Hoofdstuk 3 De Randstad en haar invloedssferen De Geo

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 2243 woorden
  • 10 juli 2015
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 7
22 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Par 3.1: Vele steden maken (g)een Randstad

Randstad: een groep van gemeenten met o.a. Rotterdam, Amsterdam, Den haag en Utrecht.

Dit grootstedelijke gebied is het politieke, bestuurlijke en                       (sociaal)-culturele hart van Nederland, maar vooral ook de motor van de Nederlandse economie.

Functie van de Randstad: herbergt enkele grootstedelijke functies, zoals het landsbestuur en de Hoge Raad in Den Haag, het Rijksmuseum en het concertgebouw in Amsterdam, de Jaarbeurs in Utrecht en de havenfunctie van Rotterdam.

De driedeling van de Randstad.
1. De Noordvleugel (o.a. Amsterdam en het gebied rondom het Noordzeekanaal): het bedrijfsleven is hier zeer divers en dynamisch.

  • Mainport Schiphol
  • Hoofdkantoren internationale ondernemingen
  • Financiële dienstverlening (beurs in Amsterdam)

Amsterdam: opvallend door zijn, toeristische, culturele en educatieve functie, denk aan de historische binnenstad.

2. Utrecht: fungeert als belangrijk verkeersknooppunt tussen Noord-(en Zuid-)vleugel en anderzijds de rest van Nederland en het verder in Europa gelegen achterland.

Utrecht is een dienstenstad (veel mensen zitten in de gezondheidszorg, onderzoek of advies). Utrecht is een dienstenstad.

3. De Zuidvleugel (o.a. Den Haag, het Rijnmondgebied met Rotterdam): 

-     Mainport Rotterdam

Rotterdam: is een enorme draaischijf van het internationale goederenvervoer met daarnaast een gigantische concentratie van (petro-)chemische industrie.  De laatste tijd ook steeds meer bekend als architectuurstad.

Den Haag: het centrum van ons politieke bestel met de functies die hierbij passen, zoals het parlement.

De Randstad, een eenheid?
Vanuit de economische dimensie: Stadsgewesten zijn centrale  steden met de eromheen gelegen (woon)kernen, die sterk georiënteerd zijn op die kernsteden.  Een stadsgewest is een voorbeeld van een functionele regio. Er is dus nog niet echt een samenhangend geheel want er is nog steeds sprake van veel forensisme.

Vanuit de politieke dimensie: is de eenheid er ook nog niet. Bestuurlijk is de Randstad verspreid over een groot aantal gemeenten en enkele provincies. Dit maakt het lastig voor bedrijven om te kunnen functioneren als overal andere regels zijn.

WGR: Wet van Gemeenschappelijke Regelingen, het zoeken van een oplossing d.m.v. samenwerking tussen bestaande gemeente of provincies, met deze wet kun je dwingen om gemeenten te laten samenwerken.

Stedelijk netwerk: Door het Rijks opgelegde bestuurlijke samenwerkingsverband. Samenwerkende groep steden, die gezamelijk tot een ruimtelijke visie komen, bijvoorbeeld over stadsgewestelijk vervoer of verdeling van functies.

Bestuurlijk netwerk: Een (vrijwillig) samenwerkingsverband van de besturen van bij elkaar gelegen gebieden.

 

Het Groene Hart
Het groene hart is een landelijk gebied dat t.o.v. de Randstad dunbevolkt is. Het Groene hart dreigde door suburbanisatie in de jaren zestig te veel bebouwd te worden en met name door infrastructuur versnipperd te worden

Urban field: stedelijk gebied tussen de reikwijdte van grote steden.

Bundeling van infrastructuur moet voorkomen dat er teveel van het Groene Hart verdwijnt en teveel versnipperd raakt. De druk in de buurt van de beide mainports in dit opzicht is groot, ook zorgen zij o.a. voor millieuvervuilingen zoals: luchtvervuiling. In het groene hart komt bodemdaling voor door inklinking en oxidatie van het veen. Daardoor loopt het aantal veeteelt bedrijven terug, omdat noodzakelijke maatregelen voor de waterpeilbeheersing kostbaar zijn.

 

Ruimtelijke knelpunten van Randstad en Groene Hart

  1. Suburbanisatie -> bedreiging Groene Hart
  2. Groeikernenbeleid
  3. Verstedelijking niet tegen te houden

De overheid heeft steeds meer onder ogen gezien dat suburbanisatie deels ingeperkt zou kunnen worden door aandacht te schenken aan de woonomgeving zelf. (o.a. belangrijk voor het vestigingsgedrag van bedrijven) ->

  1. compactestad-beleid
  2. Verdichting

Naast het compacte-beleid werd ook het VINEX ontwikkeld, om grootschalige nieuwbouwprogramma’s op te starten.  Dit ging niet zoals geplannend, het loopt ver achter op de planning. Door achterblijvende woningproductie, maar ook grootschalige sloop van sommige naoorlogse wijken leidde tot een groot gebrek aan woningen.

