Hoofdstuk 3, paragraaf 9-11

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 668 woorden
  • 1 juli 2008
  • 56 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
56 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Par 9 Vulkanen en aardbevingen
Vulkaan Nyiragongo - vlak bij Goma
Aardbeving in San Giuliano di Puglia

B58
Aardkorst verandert van vorm door:
- Endogene krachten; in werking door hitte. Vlak onder de aardkorst stroomt magma traag rond. Door kracht van stroming zijn er bewegingen van aardkorst - Breuken. Die schuiven langs elkaar - Aardbevingen. Door een gat in de korst kan magma uitkomen - Lava. Stolt en word een berg - vulkaan.
- Exogene krachten; in werking door weer en plantengroei. Gebergten worden afgeslepen (erosie) door regenwater.


B60
De stukken Aardkorst tussen breuken (Schollen of platen - Delen van de aardkorst) zijn contant in beweging:
- Tegen mekaar (over mekaar)
- Langs mekaar
- Uit elkaar.
Actieve platen - vulkanische uitbarstingen en aardbevingen.

B61
Voorbeeld endogene krachten: aardbeving (Bewegende platen), vulkanen.
Voorbeeld exogenekrachten: Verwering. erosie
Start aardbeving - ergens diep in aardkorst (hypocentrum).
Zwaarste schokken - punt van aardoppervlak (epicentrum).
Geleerden die aardbevingen bestuderen (seismologen) meten de trillingen van aardkorst met seismograaf. Voorbeeld van geleerde: Richter.
Bij aardbevingen bewegen de platen.

B63
Bij vulkanisme komt materiaal uit de aarde door openingen in aardkorst naar buiten. Alles wat in de aarde (nog) zit, noem je magma. Eenmaal buiten de aarde, noem je lava. Grote klonters die uit de openingen wordt ‘gegooid’ stollen tot vulkanische ‘bommen’.

Vulkaan - De vorming van het uitgestroomde en uitgeworpen materiaal rond het uitstroomgat (krater) tot een berg.
Bij dode vulkanen waar nog vulkanische verschijnselen zijn - Postvulkanische verschijnselen. Voorbeeld: minerale bronnen.
Verwering - het verguizen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
Breuken - Barsten in aardkorst

Par 10 natuurrampen en ontwikkelingspeil
Overstroming in Bangladesh;
3 oorzaken:
1. De natte moesson -
(Hitte. Te kort. Zee. Koelt. Wolk. Omhoogstuwen)
2. De besneeuwde toppen van de Himalaya -
(smelt. Houtkap. Sneller. Beddingen)
3. Tropische cyclonen (zware stormen die ontstaan boven zeewater dat warmer is dan 27ºC) - Meestal voor of na de moessontijd.
(stuwen. Trechter-vorm. Nergens heen. Kust.)
Het heeft wel een voordeel: Er ontstaat vruchtbare slib op het akkerland.
Een overstroming in Nederland eist minder slachtoffers op dan in Bangladesh. Hoe kan dat?
- Natuurlijke omstandigheden zijn anders. (geen cyclonen en moesson)

- Ontwikkelingspeil. (geen geld voor dijken etc.)
Bij aardbevingen zijn er in arme landen veel slachtoffers en in rijke landen veel schade aan gebouwen.

B45
neerslag - water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring op de aarde neerslaat.
Ontstaan neerslag: door opstijgen van de lucht. Lucht die opstijgt koelt af en kan minder water bevatten
waardoor gaat lucht stijgen?
- Bij opwarming stijgt lucht - neerslag (bijvoorbeeld bij de evenaar).
Dalende lucht - droogte (gevolg: woestijn).
- Bij een gebergte stijgt lucht.
Loefzijde = windzijde; lucht stijgt - neerslag.
Lijzijde = uit de wind; lucht daalt - droog, gebied aan de lijzijde (regenschaduw)

B50
(loodrechte)stand van zon staat niet altijd precies op de evenaar, maar tussen de keerkringen. Halfjaarlijks wisselen winden rond de evenaar van richting (Moesson)
UITLEG

B79
Verdwijnen van de bovenste vruchtbare bovenlaag (Bodemerosie). In natte gebieden met veel reliëf is de kans groot op bodemerosie.
Voorkomen:

- Bomen laten staan
- Geen hele helling als akker inrichten + laat het gras staan.
- Aanleg terrassen.
Keerkring - Breedtecirkels van 23½ºC

§11 Milieurampen
Mensen veroorzaken ook rampen (milieurampen). Voorbeeld: Watervervuiling, luchtvervuiling, grondvervuiling.
Een overstroming een deel een milieuramp (houtkapping).
Luchtvervuiling (vervuiling van lucht) door stoffen die niet in de dampkring of atmosfeer (dunne schil om de aarde)
Vuile stoffen verzuren het water in Scandinavië (zure regen)
Op mondiale schaal speelt het (versterkte) broeikaseffect op. Aarde wordt steeds warmer. Daardoor stijgt de zeespiegel. En de grenzen van klimaten veranderen.

B8
Schaalniveau - grootte van de schaal.
Lokaal - dorp, wijk, stad.
Regionaal - streek, provincie, landsdeel

Nationaal - Land
Continentaal - Werelddeel
Mondiaal - wereld

B26
Dampkring nodig omdat:
- Mensen en planten hebben zuurstof en CO2 nodig, die zit in de dampkring.
- De dampkring vormt een beschermende laag tegen stenen en schadelijke stralen.
- De dampkring houdt de temperatuur leefbaar.
Broeikaseffect - het vermogen om warmte vast te houden
Versterkte broeikaseffect - Het vermogen om te veel warmte vast te houden, versterkt door de mens.
Koolzuurgas - CO2

REACTIES

R.

R.

Bedankt, was erg handig =)

14 jaar geleden

M.

M.

Dankjewel! Scheelt mij een hoop werk en zo kan ik het overzichtelijk overkijken!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.