Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2: Water in het Midden-Oosten

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2599 woorden
  • 22 januari 2015
  • 99 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
99 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Paragraaf 1: Water in een droge wereld

-Water is voor ons altijd beschikbaar. Er wordt dan ook veel water verbruikt.

-Er zijn veel landen waarin dit niet het geval is: ze zijn niet aangesloten op een waterleidingnet en er is vaak geen afgesloten rioleringssysteem. Mensen sterven hierdoor: niet van de dorst, maar eerder van infectieziekten (tyfus, cholera) en de malariamug. Soms is het water zelfs giftig door de afvalstoffen van chemische fabrieken!

-De waterkringloop zit zo: verdamping, condensatie, neerslag, infiltratie en afstroming. 

-Slechts 2,5% van het water is zoet. Daarvan is slechts 0,3% bruikbaar voor de mens. 99% is of opgeslagen in ijskappen, gletsjer, of zit onbereikbaar ver in de grond. 

-Vaak wordt ons water opgepompt uit een aquifer: een ondergrondse doorlatende laag van zand of grind en aan de onderkant afgesloten door een dichte laag van klei of leem. Water heel schoon.

-Teveel water weggehaald=dalende grondwaterspiegel=landerijen en natuur last van verdroging

-Sommige aquifers zijn aangelegd in een periode waar het klimaat natter was dan nu: nauwelijks water erbij = fossiel water. Je kunt geen blijvend water winnen, want de voorraad wordt niet snel aangevuld. Water raakt dan op.

 

-Ons drinkwater: 60% grondwater, 40% rivier- of duinwater. Opp. water wordt geleid naar duinen.

-Hoeveelheid zoet water is erg ongelijk verdeeld over de wereld.

-Nuttige neerslag is van belang: de neerslag die niet is verdampt en nog gebruikt kan worden.

-Evaporatie: verdamping van water rechtstreeks vanaf de grond uit meren, plassen en rivieren

-Transpiratie: verdamping via planten en andere levende organismen

-Evapotranspiratie: totale hoeveelheid verdampte neerslag

-Droogte-index: geeft verhouding aan tussen neerslag en verdamping. Kan kleiner dan 0 zijn.

-Waterbalans: hoeveelheid zoet water er uiteindelijk in een land beschikbaar is. Dat bereken je zo: aanvoer van water + watervoorraad in gebied, - verdamping en -afvoer in mindering.

-Bijna 1/3 van de wereldbevolking zal volgens het Wereld Water Forum te maken krijgen met ernstige watertekorten, ook door de ongelijke verdeling van het water.

-Absolute waterschaarste: lukt niet om water zodanig te winnen dat er voor de toekomst genoeg overblijft. Dreiging van uitputting en roofbouw op bestaande watervoorraden.

-Economische waterschaarste: als bepaalde groepen mensen geen toegang tot water hebben omdat ze geen geld of invloed hebben. 

-Waterconsumptie in de wereld verdubbelt elke 20 jaar: 2x zo snel als de bevolkingsgroei

 

-Oorzaken van waterproblemen

  1. Teveel grondwater opgepompt + slordig gebruik bestrijdingsmiddelen: deze kunnen terechtkomen in sloten, kanalen en meren en vervuilen het grondwater (kijk naar Aralmeer) 
  2. Trek van miljoenen mensen naar de grote steden. Water moet over grote afstand worden aangevoerd uit o.a. berggebieden. Boeren klagen daar over verdroging van hun akkers. 
  3. Fabrieken en energiecentrales verbruiken heel veel water: als bestanddeel van product, om grondstoffen te spoelen of machines schoon te maken. Ook transportmiddel voor pijpleidingen. 