Ook is de woningenmarkt door vergrijzing en individualisering de afgelopen jaren sterk verandert. De vraag naar ander soort woningen is van invloed op de ruimtelijke ordening van woonwijken in stedelijke gebieden

Door nieuwbouw is een deel van het Groene Hart deel gaan uitmaken van de pendelzone (gebied met woon-werkrelaties van steden).  De bundeling van infrastructuur moet voorkomen dat teveel van het Groene Hart verloren gaat.

 

´Think global, act local’

Het ontbreken van de samenhang in de Randstad heeft veel te maken met bereikbaarheid. Problemen die het resultaat zijn van grote verkeersopstoppingen en concentraties van mensen en activiteiten in vooral stedelijke gebieden noem je congesties (files, milieuhinder of oplopende grondprijzen).

De bereikbaarheid wordt voornamelijk sterk beïnvloed door de toename van files.

Factoren die filevorming beïnvloeden:

  • te weinig capaciteit van het wegennet
  • toenemende mobiliteit
  • de ontwikkeling van het openbaar vervoer of het weggedrag

Nadelen files:

  • internationale concurrentiekracht verliezen
  • goed functioneren van mainports komt in gevaar

Door globalisering en welvaartsgroei zijn de vervoersstromen dwars door de Randstad en de zogenaamde halfwegzone naar het deel van het achterland buiten Nederland sterk toegenomen. Op lagere ruimtelijke schaal nam het forensen- en recreatieve verkeer toe door stijgend autobezit, meer vrije tijd en hogere inkomens.

Bij het forensenverkeer was er sprake van schaalvergroting: mensen leggen grotere afstanden af.

Oplossingen:

  1. Verbeteren infrastructuur
  2. Het bevorderen van het gebruik van openbaar vervoer

Mainports zijn met de rest van de wereld verbonden via hoofdtransportassen voor weg-, water-, spoort- en luchtvervoer.  In het wereldsysteem spelen ze als onderdeel van het distributienetwerk of verzamelnetwerk een doorslaggevende rol. De infrastructuur tussen mainport en het achterland moet telkens up-to-date gebracht worden.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

´Think global, act local’: Als je de stad lokaal verbeterd zal het mondiaal gezien meer bedrijven/mensen aantrekken.

De overheid bevordert de kenniseconomie. De basis daarvoor ligt in opleiding, wetenschap, innovaties en creativiteit.

Voor een deel spelen steden in de Randstad daarbij een rol (Utrecht, Groot Amsterdam en de Zuidvleugel). Daarnaast moest je wetenschappelijke ontwikkelingen en innovaties in de halfwegzone zoeken ( brainport Eindhoven, het Groene Hart).                        Steden zijn enorm aantrekkelijk als vestigingsplaats voor kennisclusters. De concentratie van kennisintensieve bedrijven in het zuid(oost)en (Noord-Brabant) en in het oosten (Gelderland, Overijssel) zijn opvallend.

Regionaal beleid en sectorbeleid
Rijk, provincies en overheden proberen problemen op het gebied van de ruimtelijke ordening op twee verschillende manieren op te lossen:

  1. Regionale beleid: het ontwikkelen van een samenhangend pakket maatregelen voor een speciaal gebied. (Voorbeeld: Groeisteden zouden de economische ontwikkeling van een regio moeten bevorderen)
  2. Sectorale beleid: wordt onderdeel van het ruimtegebruik centraal gesteld. (Voorbeeld: transportproblemen, de energievoorziening, de woningbouw, natuurontwikkelingen of infrastructuur) Nadeel: de aandacht is moeilijk te spreiden als jeje op 1 onderwerp richt gaat het ten koste van een ander.

Samenhang in de Randstad bevorderen:

  1. Ruimtelijke specialisatie: universiteiten zouden zich op een bepaald kennisgebied kunnen toeleggen. Een gebied opdelen in bepaalde zones met een gespecialiseerde functie.
  2. Intergratie: de samenhang moet worden vergroot door de verbetering van de interne bereikbaarheid.

 

Paragraaf 3.2
Grote steden: 100.000 of meer mensen

Middelgrote steden: 20.000 mensen

Grotensteden vallen onder het GBS, grote steden beleid (de kloof tussen kansrijke en kansarme buurten verkleinen)

Grootstedelijke agglomeratie: groep gemeenten met aansluitende bebouwing.

