Hoofdstuk 3, paragraaf 3,4 het weer.

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 554 woorden
  • 19 december 2011
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
16 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
§3.3 storm en regen

A Hoe hard waait het ?

- meestal heeft het te maken met de ligging van lage en hoge druk gebieden .

- midden in een lage druk gebied waait het soms hard , de lucht gaat daar omhoog en dat verlies moet aan gevuld worden dat zorgt voor veel wind.

- in het centrum van een hoge druk gebied waait het bijna niet daar is het meestal zonnig.

- als de afstand tussen de isobaren groot is, waait het niet zo hard.

- belangrijk is hoe groot het druk verschil tussen een hogedrukgebied en een lagedrukgebied.

B Wat zijn fronten?

- de grens tussen twee verschillende soorten lucht is een front.

- koude lucht is zwaar warme lucht is licht, als die twee botsen moet de warme lucht stijgen door die stijging koelt de lucht af en het gaat condenseren er onstaan wolken en de neerslag die valt noemen we frontale neerslag.

- een front waarbij de warme lucht zich uitbreijd noemen we een warmtefront.

- een front waarbij de koude lucht zich uitbreijd noemen we een koufront.

- op een kaart is de koufront aangegeven met driehoekjes meestal blauw

- op een kaart is de warmtefront aangegeven met bolletjes meestal rood

- de kant waar de figuurtjes opstaan geven de richting aan waarin het front zich verplaatst

C waardoor is het in Nederland altijd wisselvallig weer ?

- de veranderingen hebben vaak te maken met de ligging van hogedrukgebieden en lage

- we hebben in NL vaak zuidwesten wind. Die onstaat door het lagedrukgebied bij IJsland en het hogedrukgebied voor de kust van Afrika deze drukgebieden liggen niet altijd op dezelfde plaats

-hoge en lagedrukgebieden komen soms uit andere delen naar europa toe

- als het azorenhoog heel sterk word , kan het een grot deel van Europa bedekken dan is het in nl meestal zonnig en rustig weer

-soms onstaan er in het westen nieuwe lagedruk gebieden de warme lucht stijgt en dan kan aan het begin ban de avond een pittige onweersbui ontstaan.

§3.4 de weerkaart

A Waar komt ons weer vandaan ?

-het weer in nl is zeer wisselvallig, een paar dagen mooi weer kunnen afgewisseld worden door een periode regen en storm vaak heeft dat te maken met de wind die uit nl waait

- als de wind uit het zuidwesten komt is de lucht meestal vochtig

- als de wind uit het noordwesten komt is de lucht meestal koud

- als de wind uit het noordoosten komt is de lucht meestal swinters koud en droog

- als de wind uit het zuidoosten komt is de lucht meestal droog

B Wat heb je nodig voor een weersverwachting ?

- heel belangrijk is de vraag waar de wind vadaan komt

- in elk weerbericht moet de temperatuur worden genoemd

-tenslotte moet een weerbericht aangeven of het gaat regenen of of het droog blijft

- maar de kans op neerslag heeft ook te maken met de temperatuur

C Wat staat er op een weerkaart ?

-in kranten of op internet zijn er kaarten en die geven de temperatuur aan

- of er staat een zonnetje of een wolkje

- maar bij echte weerkaarten is het anders

- op een echte weerkaart zie je isothermen

- een kaart met temperaturen kan uitgebreid worden met isobaren

- op een kaart staan ook fronten

- een koufront is een lijn met driehoekjes

- een warmte front is een lijn met bolletjes

- een complete weerkaart kan ook nog gegevens bevatten over de bewolking, windsterkte, windrichting

REACTIES

D.

D.

waarom niks over Orkanen?????

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.