 

-Oplossingen voor waterproblemen in de landbouw

  1. Irrigatiewater efficiënter toedienen en lekken vermijden: druppelbevloeiing
  2. Andere gewassen verbouwen in gebieden waar weinig regen valt, o.a. avocado’s. 
  3. Andere, eenvoudig toe te passen landbouwtechnieken gebruiken
  4. In rijke landen zou men minder vlees kunnen gaan eten, kost veel water
  5. Tunnelkassen gaan gebruiken 

 

-Oplossingen voor waterproblemen in de huishoudens en industrie

  1. Beter letten op je waterverbruik: gebruik van de watervoetafdruk (= totale volume aan zoet water dat wordt gebruikt om de goederen en diensten te produceren die door de consument of de gemeenschap worden verbruikt) gaan benutten. 
  2. Repareren van lekken in de waterleidingen in megasteden die in de droogte liggen
  3. Water pricing: overheden belasten het waterverbruik zwaarder en berekenen de werkelijke kosten door aan de verbruikers, bijv. fabrieken (Unilever)

Paragraaf 2: Water en land in Israël 

-Lange tijd voor de in 1942 oprichting van Israël bestond het gebied Palestina. Arabieren waren hier gevestigd en er waren wat Joodse kleine gemeenschappen. Beiden vonden dat ze recht hadden op het gebied.

-Eind 19e eeuw waren de Joden in de minderheid maar dit nam snel toe door het zionisme: voorstanders van een veilige, eigen nationale staat in Palestina met als hoofdstad Jeruzalem. 

-Tot de WO I was Palestina een randprovincie van het Turkse rijk, maar werd in 1917 veroverd door de Britten. Aan de Zionisten werd een nationaal tehuis in Palestina beloofd. In 1922 kreeg 

G-B dit gebied en deelde het een jaar later op in 2 gebieden: Palestina & Trans-Jordanië.

-Bij deze verdeling kregen de Arabieren minder land dan hen was toegezegd en er braken rellen uit. Er ontstonden ook meer spanningen: grote groepen Joden emigreerden naar Palestina wegens de haat tegen hen in Europa. Rijke joden kochten land van Arabische grootgrondbezitters -> pachtboeren met lege handen weggestuurd. 

-Na de WO II splitste de VN het gebied op in een Joodse en Arabische staat, beschermd door de VN. Dit pikten de Joden niet -> opstand. In 1948 riep de Joodse gemeenschap zelf de staat Israël uit. Ze hadden recht op het beloofde land. Een nieuwe immigrantenstroom bracht 100.000 nieuwe inwoners naar hun vaderland. 

-De Palestijnen en de omliggende Arabische landen erkenden de staat niet en in 1949 brak er oorlog uit: Israël kwam als winnaar uit de bus. 100.000en Palestijnen vluchtten naar o.a. Libanon.

-Vanaf het uitroepen van staat Israël bleek dat het gebied niet duidelijk viel af te bakenen: de Arabische wereld bleef de nieuwe grenzen betwisten. 

-Israël breidde zijn grondgebied met 1/5 deel uit door de oorlogen in 1949 en 1967. Zo ontstonden de deze ‘bezette gebieden’: de Gazastrook, de Golan-hoogten, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Deze voordelen ontstonden voor Israël: nationale veiligheid (bufferzone), ruimte voor snelgroeiende bevolking en toegang tot belangrijke waterbronnen. 

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

-In 2002 werd een soort ‘Ijzeren Gordijn’ gebouwd rond de gebieden onder Palestijns bestuur op de Westelijke Jordaanoever wegens invallen, (zelfmoord)aanslagen en terreur vanuit Palestina. De muur diende als bescherming. Tijdens de bouw van de muur werden de grenzen naar het oosten verlegd: veel grond werd van de Palestijnen onteigend, woningen raakten beschadigd en belangrijke waterbronnen kwamen op Joods grondgebied, buiten bereik van de Palestijnen. 

-De volgende migratiestromen ontstonden:

  1. Joden vanuit de hele wereld, wegens een onveilig gevoel in het buitenland
  2. Palestijnen die vluchtten naar buurlanden zodra de staat Israël een feit was: de meesten gingen naar Jordanië, ook naar de Gazastrook, Westelijke Jordaanoever en autonome steden
  3. Joodse kolonisten vestigden zich in bezette gebieden: geen blijvend deel van Israël, toch bouwden ze steeds nieuwe nederzettingen. Minder kans op aanslagen: zwaarbewaakte toegangswegen naar die nederzettingen buiten de Palestijnse steden. Die wegen waren schakels tussen die nederzettingen en Israël buiten de Groene Lijn, de in 1967 vastgelegde grenslijn. 