Adressendichtheid: een manier om de mate van verstedelijking per gemeente te meten.  Het aantal adressen per km2 is de maatstaf voor de stedelijkheid van een gebied

Steden herken je door te kijken naar de aard van de aanwezige centrale diensten (winkels, onderwijsinstellingen en van gezondheidszorg tot sportvoorzieningen).

Verzorgingsgebied: het gebied waar klanten wonen.

Hoe begrens je een verzorgingsgebied? Je kijkt naar de reikwijdte: de maximale afstand die een klant wil afleggen voor de dienst.

 

Wijken in een stad

In Nederland kan je een aantal type wijken onderscheiden op grond van de:

  • ligging
  • fase van ontstaan
  • bevolking van een wijk
  1. Stedelijk centra: in het centrum werd de woongelegenheid ingeruild voor winkels, horeca, banken en kantoren. Dit proces heet Cityvorming.  Inmiddels trekken mensen juist weer terug naar het centrum van een stad, waarbij o.a. oude arbeiderswijken, die weer hip gemaakt zijn, erg gewild zijn als woongebied. Dit proces heet Gentrification. Dit zorgt er weer voor dat het centrum weer een aantrekkelijk gebied wordt.
  2. Negentiende-eeuwse buurten: In 1870 kwam de industrieële revolutie op gang en vestigde nieuwe fabrieken en werkplaatsen zich in of nabij de toenmalige steden. Er werden voor de werknemers dichtbij, kleine woningen gebouwd die dicht op elkaar stonden, met weinig groenvoorzieningen.
  3. Vooroorlogse buurten (jaren 30): urbanisatie neemt toe, net buiten het centrum was de grond goedkoper en kon men ruimer wonen. Het idee van het tuindorp uit Engeland werd overgenomen en er werden huizen met meer groen gebouwd.
  4. Naoorlogse buurten (jaren 50):  WOII heeft voor een enorme woningnood in Nederland gezorgd: er was niet gebouwd en veel huizen waren vernield.  Er werd dus gekozen voor snel en goedkoop bouwen. Huizen met meerdere etages- of duplexwoningen. Waar meerdere mensen in 1 huis konden wonen.  In de jaren  60 en zeventig werden flats gebouwd. V.a. de jaren 70 wouden mensen een huis met en een tuin en ontstonden er bloemkoolwijken.
  5. Suburbane woonbuurten: mensen gingen buiten de stad wonen v.a. de jaren 70 (suburbanisatie) -> (Groeikernen).
  6. Vinex-wijken: vanaf de jaren 90 zijn aan de rand van stedelijke gebieden en op beschikbare plekken in de stad negentig wijken gebouw op vinex-locaties. Kritiekpunt Vinex-wijken: de massaliteit en de geringe mogelijkheid voor particulieren om zelf iets te bouwen.

 

Bestuurlijk-ruimtelijke samenwerking
Door ruimtelijke schaalvergroting in wonen en werken maakte gemeentelijke samenwerking noodzakelijk.

Belangrijke vorm van samenwerking bij de (her)inrichting van stedelijke gebieden is die tussen de overheid en het bedrijfsleven. Dit wordt ook wel aangeduid met publiek-private samenwerking (PPS).

Voordelen: overheid kan profiteren van kennis, de ervaring en de financiën van de marktpartij.

Nadelen: als de gemeentebestuur en de ondernemer verschillende belangen hebben: de een wilt winst maken, de ander wilt burgers dienen. 

Bij publiek-private samenwerking gaat het over het combineren van plannen van investeerders met die van overheden.  Het rijk stimuleert provincies en gemeenten om deze samenwerkingsvorm toe te passen.

 

Aanpak congestievraagstukken
Problemen:

- luchtvervuiling

-Veiligheid tegenover de haastige klant.

-Parkeerruimte tekort.

 

Stedelijke distributie en mobiliteit

Toegankelijkheid is van groot belang voor stedelijke distributie: de bevoorrading van winkel en horeca en bouwlocaties. Om een veiligere en schonere afhandeling van het transport te stimuleren zijn delen van de stad slechts op rustige uren beschikbaar voor vrachtverkeer en worden milieu verontreinigende vrachtauto’s geweerd. Ook kun je denken om de logistiek te verbeteren (1 vrachtauto voor meerdere bedrijven).

De Nederlandse overheid wil day iedereen doelmatig, veilig en duurzaam aan het verkeer deel neemt. Dit leidt tot tegenstrijdigheden als: bereikbaarheid tegonver leefbaarheid.

