Hoofdstuk 3 Steden

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 862 woorden
  • 2 mei 2013
  • 282 keer beoordeeld
Cijfer 7
282 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Hoofdstuk 3 Steden

Paragraaf 2 De wereld van de grote stad

2.1 Een netwerk van steden

Wat is een stad?
Een stad heeft 4 kenmerken:

  1. Een bepaalde, per land verschillende omvang.
  2. Een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met het omringende gebied.
  3. Een beroepsbevolking die vrijwel alleen werkt inde secundaire en tertiaire sector.
  4. Een groot aantal functies voor het gebied rond de stad.

Hoe kun je grote steden indelen?
Je hebt 3 soorten steden:

  1. Megastad, is een stad met meer dan 8 miljoen inwoners
  2. Wereldstad, een stad met veel inwoners en is voor een groot deel van de wereld een belangrijk centrum op het gebied van economie, cultuur en politiek. (en ook mode, muziek, film en multinationals).
  3. Hoofdsteden, meestal de belangrijkste stad binnen een land.

Sommige steden zijn het alle drie zoals Tokio en Parijs.

Hoe is de spreiding van grote steden?
In ontwikkelde landen liggen er meestal meerdere grote steden binnen een land, deze zijn ook op veel manieren met elkaar verbonden en vormen zo een stedelijk netwerk.

In ontwikkelingslanden is er vaam maar één megastad = primate city. De tweede stad van het land is dan vele malen kleiner.

Hoe kun je de spreiding van steden verklaren?

Steden hebben ook vestigingsfactoren:

  1. Site, de kenmerken van de plaats zelf, zoals vruchtbare gebieden, rivier enz.
  2. Situation, kenmerken van de ligging van een plaats ten opzichten van andere plaatsen. Voorbeeld: prima verbindingen. De situation kan veranderen.

Veel steden in ontwikkelingslanden liggen aan de kust. Dat komt door de koloniale tijd. Zo’n stad kan je goed herkennen, want in het oude deel zijn kronkelige straatjes en in het Europese deel zijn er brede rechte stad. Dit heet een koloniale dubbelstad.

2.2 Steden in verandering
Hoe verandert het stedelijk patroon?

Aan de urbanisatiegraad zie je welk percentage van de bevolking in de stad woont.

Vooral in de centrumlanden trekken mensen vanuit de stad naar de plaatsen er om heen (= suburbanisatie). Maar in ontwikkelingslanden trekken de mensen juist naar de stad
(= urbanisatie).

Opbouw en verandering in de westerse stad.
Aan de buitenkant van (Amerikaanse) steden liggen suburbs, ruim opgezette woonwijken met laagbouw. Hier wonen de rijken mensen. Dichterbij het centrum liggen ouder woonwijken, vaak probleemwijken. Het centrum was vroeger de woonwijk van de rijken maar nu een CBD (Central Business District).

Westerse steden hebben de dezelfde ruimtelijke geleiding (de opbouw van een stad in wijken) als die in Amerika. Maar ze hebben ook verschillen: ons stratenpatroon is een spinnenweb en die van hun een dambord. In Amsterdam is er geen ruimte voor een CBD.

Opbouw en verandering in de niet-westerse stad
In megastad in een arm land lijkt op het eerste gezicht één grote chaos. Maar er zit toch een beetje orde in:

  1. één of meer zakencentra
  2. één zone met overwegend industrie
  3. woonwijken van de rijken

De rest is allemaal opgevuld met krottenwijken. Nieuwkomers vestigen zich in de bestaande wijken waardoor die nog verder verdichten of ze vestigen zich aan de buitenkant van de stad. De oudere krottenwijken zijn vaak nog opgeknapt nadat de mensen wisten dat ze er mochten blijven wonen.

2.3 De ontwikkeling van Steden in Europa

De ligging van Europese steden in de middeleeuwen
Gunstige locaties voor steden in de middeleeuwen:

  1. Plaatsen waar handelscontact mogelijk was (bv. rivier, kruispunt van wegen).
  2. Plaatsen waar het veilig was (bv. hogere oever van een rivier).

De opbouw van de middeleeuwse stad
Het hart van de middeleeuwse stad was het marktplein. Rond om stonden het gemeentehuis, de rechtsaal, een kerk en huizen van rijke handelaren. Verder waren er nog kleine straatjes tot aan de stadspoorten.

De smalle straatjes zijn veel te klein voor het verkeer, daarom zijn er ook veel straatjes opgebroken: stadsmuren gesloopt en grachten gedempt. . Stations liggen vaak net buiten de stad.

Groei of verval?
Eerst was ghet belangrijk of een plaats veilig lag en goed was aangesloten op handelsroutes. Later, toen de Europese staten steeds meer vorm kregen was het belangrijk of een stad regeringscentrum werd of niet. Keizers en koningen wouden met deze steden pronken.