-Situatie in Midden-Oosten bedreigend: meesten willen zelfstandige Palestijnse staat, extremisten willen volledige opheffing van staat Israël.

-Conflict in M-O gaat niet alleen om bezit, maar ook om watervoorziening: het klimaat is nl. warm en droog. Hoeveelheid zoet water is beperkt in M-O: alleen aquifers, neerslag en soms voeren rivieren water aan. Watervoorraden waren steeds een belangrijk conflict: is te begrijpen wegens de grote bevolkingsdichtheid in het gebied + de groei ervan. 

-Vroeger was er nauwelijks conflict over water: Joden stichtten nederzettingen en zetten ruig terrein om in cultuurgrond. Kolonisten pasten intensieve vormen van landbouw toe (pluimveeteelt, verbouwing groente en fruit). Maar door de groei werd intensieve irrigatielandbouw noodzakelijk. Autochtone bewoners leefden volgens extensieve akkerbouw (graan) en veeteelt (schapen). Konden zich redden wegens mediterrane landbouw. Meer Arabieren -> druk op grond en water. 

-De enige vijf bronnen voor water van Israël zijn: 

  1. Meer van Galilea: groot meer. Voor irrigatie akkers: National Water Carrier (pompstations, pijpleidingen en reservoirs voor genoeg zoet water voor alle akkers in Israël)
  2. Rivier de Jordaan: gevoed door zijrivieren Hasbani en Binias in Zuid-Libanon
  3. Bergaquifers: in de Westelijke Jordaanoever; in bezet gebied. Héél belangrijk. 80% voor Israëliërs, 20% voor de bergbewoners. Israëlische watermaatschappij Mekorot pompen steeds meer water op -> Palestijnen minder water, moeten water kopen van Mekorot. Bijna alle akkers van de Joodse kolonisten daar worden geirrigeerd, van de Palestijnen heel weinig. Palestijnen betalen ook nog meer geld dan de Joden voor een kubieke meter. De Israëlische Waterautoriteit zegt dat het waterschaarste daar komt door klimaatverandering en slecht Palestijns leiderschap. Waterconsumptie van Palestijnen wordt dus beperkt door de strenge rantsoenering en hoge waterprijs. 
  4. Kustaquifer Gaza: Palestijnen gebruiken meer water uit de aquifer dan erbij komt > grondwaterspiegel daalt + binnensijpelend zout zeewater maakt grondwater brak. Grondwater vervuild door landbouwgif en afval. VN probeert de droevige situatie te fixen met allerlei projecten, o.a. afvalwater recyclen tot irrigatiewater. 

-Als Gaza Israël aanvalt, sluiten ze de stroomaanvoer af: niet genoeg energie om water te zuiveren  en op te pompen > mensen moeten voor veel geld brak en ongezuiverd water kopen op straat. 

-Volgens volkenrecht is Israël geen bezetter van het water, maar mag het er wel gebruik van maken. Israël heeft echter wel de verplichting om de bezette gebieden een menswaardig bestaan te verschaffen: genoeg water. Volgens de Oslo-akkoorden mag Israël het meeste water afnemen. 

-Internationaal recht zegt dat de Palestijnen in de bezette gebieden meer water moeten krijgen. De Israëli’s beroepen zich echter op historische feiten en vinden dat die zwaarder tellen. Hierdoor ontstaat het hele conflict. 

 

Paragraaf 3: Ruzie om water

-Tussen buurlanden zijn ook vaak conflicten over water, zoals de bouw van dammen en het afnemen van water en het toenemende watergebruik waardoor er weinig water overblijft. 