 

Stedelijke groei door innovatie en kantoren

Innovatie is de motor van de groei van kenniseconomie. De creatieve stad is erg belangrijk, in dit gebied vinden allerlei nieuwe ontwikkelingen plaats. In de kenniseconomie ziet men nieuwe mogelijkheden, innovatie het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten.  Ook zorgen architectuur en mode voor het aantrekkelijk maken van een stad. 

Innovatie is de motor van de groei van kenniseconomie. De creatieve stad is erg belangrijk, in dit gebied vinden allerlei nieuwe ontwikkelingen plaats. In de kenniseconomie ziet men nieuwe mogelijkheden, innovatie het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten.  Ook zorgen architectuur en mode voor het aantrekkelijk maken van een stad. 

Innovatie is goed voor de stedelijke groei en trekt HIGHTECH bedrijven aan.

 

Paragraaf 3.3

Sociale cohesie: de samenhang van de samenleving of de wijkbevolking. Zorgt voor een warm gevoel.

Elementen die cohesie bedreigen:

  • De individualisering
  • Sociale bewegingen (feminisme, religieus fundamentalisme, herrijzend nationalisme)

Door deze twee elementen kan de traditionele samenleving instorten.

Funcity: de stad gezien als leuke plek.

 

Stedelijke bevolking in beweging

In multiculturele steden vin je vaak:

  • Segregatie: wonen van dergelijke bevolkingsgroepen in aparte gebieden.
  • Polarisatie: toename van tegenstellingen tussen rijk en arm.

Demografische verschillen tussen stedelijke- en niet-stedelijke gebieden:

  • leeftijdsopbouw
  • Grote van huishoudens

Grote verschillen tussen de bevolkingsgroepen zie je terug op de arbeidsmarkt en op de woningsmarkt.

 

Arbeidsmarkt

Allochtone jongeren worden gediscrimineerd, wat weer zorgt voor probleem gedrag.

 

Woningsmarkt

Sociale woningsbouw probleem: te veel verdienen voor sociale woningen en te weinig voor een hypotheek.

Selectieve migratie: vertrek autochtone. Het aantal nieuwkomers is vaak beperkter, vaak twintigers die naar de stad komen.

 

Buurtprofielen

Buurtprofiel: inzicht krijgen in de opbouw van stadsdelen kun je letten op de inrichting en op de bewonerskenmerken.

Belangrijke bewonerskenmerken:

  • huishoudersgrootte
  • etniciteit
  • inkomen
  • gezinsfase

Woningskenmerken:

  • ouderdom
  • woningtype
  • ligging
  • eigendom
  • waarde
  • staat van onderhoud

Samenhang in steden en wijken

Samenhang van mensen in steden hangt af van sociale cohesie en van de spreidingspatronen van bevolkingsgroepen over verschillende stadswijken. Nu is het sociale netwerk van mensen veel meer verspreid over grotere afstanden.  De overheid probeert sociale netwerken binnen stadsdelen te verbeteren foor de samenstelling van de buurt of wijk te beïnvloeden. Een samengestelde wijk zou gunstiger zijn voor de sociale cohesie, er word dan ook geprobeerd deze te stimuleren door het aantrekken van midden- en hogerinkomensgroepen in stadswijken en sociale woningbouw. Ruimtelijke segregatie is ongewenst.

 

Stadsvernieuwing

Herstructurering: ingrijpende  veranderingen in de woningvoorraad, de wijkvoorzieningen en sociale structuur van een buurt. (oost)

Herinrichting kan helpen de sociale veiligheid te verbeteren. Nadeel: na de herstructurering kunnen veel mensen niet terug naar hun oude plek. De kansarme gaan dan naar een ander gebied en concentreren zich hier, terwijl het andere gebied juist succesvoller wordt. Dit wordt ook wel het waterbedeffect genoemd.

Subjectieve veiligheid:  hoe veilig iemand zich voelt

Objectieve veiligheid: het daadwerkelijke aantal misdaden

 

Stadsvernieuwing steeds anders

Naoorlogs: veel huizen bouwen

Tot eind jaren 60: bouwen van kantoorpanden, moderne winkel boulevards en verkeersdoorbraken.

Jaren 70: het verbeteren van woningen staat voorop -> Kritiek: ook aandacht voor groepen met hogere inkomens en meer aandacht voor publieke ruimtes.

Tegenwoordig wil men meer ruimte, dit kan leiden tot minder woningen maar wel ruimere leefomstandigheden

 

REACTIES

V.

V.

Bedankt!!!!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.