlopen. De nevel gaat 3km hoog en maakt een rondje om de aarde. De rookgassen versterken het broeikaseffect.
Door industrialisatie en ontbossing raken tal van ecosystemen beschadigd, dat voor hun duurzaamheid gevreesd moet worden. De snelle economische groei en exploitatie zorgt voor afnemende biodiversiteit en vermindering van welzijn.
S6 Milieuproblemen: bodem- en waterverontreiniging
Agrochemische vervuiling
Om bevolkingsgroei bij the houden moet de productiviteit per hectare omhoog. De modernisering en de intensivering van de landbouw heeft nadelige effecten:
- Versnelde verwering, gevaar voor verzilting en chemische verontreiniging van bodem en oppervlaktewater. De agrochemicaliën komen in de voedselkringlopen terecht en dus op ons bord.
- Door het uitspoelen van de stoffen en vertroebelen van water sterven koraalriffen af en verliezen vissen hun ecosysteem.
- In de akkerbouw zorgt monocultuur voor grotere gevoeligheid van plantenziekten. Er moet gif worden gespoten waardoor vijanden van de luizen sterven en er nog meer moet worden gespoten.
- In de veeteelt leidt het houden van grote aantallen dieren op kleine oppervlakten tot dierziekten. Die ziektes kunnen mensen besmetten.
De intensivering van landbouw zorgt op korte termijn voor hogere productie en efficiëntie maar op langere termijn beschadigt het de ecosystemen. Dat is jammer want tropisch regenwoud heeft veel genetisch materiaal voor medicijnen.
Chemische oorlogsvoering
Amerika gebruikte Agent Orange om te ontbladeren in de oorlog. Dit bevatte dioxine, de giftigste stof op aarde. 80 mg maakt 8 miljoen mensen dood. 4.000 liter zorgt voor puisten, cysten, kankers, stoornissen en genetische schade. Tot op de dag van vandaag sterven mensen aan kanker en worden mensen met ernstige handicaps geboren in dat gebied.
Ook de steden hebben last van bodem- en waterverontreiniging. De steden hebben geen adequaat vuilverwerkings- en rioleringssysteem en kampen met ernstig vervuilde bodems en hoog risico voor volksgezondheid.
S7 Globalisering op het platteland
Groene revolutie
De groene revolutie (=door moderniseringen wordt de landbouw naar een hoger plan getild) heeft zich de laatste 40 jaar versneld. De supergewassen geven grote oogsten maar moeten wel worden verzorgd met kunstmest en de juiste hoeveelheid water en je moet ze beschermen met bestrijdingsmiddelen. Ook moet je bij elk volgend seizoen nieuw zaaigoed kopen. Grote agromultinationals leveren al die spullen als één pakket aan moderniserende boeren. Ze kopen producten van boeren en beheren plantages. Veel boeren zijn onderdeel van de globaliserende agribusiness: een wereldwijd economisch en politiek netwerk dat zich met de hele productiekolom van voedsel bezighoudt. Een boe strijdt nu met de hele wereld i.p.v. alleen zijn buurman.
Agrarische involutie
Boeren willen graag meedoen aan de groene evolutie. Ze worden overgehaald door de regering om mee te doen met moderne gewassen en investeren in nieuwe machines. De schulden hopen ze te kunnen terugbetalen als ze de beloofde oogst krijgen. Echter als de oogst mislukt kan de boer zijn schulden niet aflossen en raakt failliet. Hopeloos trekt hij naar een krottenwijk in de stad of verhuurt zich als landarbeider.
Samen met modernisering speelt agrarische of rurale involutie een rol. Steeds meer mensen worden opgenomen in de bevolkingslandbouw. Hetzelfde werk door meer handen. De spoeling wordt dunner en opbrengsten per persoon nemen af. Oorzaken zijn de snelle bevolkingsgroei en het failliet gaan van bedrijven door modernisering.
Groene revolutie: top of flop?
Kanttekeningen bij de huidige ontwikkelingen op het platteland:
- Kleine boeren proberen onder collectieve samenwerkingsverbanden uit te komen door gewassen voor de oogst al aan tussenhandelaren te verkopen. Subcontracting = uitbesteden van werk aan onderaannemers. Landarbeiders worden overbodig door het machinale werk.
- Ondanks de deagrarisatie werkt het grootste deel nog steeds in de landbouw
- Technisch gezien is groene revolutie succes want opbrengsten nemen toe.
- Sociale ongelijkheid neemt toe
- Nadelige gevolgen voor milieu
Deze ontwikkelingen zijn in heel ZOA en stimuleren urbanisatie. Veel arme mensen komen in de krottenwijken als onderklasse. De politieke islam (moslimfundamentalisme) heeft daar zijn basis gevonden.
S8 Globalisering in de stad
Stedelijke ontwikkeling in ZOA verschilt, toch enkele grote lijnen:
- Modernisering leidt overal tot het ontstaan van uniforme stedelijke landschappen. Denk aan tuk tuks, shoppingmalls maar ook milieuproblemen.
- Modernisering van steden gaat heel snel en groots. Alles moet wijken voor economische groei. Oude wijken gaan weg voor nieuwe spoorlijnen.
- Stad trekt door groei grote hoeveelheden migranten aan. Megasteden (>10 miljoen inw.) gaan voorstaande rol spelen in de nationale economie.
Overurbanisatie: situatie waarbij het aantal inwoners van een stad sneller groeit dan het aantal banen en huizen dat beschikbaar is. Herkenbaar aan slums, drukke infrastructuur en grote informele sector. Manieren om overbevolking te bestrijden:
- Toegang verbieden, dit kan leiden tot meer krottenwijken
- Onder dwang verwijderen, bewoners werden verjaagd naar het platteland.
- Opvangen en reguleren, door succesvolle economie en beperkte instroom.
Niet iedereen kan normale krijgen. Er ontstaat een informele sector. Als deze vluchtsector volloopt met nieuwe werknemers is dat urbane involutie.
S9 Ontwikkeling in verschillende snelheden
Een aantal gebieden in ZOA ontwikkelt zich inmiddels op eigen kracht verder dat men spreekt van een verandering in het oude centrumperiferiemodel. De globalisering zorgt alleen wel voor een toename van de regionale en sociale ongelijkheid binnen het gebied. Op landelijk niveau maar ook regionaal. De moderniseringen van ZOA verlopen in verschillende snelheden.
Autonome en afgeleide ontwikkeling
In de centrumlanden is een autonome ontwikkeling (=zelf bepalen van richting en manier van groei) terwijl er in de periferie een afgeleide ontwikkeling is (centrumlanden beïnvloedt de richting en manier van groei).
Stad profiteert meer van modernisering dan het platteland. Er vindt afroming plaats. Het beste aan natuur, arbeid en kapitaal wordt weggenomen of aan een ander gebied gegeven. Braindrain is het wegtrekken van hooggeschoolde mensen uit een gebied. Cirkelmigratie is het verhuizen van arbeidsmigranten tussen het herkomstgebied en werkgebied.
Als 2 ongelijke gebieden een relatie met elkaar hebben, dan heeft de autonome regio daar profijt van en de afgeleide niet.
Interactie tussen gebieden
Voorwaarden voor het opgang komen van mensen en goederen: (interactietheorie Ullman)
- Complementariteit = het ene gebied heeft iets te bieden waar de ander naar vraagt
- Transporteerbaarheid = het moet binnen een redelijke tijd en prijs kunnen worden vervoerd.
- Tussenliggende mogelijkheden = er moeten geen voordeligere tussenliggende mogelijkheden zijn
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden