§ 3.1 Vele steden maken (g)een Randstad
Randstad als een metropool:
- Nationale grootstedelijke functies;
- Arbeidsmarkten overlappen elkaar;
- Forensisme in de Randstad neemt toe;
- Randstad leeft in beeldvorming;
Randstand niet als een metropool
- 75% werkt en woont in een-enhetzelfde stadsgewest;
- Openbaar vervoer op stadgewestelijk niveau;
Om de positie van Nederland te versterken heeft de overheid de term stedelijk netwerk geïntroduceerd. Dat zijn bestuurlijk samenwerkende steden die gezamenlijk tot een ruimtelijke visie komen. Deltametropool wordt de Randstad ook wel genoemd. Er is echter nog veelkritiek. Het bestuurlijk netwerk moet de kritiek wegnemen.
Mainport kenmerkt zich door goede bereikbaarheid via de hoofdstransportassen. Infrastructuur moet up-to-date blijven. Het is ook belangrijk voor de Randstad dat zich multinationals zich hier vestigen. De Randstad loopt verder over in de halfwegzone tot in de periferie. De beschikbare ruimte die de Randstad nog heeft moet gecontroleerd worden met de spelregels van de ruimtelijke ordening.
Congestie is ontstaan door globalisering, welvaart en schaalvergroting (woonwerkafstanden). Bereikbaarheid is voor de internationale concurrentiepositie belangrijk, met moet hierbij echter rekening houden met milieubelasting. Het groene hart is eigenlijk in kwaliteit achteruit gegaan. Plannen moeten er echter weer voor zorgen dan het gebied weer ‘bloeit’. Er is een regionaal beleid en sectoraal beleid. Er heerst woning nood in Nederland ondanks de bouw van velen vinex-locaties.
Het lijstje ziet er als volgt uit:
- Mainportontwikkeling;
- Capaciteitsproblemen oplossen, doorstroming snelwegen;
- Zeesluis IJmuiden;
- Halvering reistijd tussen de vier grote steden;
- Zuiderzeelijn;
- Rekeningrijden;
- Kenniseconomie stimuleren;
- Grootschalige ontwikkelingsplannen voor de HSL-stations;
- Waterbeheersing aanpakken.
§ 3.2 Grote en middelgrote steden in Nederland
Kenmerken van een stad:
- Inwonertal: Nederland overduidelijk een top 4;
- Aanwezigheid van centrale diensten: grote diversiteit. Hierbij heb je een verzorgingsgebied en reikwijdte.
- Leefstijl: in steden kom je verschillende culturen tegen. Ook op gebied van leeftijdsopbouw, samenstelling etc.
In plaats van stadsprovincies kennen we nu de WRG-gebieden. Gemeentes kunnen ook overgaan tot publiekprivate samenwerking. Een andere vorm is jointventure (50%, 50%). Zo houdt de gemeente een vinger in de pap. Nadeel is echter dat de belangen van een ondernemer anders is als die van een het
gemeentebestuur.
Stedelijke vernieuwingen zijn o.a. verkeersmaatregelen. Hierbij moet je denken aan veiligheid (30 km zone), parkeerbeleid (dichter bij centrum meer betalen) en milieu (toestemming geven). Dit zie je terug bij stedelijke distributie (milieuzone, venstertijden etc.). Als men iets uit wil voeren botsen dingen met elkaar, logisch.
Talent: Beter en slimmer, dat is de kern van de kenniseconomie. Innovatie en creativiteit. Vanwege een goede verbinding met randstand zijn er in Amersfoort veel landelijke opererende bedrijven gevestigd. De stad heeft echter naast een positieve kant (op gebied van werkgelegenheid) ook een negatieve voor laaggeschoolde, duale arbeidsmarkt.
Techniek: De hightech zit in BRABANTSTAD!!. De regionale samenwerking in Brabant werpt zijn vruchten af. Wageningen = Food Valley, Nijmegen Health Valley, Groningen = Energy Valley en Enschede = Silicon Valley. Tolerantie: Is de laatste jaren in het gedrang gekomen. Daarom zero tolerance
en bewoners die een week beheren.
Eerst ging het om:
- huurprijzen; beschikbaarheid van bedrijfsruimtes en bereikbaarheid.
Nu gaat het om:
- aantrekkelijk bewonersklimaat en tolerantie.
§ 3.3 Klimaatverandering in de stad?
Vandaag de dag is er veel te doen in een stad. Voetbaltoernooien kan een stad tot een warme stad maken. Het probleem zit hem echter in de koude stad. Vooral twintigers komen naar de stad (studie, baan etc.) Etniciteit van een stad verschilt. De steden in de Randstad en de oude industrie steden zijn multiculturele steden. In berichtgeving gaan het dan om de negatieve aspecten zoals segregatie en polarisatie. De gentrificatie in 1970 zorgden ervoor dat er kinderloze huishoudens (35 tot 40 jaar) zich in de stad gingen vestigen. De etnische minderheden (en starters) woonden eerst in de buurten rond de binnenstad, maar zijn nu verhuist naar de flatjes, ‘zwarte’ wijken. De toename van tegenstelling tussen rijke en arme buurten wordt omschreven als polarisatie.
§ 3.4 Wijken en buurten in Nederlandse steden
Een buurt is onderdeel van de wijk. Grote stedenbeleid probeert het verschil tussen wijken kleiner te maken. Kortom:
Bewonerskenmerken:
- Huishoudengrootte;
- Etniciteit;
- Inkomen;
- Gezinsfase;
Woningkenmerken:
- Ouderdom;
- Woningtype;
- Ligging;
- Eigendom;
- Waarde;
- Onderhoud;
Negentiende-eeuwse buurt: Woningen voor arbeiders in fabriek. Smalle straten, weinig groen, klein.
De vooroorlogse buurt: Urbanisatie zette door. Tuindorp. Degelijker.
Naoorlogse buurt: etage- of duplexwoningen. Eenvoudig. Woonlagen. Snel en goedkoop.
Hoogbouw: Flats blijken geen succes. Eengezinswoning met een tuin. Kronkelige wegen.
Woongelegenheid in stedelijke centra: Cityvorming; Winkels
Suburbane woonbuurt: Groeikernen. Jeugd is gehecht. Ergert zich aan woonverstoring.
Nieuwbouw (Vinex): Afwisseling in bouwstijl. Kritiek: massaalheid en particulier bouwen.
§ 3.5 De Warme en de koude stad
Met sociale cohesie wordt het cement van de samenleving bedoelt. Dat allochtonen en autochtonen niet met elkaar omgaan heeft te maken met de ruimtelijke segregatie. Als je in kaart brengt met wie bewoners van de wijk omgaan, dan kom je tot een sociaal netwerk. Je hebt drie groepen: blijvers, allochtonen en kansrijke nieuwkomers. Eind jaren 60 is de periode van cityvorming. Daarna komt de stadsvernieuwing aan de gang in de jaren 70.
Binnen de herstructurering, het opknappen van met name naoorlogse buurten, is veel aandacht voor integratie en leefbaarheid. Als het gaat om sociale veiligheid gaat het om twee vormen. Subjectieve
veiligheid (geregistreerd) en objectieve veiligheid (gevoel).
Wat heeft het allemaal opgeleverd:
- 30 grootste steden hebben zich verbetert op leefbaarheid en wonen;
- Aandachtwijken halen achterstand in;
- Ook in de toekomst belangrijk;
- De buurtvaders;
- Scoren voor de wijk;
REACTIES
1 seconde geleden