-Vraag om water in Midden-Oosten neemt toe door economische ontwikkeling, intensivering van de landbouw en een sterkte bevolkingsgroei. Het water is nogal ongelijk verdeeld. In de meeste gevallen is er net genoeg of te weinig water om iedereen te voorzien van fris water. 

-De Nijl is de grote waterbron in de onvruchtbare woestijn van Egypte die door jaarlijkse overstromingen vruchtbaar slib op de akkers afzet. Dit proces werd verstoord door het bouwen van dammen, o.a. de Grote Aswandam. 

-De Egyptenaren wonen allemaal dichtbij het dal en in de delta van de Nijl. Er komen steeds meer Egyptenaren bij waar ruimte voor nodig is en vooral: water. Nu worden stukken woestijn ontgint, voor meer ruimte. Water is moeilijker: brak grondwater of zout zeewater omzetten naar zoet is te duur. De regering wil het diepe grondwater proberen, maar dat is slechts een voorlopige oplossing. Egypte blijft dus nog even toegewezen op de Nijl. 

-Het probleem is dat het stroomgebied van de Nijl in 10 verschillende staten ligt, en de waterrijkste bronnen liggen ver stroomopwaarts. 

-In de 19e eeuw werd Egypte belangrijk voor de Europese koloniale mogelijkheden: Britten wilden meer macht bij het gebied bij het Ottomaanse rijk, de Fransen en Britten hadden belangstelling voor het Suezkanaal (Middellandse Zee - Rode Zee), voor een betere bereikbaarheid van hun koloniën in Zuid- en Oost-Azië. Britten leenden geld aan de Egyptenaren om het Suezkanaal aanleggen. De tolopbrengsten van het kanaal vielen helaas tegen en door diepe schulden werd Egypte compleet afhankelijk van Engeland. Voor de vergroting van de productie van katoen in hun groeiende industrie, legden de Britten kleine dammen en irrigatiewater aan aan de Nijl. De aanvoer van water moest wel genoeg blijven: in 1929 sloot Engeland een waterverdrag af met Egypte: toevoer, opslag en waterrechten van het Nijlwater werden vastgelegd. Zonder toestemming van Egypte mochten andere landen onder bewind van Engeland geen irrigatieprojecten beginnen. De Britse belangen en Egyptische regering waren zeer tevreden: de watertoevoer was geweldig. 

-Na de WO II werden de staten in het stroomgebied in de Nijl onafhankelijk en kwamen er protesten tegen de waterverdeling. Egypte riep terug op het verdrag van 1929. In 1959 sluit Egypte een verdrag met Sudan: Egypte mag 3x zoveel Nijlwater verbruiken dan Sudan. Ook hierin stond dat de andere Nijlstaten niet zonder toestemming aan grote waterprojecten mochten beginnen: deze staten vonden dat niet fijn an kaartten dit aan. 

-Na de WO II werden de staten in het stroomgebied in de Nijl onafhankelijk en kwamen er protesten tegen de waterverdeling. Egypte riep terug op het verdrag van 1929. In 1959 sluit Egypte een verdrag met Sudan: Egypte mag 3x zoveel Nijlwater verbruiken dan Sudan. Ook hierin stond dat de andere Nijlstaten niet zonder toestemming aan grote waterprojecten mochten beginnen: deze staten vonden dat niet fijn an kaartten dit aan. 

-Eind jaren 90 werd gepraat over het Nijlbekkeninitiatief: o.l.v. Ethiopië willen de 8 andere Nijlstaten niet dat Egypte en Sudan zoveel water krijgen. Egypte en Sudan zijn hier compleet tegen: met minder water is de bevolking niet veilig. Als de andere landen hun verdragen niet accepteren, tekenen zij het Nijlbekkeninitiatief niet. Het conflict was nog steeds niet opgelost. 

- De bronnen van de Eufraat en de Tigris liggen beiden in een van de armste streken van Turkije: Zuidoost-Anatolië (hooggelegen, bergachtig): uiterst belangrijk politiek machtsmiddel.

