Hoofdstuk 2.4 t/m 2.6

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 2256 woorden
  • 8 april 2014
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
4 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

2.4 – Files oplossen

-          Files

-          29 mei 1955 was er in Nederland de eerste file.

-          Duizenden inwoners van de Randstand gingen naar de Veluwe

-          Duitsers kwamen op bezoek bij de bollenvelden in West-Nederland.

-          Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. (50.000 auto’s)

-          Met trots stond dit bericht in vele kranten. Nederland was een modern land

-          Tegenwoordig horen files bij de dagelijkse problemen van Nederland

-          Om te bepalen hoe een file moet beoordelen is er een formule

-          Lengte x tijdsduur = filedruk / filezwaarte

-           

-          Bron 1

-          Om de snelweg beter te benutten, kunnen er meer auto’s rijden.

-          Dit kan bijvoorbeeld met flexibele informatieborden.

-          Mensen nemen de kortste route.

-          Bron 2

-          Nieuwe wegen helpen files te verminderen, voor een bepaalde tijd op een bepaalde plek.

-          Door de verbreding van de A4 verdween de dagelijkse file om verderop weer op te duiken.

-          Bij Leiendorp is de weg nog maar twee rijstroken breed en moet alsnog verkeer invoegen.

-          Om files te verwijden gaan mensen extra vroeg weg of nemen de trein

-          Maar dan zal er alsnog veel te veel verkeer zijn

-          Een spitsstrook: een extra rijbaan die alleen opengaat in de spits. Vaak is dit de vluchtstrook.

-           

-          Bron 4

-          De meeste files op één dag was op 8 februari 1999, door de sneeuw was er 975 km file

-          De langste file ooit was 25 november 2005, door de sneeuw was er 90 km file.

-          Dit begon in de avondspits en was pas over om 6 uur ’s ochtends

-           

-          Bron 6

-           

-           We rijden in 2008 dus bijna 74% meer met vervoersmiddelen dan in 1996

-           

-          Bron 7

-          Een betere inrichting kan helpen de automobiliteit terug te dringen.

-          Hiervoor bedachten ze een compacte stad.

-          Nieuwe woonwijken worden tegen de bestaande stad aangebouwd.

-          Ook wordt er dan gezorgd voor openbaar vervoer

-           

-          Door ‘compact’ te bouwen krijgt een stad meer inwoners.

-          Het openbaar vervoer kan meer aanbieden

-          Hoe meer klanten hoe vaker een trein of bus kan rijden.

-           

-          Bron 8

-          Rekeningrijden betekent dat wie de snelweg gebruikt, betaald

-          Het bedrag hangt af van het tijdstip, de plaats en soort auto

-          Wie in de Randstad in de spits naar werk gaat in een benzine slurpende auto zal meer betalen dan een chauffeur in een kleine auto

-          Het is nog niet bekend of het gaat helpen.

-          De meeste mensen zijn bereid veel te betalen om te kunnen reizen met de auto

-          Bron 9

-          Steeds meer reizigers kunnen met de trein door uitbreiding van capaciteit.

-          Spoorwegen zijn verbreed, sommigen zelfs vernieuwd.

-          Door allerlei verbeteringen kunnen er meer treinen per uur rijden.

-          Het spoor wordt dus beter benut

-          Zo goed zelfs dat er in de Randstad zonder spoorboekje gereisd kan worden.

-          Elke 10 minuten een nieuwe trein

-           

-           

2.5 – Water en inrichting

-          De dreiging neemt toe

-          Dankzij dijken, polders en gemalen is het mogelijk te leven onder de zeespiegel.

-          Verschillende oorzaken vergroten de dreiging van het water.

-          Het klimaat verandert

-          Door hogere temperaturen stijgt de zeespiegel

-          Een ander gevolg is dat er in sommige perioden meer neerslag gaat vallen.

-          De vraag is of de rivieren dit water wel kunnen afvoeren

-          Ook is er kans dat er langere perioden van droogt komen, daardoor kan er een tekort aan zoet water komen.

-          Naast klimaatverandering is het proces van bodemdaling ook erg.