Maar de grootste verandering kwam in de negentiende eeuw van de indurstralisatie. Er kwamen nieuwe steden bij. Deze kan je herkennen aan een ongeplande chaotische plattegrond.

2.4 Megasteden in ontwikkelingslanden

Bestemming Lima
In sommige megasteden verdubbelt de bevolking in 15 jaar. Het bestuur van zo’n stad kan dat niet aan.

Wonen in een megastad in een ontwikkelingsland
De meeste migranten maken zelf een huis van verzamelde bouwmaterialen zoals plastic, hout en karton. Vaak horen ze eerst dat de regering de illegale wijk wil plat gooien. Maar als ze horen dat ze er mogen blijven wonen knappen ze hun huis pas op.

Werken in een megastad in een ontwikkelingsland
Werk is er erg moeilijkt te vinden, vooral in de formele sector, want de meeste hebben geen opleiding gehad. Daarom zoeken ze werk in de informele sector (illegaal). Het hele gezin werkt, zo hebben ze de minste kans om honger te moeten lijden.

Vervuiling en verkeersprobleem
Het verkeer staat vaak uren vast en boven de stad hangt een dikke laag vervuilde laag in de lucht. In een arm land komt het milieu op de tweede plaats. De rivier is vaak zo ver vuild dat er geen leven meer in zit maar veel mensen drinken en wassen er nog mee.

REACTIES

E.

E.

uhhh en paragraaf 7+8???

11 jaar geleden

T.

T.

Heey op zich wel een mooie samevatting maar let de volgende keer op spelfoutjes

11 jaar geleden

S.

S.

Hee!
Super bedankt hiervoor!
Heb morgen een toets en gaat zeker goed komen!
Nogmaals Bedankt!

10 jaar geleden

A.

A.

Paragraaf 6

Dit zijn de vier grootste steden van NL:

1. Amsterdam, de hoofdstad met veel belangrijke diensten en veel toerisme.

2. Rotterdam, een internationale haven en industriestad.

3. Den Haag, de stad waar de regering zit.

4. Utrecht, dat midden in het land ligt en daardoor veel vergadercentra heeft.

Hoe groter een stad, hoe hoger het voorzieningenniveau. Dat is het aanbod aan diensten in de stad.

Agglomeratie is een stad waar omliggende dorpen aan vastgegroeid zijn.

Voor werk en winkelen gaan bewoners van omliggende plaatsen nog altijd naar de grote stad. Het gebied dat zo met de stad verbonden is, noem je een stadsgewest.

Het hele gebied van steden en stadsgewesten die met elkaar verbonden zijn, heet een stedelijk gebied.

Het grootste en bekendste stedelijke gebied van ons land is de Randstad. Het ligt in vier provincies: Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland. De vier grote steden samen met wat kleinere plaatsen liggen als een ring rondom een gebied met veel weilanden. Dit heet het Groen Hart.

Vinex-wijken zijn grote nieuwbouwwijken tegen de stad aangebouwd, waar villa’s ën gewone huurwoningen staan.







Paragraaf 7

De opbouw van de stad is in Nederland vaak hetzelfde.

1. De binnenstad: Nauwe straatjes met winkels en cafeetjes. Er wonen niet veel mensen.

2. De 19e-eeuwse wijken. Er is een hoge woningdichtheid, dus veel woningen per hectare, weinig groen, krappe woningen, vaak de goedkoopste in de stad. Er wonen veel jongeren en niet-westerse allochtonen.

3. De hoogbouwwijken van de vorige eeuw. Flats met lage huren. Dus wonen ook hier vaak armere inwoners. De wijk ziet er vaak verwaarloosd uit.

4. De laagbouwwijken van de vorige eeuw. Er zijn veel woonerven. Deze huizen zijn weer wat duurder.

5. De nieuwste wijken, gebouwd rond 2000, zijn Vinex-wijken. Er staan villa’s maar ook huurwoningen.







Als je de armste en lelijkste wijken in een stad verbeters, komen er hopelijk weer mensen met een goed inkomen wonen. Het bestuur van steden spant zich vaak in om dat te bereiken. Dat doen ze op verschillende manieren.

1. Renovatie: de huizen worden opgeknapt met centrale verwarming, kunststof kozijnen en betere douches en keukens.

2. Sanering: de slechtste wijken werden afgebroken en opnieuw opgebouwd. Vroeger bouwde men dan vooral weer woningen met lage huren.

3. Herstructurering: afbreken van een wijk en opbouwen met mooiere straten en duurdere koopappartementen naast gewone huurwoningen.

Men zorgt ervoor dat er zo veel mogelijk in en vlak tegen de bestaande bebouwde ruimte aan wordt gebouwd. Zo ontstaat er een compacte stad.

8 jaar geleden

D.

D.

een megastad heeft 10 milioen inwoners

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.