- Met het Zuidoost-Anatolië project wil de regering gebruik gaan maken van die grote hoeveelheid water. In 1984 begonnen: waterkrachtcentrales, irrigatiekanalen en 22 stuwdammen in beide rivieren. Zo moet de economie gestimuleerd worden in dit gebied. Er is ook een politiek doel: in dat deel van Turkije wonen veel Koerden. Ze willen een eigen staat, Koerdistan. Als de welvaart daar toeneemt zal de opstandige bevolkingsgroep verminderen, denken de Turkse politici. Ze hopen dat de Koerden zich dan niet meer willen afscheiden van Turkije om hun eigen staat te stichten. 

-Twee enorme stuwdammen, de Atatürkdam en Karakayadam, geven 50% van de hydro-elektrische energie en 12% van de totale stroomproductie in Turkije. 

-Twintig kleinere stuwdammen moeten in de industrialisatie voor elektriciteit zorgen.

-Het dammenproject moet ook de ontwikkeling van de irrigatielandbouw stimuleren. Dit levert veel werkgelegenheid op en veel variatie aan gewassen. Landbouwproducten > verwerkt in agro-industrie of worden uitgevoerd naar de omliggende landen, in ruil voor voedsel of geld. 

-Nadeel aan het project: mensen moeten verhuizen omdat hun dorp in het meer van de grote stuwdam kwam te liggen. Ze wisten niet of zij gelijkwaardige huisvesting kregen. Belangrijke archeologische vindplaatsen dreigen voor goed onder water te verdwijnen. 

-De Atatürkdam zorgde voor spanningen tussen Turkije en de stroomafwaarts liggende staten Irak en Syrië. Deze twee landen kregen veel te weinig water door de vulling van dat grote stuwmeer. Turkije zei tegen deze klachten dat het stuwmeer tijdelijk was. De opwekking van hydro-elektriciteit kan ook geen probleem zijn: er gaat bij gebruik van ‘witte steenkool’ nauwelijks water verloren. 

-De zuidelijke buurstaten ontvangen steeds minder water uit de Eufraat en Tigris en willen een waterverdrag voor de verdeling van water met Turkije. Turkije wil dit echter niet. “Als de Arabieren ons olie sturen, sturen wij hen water: zo simpel is het.” 

-Irak ziet het gebied tussen de Eufraat en de Tigris steeds meer verdrogen en verzilten. Droog klimaatgebied > grondwater omhoog > neemt opgeloste zouten mee naar oppervlak. Water verdampt, zouten blijven op bodem achter. Hierdoor landbouwgewassen veel groeischade en de oogst neemt op. Irak heeft zelfs gedreigd de Atatürkdam te vernietigen. Dit zou echter een enorme vloedgolf veroorzaken met alleen maar nadelen voor Irak zelf. 

-Meer welvaart > meer watergebruik. Er wordt nu niet duurzaam met water omgegaan: grondwater oppompen of gebruik maken van fossiel water. Dit moet anders: duurzaam waterbeheer.

-Duurzaamheid staat voor het voldoen aan levensbehoeften maar niet het in gevaar brengen van de behoeften van de volgende generaties. Voor waterbeheer moet er kritisch gekeken worden naar waterverbruik van vandaag om voorraden voor morgen veilig te stellen. 

-Termen duurzaamheid en duurzame ontwikkeling komen uit de ecologie. Een goed evenwicht tussen mens en natuur is alleen mogelijk als de mens op een duurzame manier omgaat met zijn leefomgeving. Bij water: verbruik niet meer dan er natuurlijk wordt aangevuld.

-Bij goed en duurzaam water spelen wat conflicten. De natuur mag niet blijven beschadigd worden, maar de mens moet wel toegang tot water hebben. Hoeveel moeten mensen voor water betalen? Hoe verdeel je water eerlijk? Hoe fix je een slecht functionerend waterdistributiesysteem? 

-Al deze problemen zijn niet makkelijk op te lossen.

 

REACTIES

Z.

Z.

te moeilijk taalgebruik ik snap der niks van

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.