-          Langzaam maar zeker komen de polders en droogmakerijen lager te liggen.

-          Door de aanpassing aan de klimaatverandering en de bodemdaling is één van de grootste ruimtelijke problemen; hoe is Nederland ‘waterbestendig’ te maken.

-          De kust

-          Langs de kust moeten dijken en duimen hoger en sterker gemaakt worden

-          Zeestromingen nemen het zand mee, hiervoor bedachten ze zandsuppletie

-          Kustverdediging door aanvoer van zand, zowel op het strand als in zee

-          Een flinke laag zand breekt de golven die daardoor hun slopende kracht verliezen

-          De rivieren

-          Door klimaatverandering nemen perioden met veel neerslag toe.

-          Het water dat val in het stroomgebied van de Rijn en de Maas wordt via de Delta afgevoerd

-          Nederland is het afvoerputje van een groot deel van Europa

-          Om meer water af te kunnen voeren, wordt langs de grote rivieren het plan Ruimte voor de rivier uitgevoerd

-          Laag-Nederland, te nat

-          In de laaggelegen droogmakerijen wordt he moeilijker water weg te pompen.

-          Want de bodem daalt en de zeespiegel stijgt.

-          Voor kwel is een toenemend gevaar

-          Dat is water wat onder druk uit de grond komt.

-          Kwel ontstaat door een ondergrondse waterstroom dat omhoog wil.

-          Dit veroorzaakd wateroverlast en schade, want veel kwelwater is vervuild

-          Kwel stopt als een droogmakerij onder water wordt gezet. Dat geeft tegendruk

-           

-          Laag-Nederland, te droog

-          Door klimaatverandering zullen periodes van langdurige droogte vaak langskomen

-          In Laag-Nederland kan er een tekort aan zoetwater komen.

-          Veel polders hebben nu al last van verzilting

-          Een steeds hoger zoutgehalte van het water

-          In een droge periode stroomt er weinig water in de grote rivieren

-          Vanuit zee dringt het zoute water diep landinwaarts.

-          Dat zoute water moet worden binnenglaten om droogmakerijen niet te laten verdrogen

-          Daarnaast nemen ook kwelstromen te veel zout mee

-          Om verzilting tegen te gaan is meer zoetwater nodig.

-          Dat wordt gehaald uit het IJsselmeer

-          Door het waterpeil in het IJsselmeer te verhogen, kan zoetwater opgeslagen worden.

-          Dan wordt het naar polders gepompt.

-          Dit is een goede oplossing, maar duur.

-          Want de dijken rond IJsselmeer en IJsselmonding moeten hoger en breder

-           

2.6 – Wonen onder de zeespiegel

Niet alleen in de Zuidplaspolder zijn er plannen om beneden de zeespiegel te bouwen. Plannen voor maar liefst 500.000 woningen liggen op de tekentafels. Kan dat wel in de toekomst? Dat is tegenwoordig afhankelijk van de uitkomst van de watertoets.

Watertoets : De methode om bij nieuw plannen na te gaan of er wel voldoende ruimte gereserveerd is om water (tijdelijk) te bergen.

Aantekeningen

-          Bedreiging

-          Waar?

-          Oplossing

-          Zeespiegelstijging

-          Langs de kust

-          Zandsuppletie, kustuitbreiding, dijken en duinen verhogen en versterken

-          Kwel

-          Laag-Nederland

-          Zoet water uit IJsselmeer

-          Verzilting

-          Grote rivieren, polders en droogmakerijen

-          Zoet water uit IJsselmeer

-          Waterafvoer

-          Grote rivieren

-          Ruimte voor de rivier + internationale samenwerking

-          Tekort aan zoetwater

-          IJsselmeer

-          Verhoging waterpeil

-          Waterwerken:

-          Deltaplan: dammen en stormvloedkeringen die zeegaten afsluiten (Zeeland & Zuid-Holland)

-          Zuiderzee werken: afsluitdijk & makerijen (IJsselmeer)

-          Ruimte voor de rivier: versterking & verhoging dijken + verbeteren waterafvoer

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.